De Gids. Jaargang 154
(1991)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 208]
| |
[pagina 209]
| |
Aan het waterLangzaam, heel langzaam vliet de rivier voorbij,
wast mijn handen, en door mijn handen
mijn wangen, mond en ogen en de zon komt
als een warme, gele zijden doek en droogt
alles genadiglijk af.
| |
[pagina 210]
| |
Voor de brugIn het water groeit het schip sterk aan,
schrijft voortzeilend beroering op het water.
Drie meeuwen als speelgoed aan onzichtbare
draden boven de achtersteven. Zonder hulp
beweegt het schip voort. De brug gaat open.
Water woelt in zichzelf. Roerganger in oktober.
Keerzijde van het plaveisel geeft duiven prijs.
Als zwartsel is hun hemel. Snel daarheen
waar op een uur het geluk lacht. Stroomafwaarts.
Het licht is opnieuw jong in de ochtend.
Een geur die lokt. Tegen de kracht der zwaarte
in verheft het zich: de weerspiegeling van jou,
dat die niet wijkt als herinnering of verlangen.
Ik dacht aan een huis waar de tijd verblijft.
Thuis is waarvandaan men begint. Muziek
voor een eenzaam oor klinkt er, en versterft.
Van hoe het vroeger was zien we slechts reflectie.
In dit uiteenvallende leven scherpt drift de zinnen,
ik zoek je niet, achter me staat iemand die voort wil.
| |
[pagina 211]
| |
GetweeënHet loopt tegen middernacht en het is gaan regenen,
de stad klinkt of ze slaapt, maar vreemd, niemand hoort
's nachts te slapen: men moet wakend al het mogelijke
nog eens nalopen en de beloften van toen - toen het opstel
op school nooit mocht beginnen met toen. Maar wat is
het geschrevene waard als vroeger noch eertijds
iets mocht betekenen in je kleine, pas afgebakende wereld?
Als jij er niet was wie heeft je ogen gezien en je stem gehoord?
Met wie vormde je een span getweeën dat niet kapot kon?
Hoe dikwijls heb ik onder regen op een vreemd dak liggen
denken aan thuis. De regen had veel weg van een wagen.
Zo haak ik naar leidsels. Beloften zijn leidsels. Ze hitsen
je voort en terug. Kijk, en je lijkt niet vooruit te komen,
alsof tussen jou en wat komt en alras voorbij zal zijn niet
de ruimte afneemt maar de tijd. Wees leeg voordat je gaat slapen.
|
|