De Gids. Jaargang 153
(1990)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 633]
| |
Frans Heiligers
| |
Media-bestandVan de acht dagbladen verschijnen er vier 's ochtends en vier 's middags. De ochtendbladen zijn Extra, Ultimo Noticia en Noticiero in de lokale taal, het Papiamentu, en The Curaçao Gazette in het Engels. De middagkranten zijn Nobo en La Prensa in het Papiamentu en Beursen Nieuwsberichten en Amigoe in het Nederlands. Dan is er nog het Nederlandstalige weekblad De Curaçaosche Courant, dat sinds enkele jaren niet meer uitsluitend als officieel publikatieblad van de overheid fungeert, maar deze rol tracht te combineren met achtergrondartikelen over actuele ontwikkelingen. Sinds december vorig jaar is er het Engelstalige maandblad Business Curaçao in krantvorm met - zoals de naam al aanduidt - vooral aandacht voor economisch en bedrijfsnieuws. Er zijn ook tijdschriften in kleur met een minder reguliere verschijningsfrequentie, zoals Independiente en Know how. Er verschijnen verder tal van andere periodieken zoals personeelsbladen, nieuwsbrieven, informatiebulletins, en dergelijke. Daarnaast telt Curaçao 10 radiozenders, 4 op de am-band en 6 op de fm-band. Vier radiostations zenden dagelijks op de am-band uit, te weten Radio Hoyer 1, Radio Hoyer 2, Z-86 (Curom) en Radio Caribe. De zes fm-zenders zijn Radio Hoyer 1, Radio Hoyer 2, Radio Kòrsou fm (met een tweede zender met een wat kleinere actieradius), Z-fm en Radio Paradise. Overdag hebben Radio Hoyer 1 en 2 op de am- en de fm-band dezelfde programmering, hoewel het technisch mogelijk is om elk los te koppelen en dan zijn er vier zenders van Hoyer in de lucht. De programma's van de radiozenders zijn hoofdzakelijk in het Papiamentu, met uitzondering van Radio Paradise (bulletins in het Nederlands, Papiamentu, Engels en Spaans), Radio Hoyer 2 (Nederlands) en Radio Kòrsou (Nederlands en Papiamentu). Met gemak kunnen op Curaçao uitzendingen worden opgevangen van radiostations in de nabijheid, | |
[pagina 634]
| |
bijvoorbeeld Venezolaanse stations als Radio Caracas 750, Radio Coro en Radio Aeropuerto, maar ook de werelduitzendingen van Radio Nederland Wereld Omroep en Trans World Radio, beide vanaf het buureiland Bonaire. Vergeleken met de kranten en radiostations lijkt TeleCuraçao (Antilliaanse Televisie Maatschappij) zich op het eerste gezicht te kunnen verheugen in een monopoliepositie, ware het niet dat de ontvangstmogelijkheid van buitenlandse zenders het lokale tv-station een grote concurrentie aandoet. Sinds de oprichting van de atm dertig jaar geleden moet om de gunst van de kijkers gestreden worden met Venezolaanse tvstations als Venevision en Radio Caracas Television. Terwijl de overheid het lokale tvbedrijf stiefmoederlijk behandeld heeft, zijn de Venezolaanse stations kwalitatief enorm vooruitgegaan. Bovendien is in 1985 de ‘black box’ ingevoerd waardoor abonnees de hele dag uitzendingen kunnen volgen van Amerikaanse giganten als cnn, tbs, hbo en espn. Met een schotelantenne kunnen nog meer uitzendingen van buiten worden opgevangen. Trouwens, de voorbereidingen zijn al in een vergevorderd stadium om dit najaar een tweede tv-zender op te starten die voornamelijk Curaçao en Bonaire zal bestrijken. Hoewel er in de jaren zeventig al commentaar was op de te grote lokale mediadichtheid, zijn er sedertdien toch media bijgekomen en heeft geen van de bestaande afgehaakt. De kranten van recente datum zijn Noticiero (1987), Ultimo Noticia (1982), The Curaçao Gazette (1988) met jonge radiostations als Z-fm (1987), Radio Paradise (1989) en de tweede zender van Radio Kòrsou fm (1989). Kortom, een toename van zes media in het laatste decennium. | |
VerschijnselIn een advies aan de Antilliaanse RegeringGa naar eindnoot1 maakte de toenmalige directeur van de Staatsdrukkerij in Den Haag, de heer Th.H. Oltheten, in 1978 al gewag van een hoge mediadichtheid op de Antillen (Aruba incluis). Dit was volgens hem niet zo vreemd, omdat dit verschijnsel meer voorkomt in meertalige (ei)landen met een parlementaire bestuursstructuur. Het Nederlands is nog altijd een officiële taal voor de Bovenwindse en de Benedenwindse eilanden, terwijl Engels daarnaast op de Bovenwinden algemeen de voertaal is, net als Papiamentu op de Benedenwinden. Dit zijn ook de drie talen die de lokale media bezigen. Andere landen met min of meer vergelijkbare omstandigheden die Oltheten indertijd aanhaalde, waren Malta (zes dagbladen, drie in het Engels en drie in het Maltees, op 325.000 inwoners) en IJsland (vijf dagbladen in het IJslands, dat gelijk Papiamentu verder nergens wordt gesproken, op 214.000 inwoners). Een ander voorbeeld was Zwitserland met vier officiële talen. Daar verschenen toen 292 kranten (waarvan 120 dagbladen) op een bevolking van 6 miljoen. Oltheten merkte eerst fijntjes op dat de mediabedrijven in Zwitserland door hun goede, efficiënte en veelzijdige organisatie hun bestaansrecht waarmaken, om daarna uit de doeken te doen wat de structurele tekortkomingen zijn van de media op de verschillende eilanden. In grote lijnen is de situatie die Oltheten toen schetste nog altijd van kracht. De overheid heeft niets met zijn adviezen gedaan en er is eerder sprake van een verdere verslechtering dan van een verbetering. | |
CommercieelGeen van deze media behoort (meer) toe aan kerkelijke, etnische of andere groepen en ze zijn ook minder dan voorheen direct verbonden aan een bepaalde politieke partij. De meeste Papiamentstalige dagbladen zijn ook niet ontstaan omdat de markt erom vroeg, maar na een ordinaire vete of uit wraakgevoelens jegens uitgevers van andere kranten. Met de opkomst van de Papiamentstalige dagbladen in de jaren zestig deed de sensatiepers haar intrede. Ironisch genoeg heeft een | |
[pagina 635]
| |
van de roddelbladen van het eerste uur, Extra, zich ontwikkeld tot een van de betere kranten.Ga naar eindnoot2 Bij de verschijning van elke nieuwe krant zakte het peil wat verder, omdat elke nieuwkomer de aandacht van het publiek moet trekken. Alle media op Curaçao (net als op de rest van de Antillen en Aruba) worden immers commercieel beheerd. De inkomsten worden hoofdzakelijk gegenereerd uit reclameboodschappen van de overheid en de private sector. Hoe hoger de leesdichtheid, des te beter voor de adverteerders. Een enkele uitzondering daargelaten komt het erop neer dat de ethische en financiële normen verlaagd worden om in de gunst te vallen van het grote publiek, en bij gevolg van de adverteerders. De radiostations daarentegen stimuleerden elkaar sinds de jaren zeventig juist tot betere programma's. Z-86 (Curom) gaf daartoe de aanzet en bewees dat ook in het Papiamentu kwaliteitsprodukten geleverd kunnen worden. Deze positieve concurrentie bij de radiostations is verstoord toen Radio Caribe met roddelrubrieken kwam onder het mom van nieuwsvoorziening en zo een groot luisterpubliek aan zich wist te binden. TeleCuraçao heeft nooit echt uitgeblonken, maar door de ‘impact’ van het medium altijd een bepaalde kracht en een graad van geloofwaardigheid weten te behouden. | |
WeerslagDe kwalitatieve stagnatie bij de media als gevolg van een dunner wordende spoeling heeft haar weerslag op het algemene mediaprodukt. Zoals overal elders worden ook de betere media de dupe van de afkalving van de markt. Zij streven naar kwaliteitsverbetering met gekwalificeerde krachten en adequate apparatuur, maar kunnen door mindering in inkomsten niet altijd de vereiste investeringen doen. Frustrerend is het tevens dat roddels gretig aftrek vinden in tegenstelling tot een journalistiek produkt van hoger gehalte waar veel geld, tijd en energie in zijn gestoken. De directrice van Uitgeverij Amigoe, mevrouw Ingrid de Maayer, wijst beschuldigend in de richting van een deel van het bedrijfsleven.Ga naar eindnoot3 Zij hekelt de hypocrisie van zakenlieden die zich quasi bezorgd tonen over het dalende peil van de lokale journalistiek, maar bewust hun advertenties plaatsen in bladen die door hun sensationele berichtgeving de meeste lezers trekken. Deze zakenlieden zijn er moeilijk toe te brengen om een deel van hun advertentiebudget te investeren in positieve projecten van verantwoordelijke media. Als gevolg van een krapte op de advertentiemarkt zijn adverteerders zich bewust geworden van hun sterke positie. Hier en daar heeft dat geresulteerd in een grotere greep van de adverteerder op de directie en (hoofd)redactie van media die zich daarvoor lenen. De adverteerder speelt eerst de media tegen elkaar uit om grote kortingen te bedingen. Vervolgens verlangt hij dat er gunstig over zijn bedrijf of produkt wordt geschreven. Verschillende media die verlegen zitten om advertenties (= inkomsten) gooien hun principes overboord en verpesten de markt voor allen. Zelfs rechterlijke vonnissen voor rectificatie en/of schadeloosstelling vanwege belediging en aantasting van de goede naam en eer worden per saldo ten eigen voordele aangewend. Een rechtszaak vergroot de belangstelling voor het blad, wat in elk geval voor de duur van het rechtsproces leidt tot hogere verkoopcijfers. De schadevergoeding is dan nog maar een peuleschil. Over de eigen reputatie maken de bevoegde personen bij dergelijke media zich geen zorgen. | |
ExodusHet spreekt voor zich dat betere journalisten elders hun heil zoeken. Sinds enkele jaren is er een ware exodus uit de journalistiek van vooral journalisten met een gedegen opleiding. In het bijzonder voor media die zich inzetten voor een beter produkt is deze leegloop een dreun. De oud-journalist Paul Comenencia, nu | |
[pagina 636]
| |
pr-functionaris van de Kamer van Koophandel, haalde zich veel kritiek op de hals toen hij op grond van zijn evaluatie tot de conclusie kwam dat er 12 gedegen journalisten waren op 15 media.Ga naar eindnoot4 Dat is een gemiddelde van minder dan één per medium. Deze ferme uitspraak is nimmer door de critici ontzenuwd. Ook om arbeidstechnische redenen bestaat er weinig animo bij de betere journalisten voor een baan bij de media. Door de kleinschaligheid, gecombineerd met de steeds dunner wordende spoeling op de markt, functioneren de te kleine, zwaarbelaste redacties onder uiterst marginale omstandigheden. Daarnaast zijn de toch al povere arbeidsvoorwaarden vervat in individuele arbeidsovereenkomsten die sterk verschillen van geval tot geval. Wel wordt iedere journalist ingepeperd dat hij 24 uur per dag in dienst is van het medium en altijd moet opdraven... vooral als het om ‘een belangrijke klant’ gaat! Mede door deze gang van zaken voelen steeds minder jongeren zich geroepen om een studie in de journalistiek of ander mediawerk te volgen. Recentelijk afgestudeerden in dit vakgebied slaan zelfs een baan in de journalistiek over om meteen elders aan de slag te gaan waar betere arbeidsomstandigheden gelden en zij eerder bevrediging in hun werk verwachten. Wat men daarentegen ziet is dat steeds meer personen de journalistiek ingaan die nergens anders meer aan de slag kunnen. | |
MediajungleTerwijl de journalisten zelf hun beroep hoog aanslaanGa naar eindnoot5 blijkt het publiek daar minder positief over te denken (zonder dat dit overigens blijkt uit de verkoop-, luister- en kijkcijfers!). In de gemeenschap gaan herhaaldelijk stemmen op voor regulering van wat algemeen een mediajungle wordt beschouwd. Premier Maria Liberia-Peters en de haar goed gezinde stichting ‘Un mihó hende, un mihó Kòrsou’Ga naar eindnoot6 (Een beter mens, een beter Curaçao) hebben beide openlijk gepleit voor een controle-orgaan voor de media op grond van een kennelijk niet te stuiten verdere degradatie van de normen in de media. Het enige protestgeluid hiertegen kwam van oud-hoofdredacteur Henk van Delden.Ga naar eindnoot7 Voor de rest kon men zelfs ontwaren dat er vrij algemeen begrip is gegroeid voor een dergelijke stap. Want hoe meer de tolerantie van de gemeenschap door de media op de proef wordt gesteld, des te minder mensen voelen zich geroepen om te protesteren tegen deze directe aantasting van de journalistieke vrijheid. Juist omdat er binnen de mediawereld zelf geen aanstalten worden gemaakt om op enige wijze orde op zaken te stellen, groeit reëel het gevaar dat de overheid en particulieren bezig zijn de media op Curaçao een dwangbuis aan te meten. Merkwaardig genoeg zijn het bepaalde media op dit eiland die met hun laakbare gedrag zelf een voedingsbodem creëren om de grondwettelijke vrijheid van drukpers en die van radio- en tv-uitzendingenGa naar eindnoot8 zelfs maar ter discussie te stellen. |
|