De Gids. Jaargang 154
(1991)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 505]
| |
Heather Sutherland
| |
[pagina 506]
| |
‘Baby Krishna’. Allereerst zijn daar de belaagde humanisten die een stevige basis hebben in de klassieke traditie; zij pleiten voor een centrale positie van Sanskriet, Arabisch en Chinees; volgen degenen die het visioen voor ogen hebben van Nederland als brug tussen Azië en het Westen; tenslotte zijn er de ministeriële adviseurs die hun diagrammen tekenen en argumenten aandragen voor centralisatie. Deze drie dimensies zijn niet geïntegreerd in een coherente overkoepelende strategie, maar lijken op een piramide die op zijn punt balanceert: een smalle basis die een logge bovenbouw moet torsen. De stimulerende, zij het eigenaardige argumentatie in het rapport van de Commissie Letteren levert een overtuigend pleidooi op voor een veilig behoud van de klassieke Azië Studies. Maar het gevaar is niet denkbeeldig dat dit beperkte pleidooi wordt gezien als alomvattend, met het gevolg dat in de voorgestelde instituten - naar de vreemde logica van de commissie wel de Afrikaanse talen worden ondergebracht, maar niet Japanse geschiedenis of Koreaanse politiek. Het is dan ook van wezenlijk belang het evenwicht te herstellen en de aanbeveling van de commissie om een adviescommissie in te stellen voor de sociale wetenschappen en Azië nauwlettend in de gaten te houden.Ga naar eind2. Een gegarandeerde centrale financiering is inderdaad nodig om wat per definitie minderheidsbelangen zijn te beschermen, maar ik ben sterk gekant tegen elk instituut los van de universiteiten. De crisis in de Kleine Letteren, Azië Studies incluis, is een crisis binnen de universiteiten, en die moet dan ook daar worden opgelost. Terugkoppeling tussen onderzoek en onderwijs, tussen post-docs en aio/oio's is essentieel, evenals het aantrekken van onderzoekers uit een zo groot mogelijk reservoir. Een centraal instituut heeft de functie van erkenning en bescherming van kwalitatief hoogstaand werk, het verlenen van faciliteiten (waaronder de kostbaarste van alle: tijd), en de coördinatie van universitaire activiteiten. Permanente onderzoeksinstituten met een eigen staf leveren prestige op, maar de ervaring in landen van Frankrijk tot Australië wijst uit dat het welzijn van een onderzoekssector in zijn totaliteit meer baat heeft bij een geregelde doorstroming van hoger personeel en nauwe banden met het onderwijs dan met eilandachtige instituties. Een gedecentraliseerd netwerk met een basis in Nederland dat fondsen en faciliteiten biedt in verschillende landen, met regelmatig gehouden centrale workshops en seminars, zou het meest effectief zijn. ‘Baby Krishna’ is stimulerend in zijn beperkingen én in zijn visie. Als we de eerste kunnen verruimen om te verzekeren dat modern Azië en de sociale wetenschappen hun deel krijgen, en als we het laatste op zo'n manier kunnen inperken dat een centraal bestuursorgaan een constructieve maar realistische en bescheiden rol kan spelen, dan zal de Commissie Kleine Letteren haar werk niet voor niets hebben gedaan.
Vertaling M. Bosch |
|