Anton Haakman
Iemand anders
Invloed, nee. Voorzover ik dat zelf kan beoordelen. Ik heb niet de indruk dat ik in mijn leven, in mijn werk op een schrijver lijk die ik vertaald heb. Dat ik op iemand lijk. Dat mijn geschriften lijken op die van een door mij gelezen of zelfs vertaalde schrijver. In dat geval had ik niet de behoefte gehad zelf te schrijven. Ik heb al zo'n boek, had ik dan gezegd.
Voor zover ik verwantschap voel met schrijvers, gaat het niet in de eerste plaats om degenen die ik vertaald heb. De stijl van een auteur als Bioy Casares heeft mij, bijna letterlijk, aangesproken, misschien heb ik zonder het te weten weleens een kunstgreep uit zijn werk overgenomen. En als het gaat om thematiek, spreekt in de eerste plaats het illusionisme van Shakespeare en van Pirandello me aan.
Toch een door mij vertaalde auteur. Pirandello.
Jaren geleden heb ik, bij wijze van oefening, Pirandello's Hendrik de Vierde vertaald. Die tekst heb ik nooit laten zien, het was een vertaling voor eigen gebruik. Als een van de door mij vertaalde auteurs ooit invloed had kunnen hebben was het Pirandello geweest. Maar toch is het ook hier meer indruk dan invloed, Pirandello heeft indruk op mij gemaakt doordat hij in mijn behoefte voorzag aan waanzin, of wat men wel metafysica noemt. Echte invloed zou ik nergens kunnen aanwijzen.
Nee, wat alle auteurs aangaat die ik (ook voor lezers) vertaald heb, een voor een heb ik hen gezien als de ander, wiens rol ik korte tijd heb gespeeld, bewonderd ook, zonder me ermee te vereenzelvigen. Ten slotte ben ik een heel ander iemand dan Pavese, Magris, Praz, ik ben niet zwaarmoedig en nostalgisch als Pavese, ik sta te ver af van de filosofie van Michelstaedter in wiens voetspoor Claudio Magris treedt, en ik woon in een rommelhok, dus mijn leefwijze is wel heel anders dan die van Mario Praz. De opgewektheid die Montaigne aan de dag legt, met en ondanks zijn kwalen, spreekt mij wel aan, maar voor beïnvloeding woont hij te ver weg in de tijd. Dat laatste geldt ook voor Castiglione. Zelfs al zou ik deze twee edelen willen navolgen, het is mij niet vergund.
Ja, en dan heb ik Kirchers autobiografie vertaald. Die man fascineert me, dat mag duidelijk zijn. Het is een mengeling van bewondering en irritatie die ik voel voor deze jezuïet met zijn gewiekstheid en zijn braafheid, zijn stijl. Maar over dat soort invloed of indruk heb ik al een boek volgeschreven.
Als de structuur van iemands werk me al