tend nog met het heden bemoeien, voor zover hij er autopsie op verricht en het als dode materie beschouwt die hij fileert, in segmenten onderverdeelt, zoals een patholoog-anatoom dat doet; zoiets is een technische en analytische handeling, afstandelijk...’
Wat Vassalli hier oppert doet sterk denken aan een poëticale uitspraak van zijn collega Gianni Celati, waarin deze stelt dat een schrijver in alle omstandigheden een ‘straniero’, een vreemdeling of buitenstaander moet zijn om de werkelijkheid te begrijpen. Tussen Vassalli en Celati bestaat trouwens meer congenialiteit. Beide auteurs hebben een analoge ontwikkeling doorgemaakt: van ijveraars voor het experimentele proza dat in de jaren zestig in zwang was tot doorgewinterde beoefenaars van een meer traditionele verhaalkunst. Als zodanig zijn zij bij uitstek vertegenwoordigers van het literaire spectrum van Italië, dat van oudsher een spanningsveld van traditionele degelijkheid en experimentele verkenningen is, waarbij opvalt dat er niet zozeer sprake is van een literair systeem van strijd en aflossing, maar eerder van een vreedzame coëxistentie tussen beide literatuuropvattingen. Men denke aan enerzijds gerenommeerde auteurs als Ginzburg, Moravia en Primo Levi die een sobere, conventionele vertelstijl aan de dag legden, terwijl anderzijds, tegelijkertijd, alom gerespecteerde pioniers als Calvino en Manganelli op speelse wijze bestaande narratieve procédés ontheiligden en een normdoorbrekende esthetiek nastreefden.
Als jonge debutant in de literatuur raakte Vassalli onder de indruk van de zogeheten ‘neo-avanguardia’, een literaire stroming die zich afzette tegen de in verval geraakte concepten van het neorealisme. De grondslagen van deze stroming werden bedacht en geijkt tijdens een literair congres in 1963 te Palermo, waar de Gruppo '63 werd opgericht. De meest gezaghebbende vertegenwoordigers van de Gruppo '63 waren Edoardo Sanguineti, Nanni Balestrini en Giorgio Manganelli. Het brevier van de neoavantgardisten bevatte op structuralistische theorieën geënte richtlijnen die een exclusieve interesse voor de formele aspecten van de literatuur voorschreven en het irrationele en labyrintische karakter van de werkelijkheid beklemtoonden. In concreto leidde dit tot teksten waar traditionele narratieve elementen als plot, personage, actie en sfeerbeschrijvingen werden ingeruild voor literaire spelletjes die syntactische anarchie en de triomf van het nonsensicale, het triviale, het divertissement beoogden. Een goed voorbeeld vormen de door een computer gerangschikte woordcombinaties (‘elektronische poëzie’) van Balestrini.
Als het jongste lid van de Gruppo '63 etaleerde Vassalli zijn experimenteerlust in romans als Narciso en Tempo di massacro. Anno 1991 distantieert hij zich vrijwel volledig van wat hij omschrijft als ‘de jaren waarin een formalistisch schrikbewind heerste’. ‘Ik neem mijn boeken uit die jaren niet graag ter hand, maar als ik het doe, dan lijkt me het enige dat nog overeind blijft een zekere expressionistische, sanguïnische component is die meer in de buurt komt van de pasoliniaanse “desperate vitaliteit” dan van de koudbloedige spelletjes van mensen als Balestrini en Sanguineti.’
De vraag is natuurlijk of Vassalli met zijn nieuwere werk niet een stap terug doet en zich bekeerd heeft tot de traditie, tot een braaf soort proza waar feitelijk alleen de inhoud nog telt en de vorm een ondergeschoven kindje is. Vassalli: ‘Maar de inhoud is eigenlijk de vorm, dat zei Spinoza al. De vorm van de dingen is niets anders dan hun substantie, hun wezen, hun inhoud kortom. En dat is iets waar ik pas vrij laat achter ben gekomen. Als ik me dat eerder had gerealiseerd, dan had ik mijn energie een stuk beter kunnen investeren.’
Inhoud of vorm - feit is in ieder geval dat zowel Vassalli's vroege vormexperimenten als ook zijn latere, logisch geconstrueerde vertellingen een tegendraadse attitude verraden, waardoor de auteur onmogelijk beschuldigd kan worden een slippedrager van een bepaalde, modieuze literaire vorm te zijn (geweest). Van zijn eerste tot en met zijn meest recente boek presenteert Vassalli zijn lezers een zeer