Hugo Pos
De leeuwen van Hokusai
Ik begrijp niet waarom het plegen van zelfmoord het werk van een schrijver zou moeten uittillen boven dat van anderen die gewoon doorgaan.
In Japan is dat niet het geval, omdat de al of niet rituele zelfmoord daar een onderdeel vormt (vormde) van een bepaald cultuurpatroon. Tochten naar het Stedelijk en Boymans brengen me op de gedachte dat schilders en tekenaars, anders dan schrijvers, niet weten van ophouden. Vanuit Parijs bereikten me enthousiaste berichten over de stokoude Hokusai, die elke dag een leeuw, die hij nooit in levenden lijve had gezien, placht te tekenen. Nu ik dit - het betrof de grote Hokusaitentoonstelling - heb gezien, hoef ik niet meer naar Japan, schreef een bereisde journalist die zeker, schat ik, nog een jaar of veertig voor de boeg had.
De dokter in Nickerie, het oostelijk grensdistrict van Suriname, vertelde me dat hij voornamelijk op maandagochtend met zelfmoorden werd geconfronteerd. Jonge hindostaanse vrouwen, heel vroeg uitgehuwelijkt en uitgebuit door hun schoonmoeder, kiezen de dag dat de week weer begint bij voorkeur uit om zich op te hangen of azijnessence in te nemen. Laten we hopen dat dat nu verleden tijd is, dat het niet of nauwelijks meer voorkomt, dat de drang om te leven, de levensdorst, om een boeddhistische term te gebruiken, het wint van de demonen die in een andere richting rukken.
Goed beschouwd is een bejaardentehuis een verzameling van dapperen, die stuk voor stuk de Willemsorde, derde of vierde klasse, verdienen. Volhouden tot het einde toe.
Als oude, maar toch nog monter uitziende mannen het op de tv over de oorlog hebben, moeten ze bij het noemen van hun gevallen kameraden altijd iets wegslikken, de emotie wordt hun, en dat is het sublieme moment voor de kijkers, dan weer te machtig. Alsof het knagende verdriet van iets onherstelbaars overdraagbaar was. Als het nou een Renault was of een elektrisch scheerapparaat, dan zou het nog vervangen kunnen worden door eentje dat nog veel mooier en beter is afgewerkt. Maar met een vriend die is doodgeschoten, vergast of onthoofd zul je verder moeten leven. Dat het kan is proefondervindelijk bewezen.
Tragisch als hun lot was hebben ze één voorsprong op de overlevenden, ze worden niet ouder. Er komt geen jaartje, zelfs geen onderdeel van een seconde bij, eenentwintig blijft eenentwintig, drieëndertig zal nooit vierendertig worden. Misschien is de opgewektheid van al die met stokken