Medewerkers aan dit nummer
maarten asscher (1957) studeerde rechten in Leiden en Amsterdam, en is sinds 1980 werkzaam in de literaire uitgeverij. Samen met Reinier Speelman verzorgde hij een kleine bloemlezing uit de gedichten van Primo Levi onder de titel Op een onzeker uur (Meulenhoff 1988, 19892).
marc groenhuijsen (1956) is hoogleraar strafrecht en strafprocesrecht aan de Katholieke Universiteit Brabant.
peter van ham is verbonden aan de Vakgroep Politieke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit te Leiden.
klaas koetje (1958) is schrijver en af en toe videokunstenaar, radiomaker, bouwvakker, journalist en zeefdrukker. ‘Het Doppler-effect’, zijn eerste literaire publikatie, is een verhaal uit een bundel met de werktitel Na de oorlog. Voorts is een roman in wording en schrijft hij regelmatig hoorspelachtige bijdragen voor de lokale radio in Groningen. In de jaren tachtig heeft hij twee videotheaterstukken gemaakt, enkele videoinstallaties en vele videotapes geëxposeerd en diverse teksten geschreven voor een theatrale popgroep waarin hij stem en toetsen voor zijn rekening nam.
connie kristel (1955) studeerde nieuwe en theoretische geschiedenis. Een bewerking van haar doctoraalscriptie over de repatriëring van de Nederlandse overlevenden uit de Duitse concentratiekampen verscheen in het Jaarboek van het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie (1989). Zij is recensente voor het Zaterdags Boeken Bijvoegsel van nrc Handelsblad.
herman liebaers (1919) studeerde Germaanse filologie. In 1955 behaalde hij aan de Rijksuniversiteit te Gent zijn doctorstitel met een proefschrift over de Zuidnederlandse jaren van Hélène Swarth. Van 1956-1973 was hij hoofdconservator van de Koninklijke Bibliotheek te Brussel en van 1974-1981 grootmaarschalk van het Hof te Brussel.
willem schoonen is wetenschapsredacteur bij het dagblad Trouw.
michael tophoff (1939) publiceerde gedichten en korte verhalen in diverse tijdschriften, voorts de romans De falende stad (1965), Leeg te aanvaarden (1966), Vertrektijden (1968), De nabijheid en de adem (1974) en Het kanaal (1988).
max weisglas (1921) schreef zijn beschouwing ter nagedachtenis aan zijn broer en diens vrienden die - verenigd in de jaren dertig in het Anti-Fascistisch Studenten Comité - van oktober 1935 tot april 1937 De Sleutel het licht deden zien.
jolande withuis (1949) studeerde sociologie aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde in 1990 op Opoffering en heroïek. De mentale wereld van een communistische vrouwenorganisatie in naoorlogs Nederland, 1946-1976. Zij doceerde vrouwenstudies aan de Vrije Universiteit en de Katholieke Universiteit Nijmegen, publiceerde in diverse tijdschriften en is als recensente verbonden aan nrc Handelsblad.