Als voorbeeld noemde hij het huwelijk en de monarchie, twee instituties die niet stroken met veelgeprezen principes als gelijkheid en vrijheid. Maar er was meer dan deze ultraconservatieve ideeën, er was iets extra's in het werk van Maistre. Iets dat hem volgens Berlin tot de godfather van het fascisme maakt.
Berlin zoekt dat extra's in eerste instantie niet zozeer in de concrete argumenten van Maistre, maar in een absurde mengeling van irrationaliteit, een obsessie met geweld, een rotsvast geloof in autoriteit en een haast Darwiniaanse nadruk op de kracht van tradities. Maistre's ‘attitude of mind’, zoals Berlin het noemt, ‘had to wait a century before they came (as come they all too fatally did) into their own’. Bovendien ziet Berlin in Maistre een soort profeet, een denker die met zijn ideeën en levenshouding niet alleen reactionair was, maar, paradoxaal genoeg, ook nog eens hypermodern. Maistre's werk zou een bloedstollende visie op de toekomst presenteren, een perspectief op het fascisme dat wij in onze eeuw hebben leren kennen. Iedereen die Maistre's werk leest zal zeker aanvoelen waar Berlin op doelt. In zijn essay citeert Berlin ook uitvoerig de beruchte passage uit de Soirées de Saint-Pétersbourg, waarin Maistre de loftrompet steekt over de beul. Deze man, die elke week hoofden moet afhakken, criminelen moet vierendelen, is dat een mens? zo vraagt Maistre zich af. Zijn antwoord is een onverkort ja: ‘All grandeur, all power, all subordination rests on the executioner: he is the horror and the bond of human association. Remove this incomprehensible agent from the world, and at the very moment order gives way to chaos, thrones topple, and society disappears’ (The Works of Joseph de Maistre, Schocken Books, New York 1971). In zijn Considérations sur la France etaleert Maistre het duidelijkst zijn uiterst bloeddoorlopen visie op de noodzakelijke loop de geschiedenis. Oorlog en geweld zijn volgens hem natuurlijke fenomenen die, in tegenstelling tot de algemeen aanvaarde mening, helemaal niet zo slecht zijn voor de mensheid: ‘What is sufficiently clear is that humanity can be considered as a tree that an invisible hand is continually
pruning, often to its benefit.’ Oorlogen zijn daarom zuiverend; ‘In other words, it could be said that blood is the manure of that plant we call genius.’ Het is daarom niet verwonderlijk dat Maistre vaak spreekt over de onvermijdelijkheid en schoonheid van de oorlog. (Om slechts een voorbeeld te noemen: ‘The massacre of Carmes is comparable in its beauty to anything of this sort that ecclesiastical history can offer.’)
Het is al met al niet moeilijk om nog een hele rits met citaten uit Maistre's werk te plukken die zonder problemen naadloos op elkaar aansluitend de fascistische puzzel lijken te voltooien: ‘Every nation, like every individual, has a mission which it must fulfill’; ‘Every man has certain duties to perform, and the extent of these duties depends on his position in society and the extent of his means’; ‘There is no punishment which does not purify’ en ‘Never do [the masses] get what they want; they always accept, they never choose’. Maistre's verheerlijking van de heerser doet overigens ook enigszins fascistoïde aan: ‘Just as in nature the seeds of an infinite number of plants are destined to perish unless the wind or the hand of man puts them where they can germinate, so also there are in nations certain qualities and powers which are ineffective until they get a stimulus from circumstances either alone or used by a skilful hand. The founder of a nation is precisely this skilful hand. Gifted with extraordinary penetration or, what is more probable, with an infalible instinct (...) he divines those hidden powers and qualities which shape a nation's character (...) He is never to be seen writing or debating; his mode of acting derives from inspiration; and if sometimes he takes up a pen, it is not to argue but to command.’
Toch is het de vraag of dit alles wel genoeg is om Joseph de Maistre tot de filosofische founding father van het fascistisch gedachtengoed te maken? In zijn essay maakt Berlin niet duidelijk op welke wijze Maistre latere fascistische denkers zou hebben beïnvloed. Nergens kan hij laten zien op welke manier, en via wel-