De Gids. Jaargang 155(1992)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 564] [p. 564] Wiel Kusters Wij Wij wilden de wereld bedienen, maar wisten niet hoe. Opgeklommen van wereld naar wereld, ballingen gelijk, zagen wij de hendels niet meer. Geen knoppen, meters, schakelaars. En als panelen zich aan ons voordeden, onverwacht, in een oogwenk, omdat onze aardsheid daartoe dwong, dan misten wij onze handen. Onze gedachten zwermden door de leegte. Waar liepen de lijnen, de kabels? En waar leidden zij heen? Wat waren dat voor tellingen, cijfers, met licht geschreven in het duister? Het geloof is uit het gehoor en door de wil verworven. Er was sprake van kamers en trappen en nissen. En van offers die spatten. Wieren die wiegden in zeeën van steen. [pagina 565] [p. 565] Sleutels zonder sloten en ladders in het stof, languit. Een abattoir van ideeën. Het verstand is de klare, zekerheid gevende kennis van een onzichtbaar ding. De afstand tussen treden, de leegte der nissen, de adem in kamers. Sluiers en wolken van stof. Kraamkamer van de materie. Het vermoeden tast en verbreekt de zegels. Het kent de wereld als waarschijnlijk. Vorige Volgende