slogan ‘The medium is the message’ gelanceerd. Maar is dat wel juist? Het enkele feit dat kennisoverdracht langs elektronische weg snel is, hoeft toch niet te betekenen dat alle kennisoverdracht nu snel moet en dat bijvoorbeeld in het onderwijs de ontwikkeling van het vermogen tot concentratie en reflectie niet meer centraal moet staan? Makkelijk te consumeren kennisbrokjes (‘snelle modules’) hebben op velerlei terreinen hun nut, maar als in de vorming van de mens daar waar het erop aan komt de verdieping ontbreekt, stelt die hele vorming ondanks alle technologische hulpmiddelen bitter weinig voor. Men heeft de overgang van het boekdruk- naar het elektronische tijdperk weleens vergeleken met die van een mondelinge naar een schriftcultuur. Al is die vergelijking maar ten dele juist, toch loont het de moeite kennis te nemen van wat het onderzoek naar de verschriftelijking van die mondelinge culturen die door geleerden ‘op niveau’ beheerd werden opgeleverd heeft. Wat blijkt is dat de technologie slechts een van vele factoren is die van invloed zijn op de over te brengen kennis. Het zou weleens veel meer van maatschappelijke factoren dan van technologisch kunnen afhangen hoe ingrijpend de gevolgen van de huidige ontwikkelingen zullen zijn. Om nog even tot het functioneren van orale culturen ‘op niveau’ terug te keren: wanneer komt het in ons land tot een dialoog tussen de onderzoekers die zich met Aziatische en Afrikaanse situaties bezighouden en de keltoloog met zijn Europese gegevens?
Tweede voorbeeld: de Europese eenwording. Bewust of onbewust, als individu of in grotere verbanden, is de mens op zoek naar zijn ‘wortels’, al was het maar om zijn actuele bestaan en handelen te duiden respectievelijk te rechtvaardigen. In de vorige eeuw, toen het instituut van de nationale staat geconsolideerd werd, was Rome met zijn organisatietalent het lichtende voorbeeld. Nu de nationale grenzen geleidelijk vervagen en Oost-, Midden- en Westeuropa de wederzijdse banden weer aanhalen, spreekt het adaptatie- en integratietalent van de Kelten tot de verbeelding. In die zin uiten zich althans de organisatoren van enkele belangwekkende tentoonstellingen die dit jaar aan de Kelten gewijd zijn. Aan de grootste, ‘De Kelten en het eerste Europa’ in het Palazzo Grassi te Venetië, die de periode van de zesde eeuw v. Chr. tot het vroege christelijke Ierland bestrijkt, werken praktisch alle Europese landen van de Sovjetunie tot Portugal en Ierland mee.
Echter, volgens de commissie-Staal is de problematiek van de Kleine Letteren niet kwalitatief, maar kwantitatief van aard. Daarom als derde en laatste deze vraag: Waarom stromen de studenten massaal naar enkele grote studierichtingen en daarbinnen weer naar een paar grote specialismen, die vervolgens onder die toeloop haast bezwijken, hoewel de kans op werk voor afgestudeerden uit de ‘grote’ en de ‘kleine letteren’ ongeveer gelijk is? Wellicht is het spreekwoord ‘Wat de boer niet kent, lust hij niet’ ook van toepassing op het hoogstopgeleide (en dus in de regel vermoedelijk intelligentste) deel van de opgroeiende generatie. Om in hun keuze ook dat wat ver en vreemd is - in geografische (Azië Studies) en historische zin (Keltisch) - te kunnen betrekken, moeten de studenten er ooit mee in aanraking gekomen zijn. Ik pleit er daarom voor dat het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs de middelen krijgt om zijn leerlingen voor te bereiden op de keuzes waar zij op de universiteit mee geconfronteerd worden. En aangezien ‘ver’ en ‘vreemd’ ook te maken heeft met manieren van denken, zou het hoogst wenselijk zijn als op het vwo iedere alfa enigzins vertrouwd gemaakt zou worden met de beta-wereld en iedere beta met de alfa-wereld.
Dat de zogenaamde Kleine Letteren een probleem zijn, heeft te maken met een veel groter probleem: dat van de algehele verschraling van ons onderwijs. Aan die verschraling kan pas een eind komen als de verbeeldingskracht weer de plaats terugkrijgt die geüsurpeerd is door het rekenmodel, en als de trukendoos van de organisatiedeskundige niet langer voor de bron van de vernieuwing wordt gehouden.