Dit seizoen staat de Saint-Seans-draak Samson en Delilah in de Stopera. De regisseur heeft besloten het koor te kleden als archertypische joden: lange zwarte jassen, baarden, oorlokken, zwarte hoedjes en traditionele chassidische bontmutsen. Daags na de première verscheen een recensie waarin de criticus uitlegde wat het allemaal had betekend, die mannen in gabardine overjassen in zo'n overduidelijk bijbels verhaal. Zij gaven, zei hij, de eeuwigheid van het joodse lijden aan.
In mijn kringen heet zoiets een gotspe.
Het probleem met theater in het algemeen is dat je als acteur of regisseur de keuze moet maken tussen twee veronderstellingen. De eerste is dat je ‘een echt mens’ kunt zijn op het toneel, de tweede dat je, ongeacht je kwaliteiten, altijd iemand bent die op een stuk hout wat regels staat voor te dragen.
Wat betreft die eerste aanname, dit is wat Holden Caulfield (The Catcher in the Rye) erover zegt:
‘I hate actors. They never act like people. They just think they do. Some of the good ones do, in a very slight way, but not in a way that's fun to watch. And if an actor's really good, you can always tell he knows he's good, and that spoils it. [...] What I have to do is, I'll have to read that play. The trouble with me is, I always have to read that stuff by myself. If an actor acts it out, I hardly listen. I keep worrying about whether he's going to do something phoney every minute.’
Dat lijkt me een acceptabele bestrijding van het geloof in de geacteerde werkelijkheid.
Wat betreft die tweede aanname, hoe onontkoombaar waar hij ook mag zijn (voor mij, in ieder geval): in Nederland kun je er geen kant mee op. Beckett had weinig problemen met de manier waarop zijn stukken over al ter wereld werden gespeeld, maar tot zijn eerste zorgen behoorde een Nederlandse uitvoering. Nederlanders kunnen niet met hun vingers van een literaire tekst afblijven. Iedereen kan schrijven, denken ze, en sommige idioten doen het ook, maar dat wil niet zeggen dat die idioten vervolgens ook nog iets over hun teksten te zeggen hebben. De schrijver, en volgens mij wordt er echt zo gedacht, is iemand die in een vlaag van verstandsverbijstering een paar redelijke regels heeft geschreven. Dat betekent niet dat het ook toneel is wat hij heeft geschreven. Toneel, dat is wat de regisseur en de dramaturg ervan gaan maken.
Ik overdrijf? Dit land wijdde een compleet festival aan het werk van Beckett en van dat festival werd een belangrijk deel bepaald door stukken die gebaseerd waren op Becketts teksten. Let op de woorden ‘gebaseerd’ en ‘teksten’. Proza, romanmateriaal, theaterwerk, of en hoe Beckett het voor theater had bedoeld kon niemand een zak schelen. Aan elkaar plakken, dansje erbij, en daar lag weer een bijdrage voor