De Gids. Jaargang 153

(1990)– [tijdschrift] Gids, De– rechtenstatus



[pagina 748]
Emma Crebolder Kurwa en DotoGa naar voetnoot* I een fiere jongen reed te paard waar Kurwa iedere dag het pad met zo'n welwillendheid betrad dat zij niet zag dat de blik vol open streling haar gegolden had pas toen de grond gekliefd voer zij blozend uit de aarde op en wachtte bleek eenzelvig de hoge zon en keerde om naar 't pad waar hij gereden had maar de jongeling nam Doto de tweelingzus die zorgeloos getooid iets eerder kwam

[pagina 749]
II na het verraad was haar grens verschoven met de schaduw van een vreemdeling verkleefd naamloos schuw ontmanteld wachtposten waren gedood en zij vogelvrij door leemten stond gekrompen tot op 't eelt aan onteigende voeten toch droop honing in gaten deed haar in giraffendraf soepel grenzeloos ontwaken uit haar bewegen bleef een geur van oogsten slaan lang nadat zij was voorbij gegaan

[pagina 750]
III Kurwa bleef aan oude grond en haar zoet bewegen deed vermoeden dat zij de moeder was van allen die nog ongeboren wachten tot zij zich openen zou Doto liet zich door de handelsman 't sieraad van de stad invoeren als een prinses uit Duizend en één nacht en pas na jaren ging zij terug met vrienden voor de jacht op parelhoenders maar een slang viel op de zorgeloze die ommuurd door pijn besefte dat hier haar dodendans zou zijn	voetnoot* Een tweeling wordt bij de Bantoes vaak, in volgorde van geboorte, Doto en Kurwa genoemd.