W.L. Idema
Twee miljard en een derde
Frits Staal is een sanskritist en de klassieke Indische cultuur is bezeten van onvoorstelbaar grote getallen. Misschien dat het daaraan te wijten is dat in ‘Baby Krishna’ de Chinezen zich al hebben vermenigvuldigd tot twee miljard. Toegegeven, er zijn heel veel Chinezen maar twee miljard is zo'n achthonderdmiljoen te veel. Daartegenover staan, volgens hetzelfde rapport van de Commissie Kleine Letteren, ruim twintig sinologen. Ook dit getal is enigszins geflatteerd indien men zich beperkt tot de vaste staf. Hoe dan ook, of men nu de cijfers van de commissie hanteert dan wel enige bescheiden correcties toepast, ruwweg geldt voor Nederland dat de verhouding sinologen: Chinezen gesteld kan worden als één op de honderd miljoen.
Nu zou men kunnen tegenwerpen dat het huidige aantal sinologen toch ruim voldoende zou moeten zijn als de inhoud van het vak zich zou beperken tot de twee onderdelen Klassiek Chinees en Modern Chinees, die door ‘Baby Krishna’ worden genoemd als de aanwezige voorzieningen. Nu nemen Modern Chinees en, in mindere mate, Klassiek Chinees een belangrijke plaats in in het eerste-fase onderwijsprogramma van de studierichting Talen en Culturen van China. Vanzelfsprekend, want wie kennis wil nemen van een andere cultuur en door wil dringen in een andere maatschappij zal zich eerst en vooral de taal van die samenleving eigen moeten maken, en wel zo grondig dat hij zich niet alleen sprookjes kan laten vertellen maar zelf aan het gesprek kan deelnemen. Taalvaardigheid en filologie zijn echter zelden doel op zichzelf. De kennis van de taal is een middel om de cultuur van China van binnenuit te bestuderen - taalkunde, letterkunde, filosofie, geschiedenis, religie, economie, politie, recht, kunst, enzovoort.
De omvang van de Chinese bevolking is symbolisch voor de lengte van de Chinese geschiedenis en de verscheidenheid van China's cultuur. Door de vroege uitvindingen van het papier (eerste eeuw n. Chr.) en van de boekdrukkunst (achtste-negende eeuw) is het bewaarde bronnenmateriaal voor de periode tot 1800 alleen al onafzienbaar. Voor de moderne periode is de stortvloed van materiaal veranderd in een ware zondvloed. Op de buitenwereld maakt de Chinese cultuur in verleden en heden de indruk van een grote homogeniteit. Niets is echter minder waar: onder het flinterdunne vernis van politieke eenheid en staatsideologie verborg en verbergt zich een onafzienbare verscheidenheid op ieder terrein van het menselijk gedrag, van muziek en theater tot economie en politiek. En dan hebben we het nog niet eens over de vele zogenaamde ‘nationale minderheden’ in China, elk met hun eigen taal, cultuur, geschiedenis en politieke aspiraties!
Natuurlijk is het niet de taak van Nederland alleen om China te bestuderen. Nederland heeft echter wel een lange traditie op dit terrein en het beschikt in de bibliotheek van het Sinologisch Instituut - een van de grootste van Europa - over uitstekende faciliteiten. Met verschillende universiteiten in de Volksrepubliek en op Taiwan worden intensieve contacten onderhouden. In Europa en daarbuiten participeert de Nederlandse sinologie op meer dan volwaardige wijze in het internationale wetenschappelijke bedrijf. Is de sinologie dan wel een ‘kleine letter’? Nee, wanneer we kijken naar de studie van de Chinese cultuur en maatschappij in China en daarbuiten. Ja, wanneer we de positie van het vak in Nederland bezien. De studierichting Talen en Culturen van China bestaat alleen aan de Rijksuniversiteit Leiden en de studenteninstroom is onderhevig aan grote schommelingen. Wanneer de Nederlandse maatschappij er prijs op stelt om ook in de toekomst een bijdrage te leveren