De Gids. Jaargang 156
(1993)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 306]
| |
Gerard Unger
Het werk aan de Gulliver begon in augustus 1991. De opzet was een lettertype te ontwerpen dat smal is zonder dat het er smal uitziet en dat groter oogt dan het is, om zodoende meer tekens op een regel en meer regels op een pagina te krijgen. Deze benadering vertoont overeenkomsten met de wijze waarop de Gulliver zijn naam kreeg. Mijn eerdere letterontwerp Swift (1985) is genoemd naar de gierzwaluw; het is de Engelse naam voor deze vogel. Dikwijls is mij echter gevraagd of Jonathan Swift (1667-1745) er iets mee had uit te staan. En zo vatte het idee post iets te doen met Gulliver, Swifts reislustige personage die bij Lilliputters, reuzen en andere wonderlijke wezens belandde (1726). Het vinden van een goede naam voor een letterontwerp is vaak moeilijker dan het maken van het ontwerp, dus liet ik deze kans niet voorbijgaan. Er lijken dubbele
| |
ExperimentenOp 5 september 1992 bracht NRC Handelsblad op pagina 6 de kop: ‘Unger ontwierp zuinigste letter ter wereld.’ Zo'n mededeling brengt recordpogingen uit de jaren zestig en zeventig in gedachten, waarbij zo veel mogelijk mensen zich in een telefooncel of een Volkswagen Kever trachtten te wringen om het Guinness Book of Records te halen. De Gulliver is niet het eerste letterontwerp dat de ruimte per pagina optimaal dient te benutten. In 1803 verwijderde een zekere Philip Rusher uit Engeland van de letters alle delen onder de basislijn (ill. 1). Dit | |
[pagina 307]
| |
drastische middel doet inderdaad denken aan telefooncel- of Kevervullen. Bij een soortgelijk ontwerp van James Millington (1883), eveneens uit Engeland, zijn niet alleen de staarten, maar ook de naar boven uitstekende delen, de stokken, verdwenen (ill. 2). Dát spaart nog eens ruimte. Een andere aanpak met hetzelfde doel liet de Nederlandse professor George van den Bergh (1890-1966) in 1958 zien met zijn Meerlingdruk (ill. 3). Hij liet tekst geheel uit hoofdletters zetten, vrijwel zonder wit tussen de regels. De lezer kon de regels van elkaar scheiden door een vel karton met sleuven eerst over de even regels te leggen en daarna over de oneven regels. Van den Bergh bereikte een verdubbeling van de hoeveelheid tekst per bladzijde! Die verdubbelde hij nog eens door de voorgaande opzet in groen en rood door elkaar te laten drukken. De lezers dienden dan niet alleen het karton met sleuven te gebruiken, maar ook een rode en een groene bril op en af te zetten. De ruimtebesparing was spectaculair, evenals de hoeveelheid werk die lezers moesten verzetten, terwijl de leesbaarheid daarvan de dupe was. Dit extreme idee is in het experimentele stadium blijven steken. Het is beter dat zuinige2. Uit: James Millington, Are we to read backwards; or, what is the best print for the eyes? Field & Tuer, London 1883
typografie er niet opvallend als zodanig uitziet, omdat daardoor de bruikbaarheid vermindert. Voor de Gulliver waren de uitgangspunten dan ook: een zeer zuinige drukletter te ontwerpen die er niet gedrongen uitziet, met behoud en 3. Uit: prof. dr. G. van den Bergh, Hoofdletters, Tweeling- en meerlingdruk, H.D. Tjeenk Willink & Zoon N.V., Haarlem 1958
| |
[pagina 308]
| |
4. J. van Krimpen, Sheldon, Monotype Corporation en Cambridge University Press, 1947
5. Bram de Does, Trinité roman wide, c. 9, Autologic SA en Joh. Enschedé en Zonen, 1982.
liefst verbetering van de leesbaarheid. De Gulliver is een algemeen toepasbaar lettertype dat papier kan besparen en ook andere kosten omlaag kan brengen. 6. Times New Roman, The Times en Monotype Corporation, 1932
| |
Nederlandse en Engelse successenNederlandse letterontwerpers hebben veel belangstelling voor zuinige letters. Van Jan van Krimpen (1892-1958) zou je dat niet direct zeggen, gezien de lange stokken en staarten aan het merendeel van zijn ontwerpen. Maar een verrassende uitschieter in zijn oeuvre is de Sheldon uit 1947, ontwerpen voor een bijbelproject van de Oxford University Press (ill. 4). Dit type, in 7 punts grootte uitgevoerd, heeft een kolossale x-hoogte (of extreem korte stokken en staarten). Van recenter datum zijn ontwerpen van Bram de Does (Ga naar eind*1934). Zijn Trinité (1982) is toegerust met stokken en staarten van drie lengtes, waaronder hele korte (ill. 5). Ook bij zijn Lexicon (1992), ontworpen voor en toegepast in de Van Dale, zijn die uitsteeksels van geringe afmeting. Het inkorten hiervan lijkt de belangrijkste ingreep te zijn om regels dicht op elkaar en zo veel mogelijk tekst op een pagina te krijgen. En het lijkt de kunst te zijn dit zo te doen dat de letters er niet geamputeerd uitzien en bij het lezen niet gaan storen. Een zeer geslaagd ontwerp voor een zuinige drukletter stamt uit Engeland. Het is tegelijk het grootste typografische succes van de twintigste eeuw: de Times New Roman uit 1932 (ill. 6). Stanley Morison (1889-1967), de geestelijke vader van dit type, was een groot theoreticus, die werd geobsedeerd door zuinigheid. De Times is ontworpen als kranteletter voor het dagblad The Times. In een krant heeft een zuinige letter zin. Je krijgt er in de smalle kolommen veel tekens mee op een regel, waardoor de kans op grote woordspaties en rommelig zetsel | |
[pagina 309]
| |
7. Degeneratie van de Times New Roman in NRC-Handelsblad
afneemt. De Times wordt niet alleen in kranten toegepast, maar is uitgegroeid tot het meest gebruikte lettertype ter wereld voor alle soorten tekst. Onder meer wordt de Times als standaardtype geleverd bij talloze printers. De Times is door zijn grote verspreiding hetzelfde overkomen als de schreefloze Helvetica. Beide lettertypes worden gedachteloos toegepast doordat ze zijn geïnstitutionaliseerd. Ooit prees Bernard Shaw zijn favoriete lettertype aan met: ‘When in doubt, specify Caslon.’ Maar over toepassing van deze types wordt niet meer getwijfeld. De Times moet daardoor nog al eens functioneren onder omstandigheden die voor dit type niet gunstig zijn. In de jaren dertig was The Times een gedistingeerde krant die in een kleine oplage in rustig tempo op vellenpersen werd gedrukt. De Times is voor die situatie ontworpen. In de hedendaagse industriële produktie van bijvoorbeeld pocketboeken, gedrukt in rotatieve flexografie, komt de Times niet tot zijn recht. Inmiddels is de Times sterk verouderd. De kapitalen zijn te groot en te breed. De lettervormen zijn gesloten en in zichzelf gekeerd, waardoor ze niet makkelijk woorden vormen. De fijne schreven zijn niet bestand tegen tal van hedendaagse produktieomstandigheden, zoals bij kranten (ill. 7). Bovendien is de Times in de meeste gevallen de Times niet meer. Dit type is als loden letter ontworpen en later via fotografisch zetten in digitale verwerking terechtgekomen en vele malen gekopieerd, hertekend en vertekend. Eigenlijk zijn er tientallen Times-achtige types, die alle aan de genoemde gebreken lijden en ook nog slap van vorm zijn. De oorspronkelijke zuinigheid van de Times is ook grotendeels teloorgegaan. Krantekolommen werden enkele decennia geleden nog met 8 punts letters gevuld. Daar zijn steeds grotere corpsen voor in de plaats gekomen, zodat nu al 10 punts letters worden toegepast. Maar de kolommen zijn niet verbreed - eerder smaller geworden. Het is bijna onmogelijk om nog voldoende tekens op een regel te krijgen en kolommen zonder gapende woordspaties te zetten. De letters worden daarom versmald. De Times en de meeste andere letters uit het loodtijdperk zijn echter niet voor versmalling ontworpen. Ze zijn dan ronduit lelijk en moeilijk te lezen. | |
[pagina 310]
| |
8. Boven: Gulliver (links) en Times New Roman (rechts) met gelijke totale hoogtes (van bovenkant stokken tot onderkant staarten) - de x-hoogtes zijn ongelijk. Onder: Gulliver verkleind zodat, de x-hoogte gelijk is aan die van de Times New Roman - de stok- en staartlengtes verschillen.
| |
De bouw van de GulliverHet idee om de letters van de Gulliver smal te maken zonder dat ze er smal uitzien, komt in kranten goed van pas. Ook zou het goed zijn wanneer er in krantekolommen een einde kwam aan het toepassen van steeds grotere corpsen. Dit kan met een type dat veel groter lijkt dan het is. Vergelijk je de Times met de Gulliver in dezelfde corpsgroottes, dan ziet de laatste er groter uit. Om de corpsen even groot te laten lijken, kun je van de Gulliver een kleiner corps nemen. Daardoor gaan er meer tekens op een regel, is er minder kans op enorme woordspaties en zien de kolommen er aantrekkelijker uit (ill. 8, 9 en 10). Het belangrijkste middel om de Gulliver zijn grote verschijning te geven, is een bijzondere behandeling van de binnenvormen. Bij andere letterontwerpen van mij, zoals de Swift, de Amerigo (1986) en de Oranda (1986), had ik hiermee al geëxperimenteerd. Eigenlijk zijn grote binnenvormen een kenmerk van al mijn letterontwerpen. Maar bij de Gulliver is dit verschijnsel het verst doorgevoerd (ill. 11). Tegelijk zijn de schreven kort gehouden (en stevig), zodat ook de ruimtes tussen de letters smal kunnen zijn. De kapitalen zijn kleiner gemaakt dan de stokletters en zijn in hun breedtes afgestemd op de onderkast, zodat ze in een doorlopende tekst niet voortdurend in het oog lopen en onopvallend hun werk doen (denk ook aan de Duitse taal, waarin veel meer kapitalen voorkomen dan in het Nederlands). Alle letters hebben een sterke horizontale nadruk waardoor ze zich makkelijk tot woorden en regels aaneensluiten. Er is uitgebreid geexperimenteerd met de verhoudingen tussen x-hoogte en stok- en staartlengtes. De Gulliver heeft een grote x-hoogte gekregen, terwijl de kortheid van stokken en staarten niet stoort (ill. 12). | |
Franse kritiekDe voorkeur van Nederlandse letterontwerpers voor grote x-hoogtes of korte stokken en staarten is niet nieuw. Het is een typografische gewoonte die al lang leeft. Ontevredenheid met dit gebruik is evenmin nieuw. De Franse lettersnijder Pierre Simon Fournier (1712-1768) meende dat zijn Hollandse collega's meer kruideniers waren dan kunstenaars en de fraaie lettervormen van hun voorgangers hadden verruild voor gedrongen en uitgemergelde vormen. Merkwaardig is dat Fournier kennelijk op deze mening terugkwam en het voordeel van de Hollandse aanpak inzag. Zijn Manuel Typographique (1764) toont een reeks varianten in de corpsgrootte Cicéro (12 punten). De letters veranderen van breed naar smal, de x-hoogte gaat van klein naar groot en de stokken en staarten gaan van lang naar kort. De opvallendste variant (het smalst en met de grootste x-hoogte) is genaamd: Cicéro gros aeil dans le goût Hollandois. Vermoedelijk had Fournier | |
[pagina 311]
| |
9. Pagina uit: Gulliver's Travels, Part IV, A Voyage to the Country of the Houyhnhnms, 1726, gezet uit Times New Roman, c. 10, regeltransport 12p
| |
[pagina 312]
| |
10. Dezelfde tekst als ill. 9, gezet uit Gulliver book, c. 8,3, regeltr. 12p. Deze pagina telt 3 regels meer dan die gezet uit de Times New Roman, wat neerkomt op 8,5% meer tekst.
| |
[pagina 313]
| |
11. Gulliver regular, c. 21/27
zowel bij zijn kritiek als bij zijn navolging J.M. Fleischman (1701-1768) op het oog, die voor drukkerij Enschedé in Haarlem werkte, maar zeker is dit niet (ill. 13). | |
Letters en papierHoewel de Gulliver goed als kranteletter kan optreden, bleek al bij de eerste proeven het resultaat te interessant om alleen kranten ervan te laten profiteren. De krant is typografisch12. Boven: Times New Roman, onder: Gulliver. Vergelijking van groottes en breedtes van kapitalen ten opzichte van de onderkast.
zwaar terrein. Het goedkope, grauwe en ruwe papier wordt bedrukt met dunne inkt op zeer snel draaiende persen. Een ruimer toepassingsgebied omvat vanzelfsprekend dtp (desk top publishing) en office printing. De printers die daarbij worden gebruikt, zijn in vergelijking met apparatuur voor de grafische industrie eenvoudig en goedkoop, met een lage drukkwaliteit op sterk verschillende papiersoorten. Ook moet er met kopiëren en zelfs herhaald kopiëren (kopie van een kopie) rekening wor- | |
[pagina 314]
| |
den gehouden. Net als bij de krant is hier sprake van geaccidenteerd en modderig terrein. Alleen stevige en uitgesproken lettervormen blijven hierop overeind. Voor publishing on demand, waaraan dikwijls eenvoudige printers te pas komen, is dit eveneens van belang. De Gulliver is geschikt voor gebruik in zowel de bovenste als de onderste regionen van de grafische kwaliteitsschaal. Daarbij moet een moderne drukletter ook van zeer klein tot heel groot zijn toe te passen. De Gulliver heeft daarom een bouw gekregen die het mogelijk maakt de letters vergaand te verbreden en te versmallen. Daardoor kunnen kleine corpsen in bijvoorbeeld bijbels op 110% breedte worden gezet, waardoor de tekst open blijft en goed leesbaar (ill. 14). Voor koppen in kranten kunnen13. Links: Fourniers normale Cicéro en rechts de gros aeil variant van dit corps. Uit: Manuel Typographique, Parijs 1764
de vette versies tot 85% van hun oorspronkelijke breedte worden versmald, waardoor journalisten in weinig ruimte veel tekst met flinke slagkracht kwijt kunnen (ill. 15). En dat is mogelijk zonder ingewikkelde Multiple Master software. Met veel van deze technische voorwaarden had ik al eerder rekening gehouden, zoals bij de Swift. Daar is nu het streven naar besparingen bij gekomen. Aanleiding daartoe vormt, naast ruimtewinst, het stijgende papierverbruik. Ook de snel groeiende zorg om het milieu speelt mee, hoewel papier geen ernstig vervuilend produkt is. De papierindustrie heeft er veel aan gedaan om schoner te werken en papier is afbreekbaar. Bovendien wordt gebruikt papier grotendeels hergebruikt. Het wereldwijd | |
[pagina 315]
| |
14. Kolom uit een bijbel, gezet uit: Gulliver book, c. 5,3, regeltr. 6,3 p., letters en spaties verbreed tot 110% van de oorspronkelijke tekst
15. Gulliver bold, c. 36, eerste regel normale breedte, tweede regel versmald tot 95%, derde regel 90% en onderste regel 85%
stijgende papierverbruik bedreigt echter het natuurlijke bos dat moet wijken voor bosbouw. Veel diersoorten raken daardoor hun habitat kwijt. In Noord-Amerika zijn daardoor enkele zeldzame vogelsoorten al bijna verdwenen. Ronduit griezelig is het plan van de Indonesische regering om het oerwoud van Borneo te vervangen door een reusachtige plantage van eucalyptusbomen. Amerikanen verbruiken per hoofd van de bevolking zo'n 300 kg papier per jaar. Westeuropeanen verbruiken per jaar gemiddeld 205 kg papier. Oosteuropeanen verbruiken ongeveer 40 kg en Chinezen in de Volksrepubliek tegen de 15 kg per hoofd van de bevolking (1.121.500.000 zielen). Wanneer Oosteuropeanen en Chinezen even veel papier gaan gebruiken als de westerlingen, dan zullen de gevolgen voor het natuurlijke en aangeplante bos dramatisch zijn. Doordat gedrukte communicatie in omvang blijft toenemen, zijn die ernstige gevolgen dichtbij. Het ziet er niet naar uit dat alternatieve grondstoffen als suikerriet of algen bijtijds verlichting zullen brengen. Evenmin zullen nieuwe (elektronische) media op korte termijn soelaas bieden. Voordat Oosteuropeanen, Chinezen en anderen zullen proberen onze normen te evenaren, kunnen wij die normen veranderen door het papierverbruik te verminderen. | |
[pagina 316]
| |
Papier wordt niet alleen voor drukwerk gebruikt en niet alleen met tekst bedrukt. Bovendien komt papierbesparende typografie niet overal van pas, zoals in tijdschriften met veel grote illustraties - daarin is de uitwerking gering. Ik ben mij ervan bewust dat de invloed van een zuinige drukletter beperkt is. Alleen bij grote typografische projecten, die voornamelijk uit tekst bestaan, is veel te besparen. Maar meer dan om directe besparingen gaat het mij om mentaliteit, om vormgeving die niet alleen op korte termijn het leven aangenaam maakt. De Gulliver is een duurzaam produkt dat op lange termijn zijn uitwerking zal hebben. | |
Details en grosWanneer zuinigheid geen doel is, dan blijft de goede leesbaarheid een interessante eigenschap van de Gulliver. Leesbaarheid hangt af van meerdere factoren: externe invloeden en intrinsieke kwaliteiten. De invloeden van buitenaf16. Boven: Gulliver regular, c. 8,3, regeltr. 11,35 p., normale breedte. Onder: Gulliver regular, c. 8,2, regeltr. 11,35 p., verbreed tot 102%
zijn al grotendeels aan bod gekomen. Het zijn gevolgen van technologie, van papieroppervlak en van de wijze waarop de letters daarop worden aangebracht. Om de ernstige gevolgen daarvan te kunnen overleven, zijn de letters robuust gemaakt met toevoeging van veel karakter en verfijning. Er is ook een economische invloed op de leesbaarheid, waarbij geringe ruimte kleine corpsen vereist. Daar speelt de helderheid van de Gulliver zijn rol. Die helderheid vormt de intrinsieke leesbaarheid, samen met het vermogen van de letters tot goede woord- en regelvorming. De horizontale nadruk in de lettervormen biedt een bijzondere mogelijkheid in combinatie met de grote binnenvormen. Van de Gulliver kun je al kleinere corpsen toepassen dan van andere lettertypen, vanwege zijn grote beeld. Stel dat je corps 8,3 hebt gekozen (dat er uitziet als corps 10 of 11 van andere typen). Wanneer je die corpsgrootte nog een fractie verkleint, zeg tot corps 8,2 en tegelijk de letters en spaties iets verbreedt, zeg tot 102%, dan | |
[pagina 317]
| |
zien de letters er nog even groot uit als van corps 8,3. Maar er is meer ruimte tussen de regels ontstaan, waardoor tekst rustiger oogt en beter leest (ill. 16). Zulke stappen lijken onbeduidend te zijn. Dit soort verfijningen is nog maar sinds enkele jaren mogelijk in de typografie, dank zij programma's als Quark Xpress, waarmee tienden van procenten en duizendsten van millimeters en punten zijn in te stellen. Het werken daarmee heeft veel weg van het vermaarde verhaal over de waterdruppel die een steen kan uithollen. Een druppel lukt dat niet, maar telkens een druppel gedurende lange tijd speelt het17. Uit: W.A. Dwiggins, Extracts from an Investigation into the Physical Properties of Books, Boston 1919
wel klaar. Het plezierige van typografie en een belangrijke kracht ervan is dat ogenschijnlijk geringe details in iedere tekst honderden malen weerkeren en als massa duidelijke veranderingen te zien geven. Dan blijken het zelfs grote veranderingen te zijn. In de typografie zijn de resultaten van kleine invloeden veel sneller zichtbaar dan bij de druppels op de steen. Zo maakt de Gulliver besparingen van 8 tot 10% mogelijk. Een voorbeeld: een encyclopedie in 23 delen kost aan papier, zetten, reproduceren van afbeeldingen, drukken en binden f 30,- per deel. De oplage is 100.000 stuks. Met | |
[pagina 318]
| |
de Gulliver in plaats van de Times past deze encyclopedie in 21 delen - een besparing van f 6.000.000. Nog een voorbeeld. Op een middelgrote universiteit in Nederland worden per jaar rond 50 miljoen A4tjes bedrukt in huisdrukkerijen, met laser printers en kopieermachines. Om te beginnen is hierop per jaar een besparing mogelijk van 25.000 kilo papier. Door de Gulliver te combineren met vernuftiger typografie zijn veel publikaties van deze universiteit terug te brengen tot de helft van hun huidige omvang. | |
Opgeklopte boekenEen barrière voor het bereiken van zulke besparingen vormt het algemene gebruik onder uitgevers om boeken dikker te maken dan nodig is. Een verhaal wordt met opdikkend papier, een groot corps, veel ruimte tussen de regels en met forse marges tot het formaat van een roman opgeblazen. Een argument ter verdediging van deze praktijk is dat het publiek hierom vraagt bij het afwegen van prijs en geboden waar, alsof dikte en formaat van een boek belangrijker zijn dan de inhoud. De beste argumenten tegen zulke kortzichtigheid zijn al in 1919 op papier gezet door de Amerikaanse letterontwerper en typograaf W.A. Dwiggins (1880-1956). In Extracts from an Investigation into the Physical Properties of Books laat hij een marketing medewerker van een uitgeverij het beleid verdedigen om een novelle op karton in corps 24 met enorme marges te drukken, en een trilogie in corps 6 zonder ruimte tussen de regels en zonder marges op sigarettenpapier - omdat de kopers dat verlangen. Dwiggins heeft er een grafiek bij gemaakt die de kwaliteitsontwikkeling van boeken weergeeft (ill. 17). Heden ten dage wordt getracht de kosten voor de produktie van boeken omlaag te brengen door te beknibbelen op de prijzen en de kwaliteit van zetwerk en druk. Daardoor krijgen lezers nu boeken voorgeschoteld die er uitzien als een solide pil, maar slecht te lezen zijn. Het lijkt mij sterk dat lezers moeite hebben met boeken van reële omvang. In ieder geval lijkt de boekenverkoop meer gebaat te zijn bij verbetering van leescomfort. Hier is nog een voorbeeld, een boek dat niet zo slecht is uitgegeven: De ontdekking van de hemel door Harry Mulisch. Het is gezet in de Adobe Garamond corps 11,5, met een regeltransport van 12,5 punt, gedrukt op 905 pagina's van ongeveer 90 gr./m2 papier. Indien dit boek uit de Gulliver was gezet, was er minstens 10% ruimte bespaard, of was het 90 pagina's dunner geweest en nog altijd een lijvig werk. Met een verkochte oplage van 50.000 exemplaren op eind februari '93 zou de besparing 6.000 kilo papier en 6 à 7% op de drukkosten hebben bedragen. Met de f 50.000,- die de uitgever daardoor op zijn budget zou hebben overgehouden, zou het boek met minder onverschillige typografie getooid kunnen zijn en met een steviger band, passend bij een werk van dit formaat. | |
Rechten en prijzenWie nu een nieuw lettertype op de markt brengt, kampt met twee grote problemen: de juridische bescherming van drukletters en de prijzen van lettertypes. Door een complex aan oorzaken zijn de prijzen voor drukletters zo ver gedaald dat vormgevers met de royalties daarvan geen inkomen van betekenis meer overhouden en letterproducenten zich geen nieuwe ontwikkelingen meer kunnen veroorloven. Die prijzenslag heeft niet alleen de materiële waarde van lettertypes doen kelderen, maar heeft tevens de intellectuele waarde ondergraven. Omdat lettertypes weinig meer waard zijn, menen velen dat kopiëren is geoorloofd. Dat gebeurt dan ook op grote schaal. Bij de verkoop van ieder lettertype wordt weliswaar een licentieovereenkomst meegegeven, waarin duidelijk staat dat kopiëren niet is toegestaan. Maar die overeenkomst hoeft niet te worden getekend en wordt dientengevolge genegeerd. Een aantal producenten van digitale lettertypes heeft zich gezamenlijk achter een Font Software Anti-Piracy Initiative geschaard om misbruik flink te kunnen straffen. De firma | |
[pagina 319]
| |
Adobe heeft enkele halfhartige maatregelen genomen ter heropvoeding van lettergebruikers. Maar het kopiëren is al zo ver doorgewoekerd dat deze stappen weinig of geen effect zullen hebben. De consequentie van deze ontwikkelingen is dat de internationale markt voor gedigitaliseerde drukletters is ingestort en de grote en bekende letterleveranciers wegkwijnen. Alleen kleine letterproducenten, vaak vormgevers die alles zelf doen zonder torenhoge overheadkosten, brengen nog nieuwe ontwerpen uit. Overigens ontstaat er door deze ontwikkeling een merkwaardige situatie. De Times New Roman is wijd verbreid geraakt door onder meer goede marketing van de Engelse Monotype Corporation. Op eigen kracht redt een lettertype dit niet. Nu deze en andere firma's het bijltje erbij neerleggen, is het de vraag of een andere drukletter ooit nog een dergelijke positie kan veroveren. De marketing en de propaganda die daarvoor nodig zijn, kunnen door individuele ontwerpers niet worden opgebracht. De Gulliver wordt niet door de bekende leveranciers gedistribueerd, maar op een andere wijze op de markt gebracht. De Gulliver wordt pas geleverd nadat er een overeenkomst is getekend. Daarbij wordt dit lettertype verstrekt op basis van exclusiviteit (niet aan iedereen in eenzelfde branche) voor een bepaalde periode. Er is gezorgd voor goede juridische bescherming van het ontwerp en van de software. Ook zijn de mogelijkheden voor sancties bij misbruik goed onderzocht en geregeld.
Het zuinigste lettertype ter wereld. Dat klinkt als een onderdeel van een variété. In een kinderboek kwam ik ooit deze scène tegen: op een kermis wordt de grootste dwerg ter wereld aangekondigd. Het doek gaat op en daar staat de kapitein. Het doek gaat dicht en de spreekstalmeester kondigt vervolgens de kleinste reus ter wereld aan. Opnieuw gaat het doek op en daar staat weer diezelfde kapitein. In zekere zin verricht de Gulliver eenzelfde kunst, een die nauwelijks zichtbaar is. Nadat de typograaf met de Gulliver van een reus een dwerg heeft gemaakt, nemen lezers niets anders waar dan een goed leesbare tekst, waarvan het beeld hen aangenaam bekend voorkomt. Gulliver werd door de Lilliputters voor een reus aangezien, maar hij was en bleef een gewoon mens. |
|