mers een rapport dat voor de Minister is bestemd. Voor diens ambtenaren dus, en die hebben de neiging het leven zo ingewikkeld mogelijk te maken, het leven van hun minister, maar ook het leven van zichzelf en van anderen. Waarbij ze uit kringen van de ‘wetenschap’ zo weinig gecoördineerd weerwerk krijgen dat ze alle glorieuze Gezag naar zich toe kunnen trekken, en naar eigen goeddunken besluiten en voorstellen kunnen formuleren en vervormen - de direct betrokkenen zijn nauwelijks tot iets anders in staat dan hulpeloos en machteloos af te wachten, tandenknarsend en haaruittrekkend.
Een van de basisvoorstellen van de commissie is van een adembenemende simpelheid: ‘een verschuiving van 1 procent op het totale universitaire budget zou toereikend zijn om de door de Commissie Kleine Letteren bestreken formaties van kleine letteren en specialismen via de eerste geldstroom op een aanvaard minimum te brengen’. Dat is duidelijke taal, denkt de eenvoudige indonesianist dan; simpeler kan het niet. Maar natuurlijk is het niet zo simpel. Daar gaan we nu eerst eens over praten, van gedachten over wisselen. Lang, uitvoerig, ingewikkeld, binnen de universiteit, binnen het ministerie. Praten, praten, praten. Niet ten onrechte heeft de leider van de rapportsamenstellers zich in interviews herhaaldelijk laten ontvallen dat er veel te veel vergaderd wordt in dit land (en dat zal, tussen haakjes, ook wel de reden zijn geweest dat de commissie in haar raadplegingen een curieuze selectiviteit betracht heeft: vele van de direct betrokken vakgroepen en onderzoeksgroepen zijn niet eens om een mening of een visie gevraagd - maar ach, de lachspiegels en sprookjes die nu door de commissie zijn geproduceerd lijken een afdoende middel om iedere vorm van gejammer en geklaag bij voorbaat in de mantel der liefde te smoren. Laten we maar vriendelijk blijven en niet te veel zeuren, want Het Advies heeft het zo goed met ons voor).
Zijn oriëntalisten voor Nederland belangrijk? Uiteraard zijn ze dat! Niet alleen omdat sommigen van hen erin slagen Haagse ambtenaren het gevoel te geven belangrijk te zijn - waarmee de basis is gelegd voor culturele akkoorden en al die andere internationale samenwerkingsverbanden waarin neo-kolonialisme en paternalisme helaas maar al te vaak de boventoon voeren boven effectieve samenwerking en uitwisseling. De oriëntalistiek rechtvaardigt haar bestaan evenmin alleen uit het feit dat sommige van haar beoefenaars het bedrijfsleven inzicht verschaffen in het denken en doen van samenlevingen waarin investering en afzet lokken en wenken. In een land als Nederland dat, om allerlei historische redenen, een zeer internationaal georiënteerde samenleving vormt, zijn oriëntalisten misschien nog wel van nog groter belang dan elders: veel mensen hier zijn simpelweg nieuwsgierig gemaakt naar wat er elders gebeurt, een aantal van hen wil er wetenschappelijk mee bezig zijn, anderen willen gewoon iets van hen horen teneinde die nieuwsgierigheid bevredigd te weten - en dat moet kunnen in een welvarend land. Het is goed in de kennissenkring een neefje te hebben dat probeert Tagalog of Chinees te leren, en in de krant een artikel te lezen over censuur in Indonesia geschreven door een ter zake kundige journalist. En niets weten van een land waar zo'n 170 miljoen mensen wonen, laat staan van een land waar ruim een miljard mensen wonen - dat is toch een beetje vreemd in deze tijd waarin de communicatiemiddelen alles zo dichtbij halen en ons het gevoel geven in een ‘global village’ te wonen. Iets over verre buren weten is leerzaam en storend tegelijk. Een sprookje, een lachspiegel: zo kan het ook, denk daar nu eens over na, en doe er je voordeel mee. Voortrekkersfunctie, opgeheven vingertje en betweterij zijn daarbij onvermijdelijke uitwassen, hoe irritant ook voor sommigen van ons; juist omdat Nederland zo klein en nederig is kan het een
belangrijke bemiddelende en voortrekkende rol spelen in Europa en in de wereld, wellicht in de politiek, maar zeker ook in de wetenschap, zoals Het Rapport herhaaldelijk terecht benadrukt.
Helaas geen overwegingen van ethische en