Peter Bergsma
Mijn leven met en na Thomas Pynchon
In hoeverre Thomas Ruggles Pynchon uiteindelijk van blijvende invloed op mij is geweest, staat nog te bezien: de driejarige verhouding die ik met hem en zijn Gravity's Rainbow heb gehad, is anderhalf jaar geleden beëindigd. En zoals iedereen weet, kan van een verhouding pas vijf jaar na afloop de balans worden opgemaakt.
Moet ik mij echter wagen aan een voorlopige balans, dan geloof ik zeker dat Pynchon een stempel op mij heeft gedrukt. Niet op mijn stijl van schrijven, want die manifesteert zich alleen in zakelijke brieven en stukken en een enkel vriendschappelijk epistel. Bovendien drukt Pynchon zich op een zo gevarieerde manier uit, met name in Gravity's Rainbow, dat van één enkele stijl geen sprake is. Maar voor mijn leven, en vooral mijn leven als literair vertaler, heeft hij vanaf het moment dat ik hem leerde kennen grote gevolgen gehad: een vertaler heeft altijd een haat-liefdeverhouding met zijn auteur, en als Pynchon gedurende het vertaalproces lijfelijk in mijn werkkamer aanwezig zou zijn geweest, zou het er daar menigmaal stormachtig aan toe zijn gegaan. Gedurende de drie jaren, 760 bladzijden en 357.263 woorden die ik met hem heb doorgebracht, zijn er momenten van grote harmonie en opperste bewondering mijnerzijds geweest, ja zelfs van euforie en hilariteit. Maar even vaak stelde Pynchon mijn geduld zo erg op de proef dat ik serieus overwoog hem met boek en al het raam uit te gooien. Wanneer de positieve en negatieve momenten elkaar min of meer stelselmatig afwisselden, was er nog niet zo veel aan de hand: dat komt in de beste verhoudingen voor en brengt leven in de brouwerij. Het gebeurde echter ook dat ik, na vertaling van een zin, nauwelijks naar de volgende durfde te kijken uit angst voor wat mij nu weer te wachten stond. En elke keer probeerde ik alles dan maar weer naar beste kunnen op te lossen, want een verhouding die je als vertaler begint, moet je tot een goed einde brengen. Zeker is in elk geval dat ik op het eind snakte naar een minder gecompliceerde relatie, vooral omdat de oplossingen nu eenmaal niet altijd even bevredigend konden zijn. Het was dan ook met een zucht van verlichting dat ik, na eindeloos vijlen en schaven, uiteindelijk besloot er een punt achter te zetten en de vrucht van het avontuur in te leveren onder de
titel Regenboog van zwaartekracht.
En nu, anderhalf jaar later, kijk ik met gemengde gevoelens op dit avontuur terug. Toen ik de vertaling vijf maanden geleden eenmaal in boekvorm in handen kon nemen, was dat een soort bevrijding. Bovendien had ik het gevoel dat mijn vertaling een door mij zeer bewonderd boek toegankelijker maakte, niet alleen voor het Nederlandse publiek maar ook voor mijzelf. En aanvankelijk werd ik van