les in politieke zelfdiscipline voorgehouden. Op deze manier bleven extreem links en rechts in het gareel en oefenden geen beslissende politieke invloed uit. Zij konden zich periodiek beklagen over het kwaadaardige imperialisme en militarisme van het Westen dat het communisme zou hebben gedwongen zijn energie vooral te wijden aan zelfverdediging, respectievelijk de vadsigheid en weerloosheid van de democratieën tegenover autoritaire en dictatoriale stelsels. In het brede midden werden de Koude Oorlog, de bewapeningswedloop, de kernwapenstrategie en het communistische blok routineverschijnselen. Af en toe werd er al dan niet collectief gehuiverd voor de gevaren van een kernwapenoorlog. Soms werd er gekoketteerd met een ondergangssyndroom. Andere malen werd het spookbeeld van het agressieve en expansionistische communisme opgeroepen.
De Koude Oorlog is wel afgeschilderd als een soort intellectuele gevangenis en als een periode waarin pas op de plaats en immobilisme de internationale politiek en het veiligheidsbeleid van staten hebben bepaald. Andere malen lijkt het alsof nu al de Koude Oorlog moet worden bijgezet in het historische paradespel van heroïsche gebeurtenissen. In dat geval is er sprake van onterechte nostalgie. De Koude Oorlog is een heel bijzondere episode in de historische en culturele ontwikkeling van de politiek geweest. Nostalgie is echter niet op zijn plaats. Kritiek als zou de Koude Oorlog politieke veranderingen verhinderd hebben en de status-quo als de onderdrukking in Centraal-Europa hebben bevestigd, is evenmin houdbaar. In dat laatste geval heeft men de bijna onzichtbare, maar uiterst wezenlijke politieke, sociale en culturele veranderingen in West en Oost (en tussen beide politieke en militaire blokken) volstrekt niet waargenomen.
De Koude Oorlog is voor Europa en het Westen in het algemeen een noodzakelijk en weldadig rustpunt geworden. Hoezeer ook de dagelijkse politiek bepaald werd door gebeurtenissen die schijnbaar de stabiliteit verstoorden, de politiek ontwikkelde vooral een robuustheid en continuïteit waardoor politieke waarden en verhoudingen langzamerhand veranderden. Ik noem hier enkele voorbeelden. In deze tijd kon Europa herstellen van een lange historische periode waarin virulente nationalistische ideologieën, militaristische waardevoorstellingen en vernietigende oorlogen de betrekkingen tussen staten en volkeren kapot hadden gemaakt, om maar te zwijgen over de andere gevolgen voor mens en maatschappij. De Koude Oorlog en de kernwapenperiode zijn het tijdvak geworden waarin deze verschijnselen, die ik tezamen de oorlogsbeweging noem, in de doofpot zijn geraakt. Tijdens de Koude Oorlog bereikte de gewelds- en afpersingsdiplomatie een hoogtepunt. Van de andere kant werden haar aanzienlijke beperkingen opgelegd. Zodoende kon een nieuwe en beschaafdere vorm van diplomatie worden aangeleerd. Na een periode van moord, overvallen, omkoping, desinformatie, bedrog, leugen, etcetera kwam er nu een laag vernis die het eventuele bedrog goed maskeerde. Kwam dat spel echter uit, dan werd dat beschouwd als een schending van de nieuwe spel- en omgangsregels.
Mijn voorbeelden hebben ook betrekking op Centraal-Europa en de Sovjetunie. Vaak is gezegd dat landen als Polen, Tsjechoslowakije, Hongarije etcetera het slachtoffer van de Koude Oorlog en van het zogenaamde Jaltasysteem zijn geweest. Deze constatering snijdt hout. Niettemin kan de stelling worden verdedigd dat de wezenlijke en vaak onzichtbare processen in de Koude Oorlog de factoren zijn geworden die vooral verklaren waarom de veranderingsprocessen in de Sovjetunie en Centraal-Europa zo geweldloos, en tevens effectief, zijn verlopen.
Het nieuwe denken in de buitenlandse politiek en het veiligheidsbeleid van de Sovjetunie vanaf 1985 is niet uit de lucht komen vallen. Het is voorlopig nog niet vast te stellen waar de bakermat van het nieuwe denken in de periode vóór 1985 heeft gestaan. Wel is het bekend dat in kringen binnen de wetenschappelijke instituten opvattingen circuleerden die