[Reactie op W. Stokvis]
Lang leve de autonome kunstenaar(es?)???
Willemijn Stokvis heeft een uitdagend artikel geschreven. Uitdagingen zijn typisch iets voor een avant-garde. Dus is Willemijn Stokvis daarmee totalitair? Dergelijke snelle, simpele redeneringen zitten achter haar - qua uitdaging te prijzen - artikel.
Als een groep stelt dat men zich moet overgeven aan spontaniteit en toeval, interpreteert Stokvis (p. 8 van haar artikel): ‘dat wil zeggen dat men het bewuste denken en het bewust een keuze doen moet uitschakelen en zich moet overgeven aan elementen (wetten) die buiten de menselijke wil om werkzaam zijn, een kenmerk, om met Hannah Arendt te spreken, van totalitair denken.’ Ten eerste zou dus, volgens Stokvis, spontaniteit bewuste keuzes uitsluiten. Maar keuzes maken moet en doet men altijd (zie ook Rik Lina's reactie). Ten tweede heeft de dominantie van de (westerse) Rationaliteit, in ieder geval in politiek opzicht, tot heel wat ellende geleid. (Denk alleen al aan de exploitatie van de zogenaamde Derde Wereld). En ten derde is mijns inziens haar beroep op Hannah Arendt ook niet zo gelukkig. Als er een filosofe is geweest die bang was voor de spontaniteit van de ‘massa’, dan was zij het wel. En Arendts idealisering - in bijna al haar boeken - van de Griekse Stad-Staat doet haar vergeten hoe totalitair die Staat was (door 90%, dat wil zeggen alle vrouwen en slaven, het werk te laten doen en hun geen stem te geven, kon inderdaad 10% van de Grieken de Ratio uitvinden en filosofische debatten houden). Dat de nadruk op spontaniteit van veel avant-gardebewegingen niet heeft voorkomen dat velen in deze bewegingen ervan uitgingen dat zij het bij het juiste eind hadden, en veelal autoritair (en niet totalitair) naar andersdenkenden optraden, lijkt mij een terechte constatering van Stokvis. Helaas geldt deze kritiek voor bijna elke richting (zowel in de politiek, als in de kunst, als in de wetenschap) die zichzelf probeert te profileren tegenover andere bestaande ‘richtingen’. Dit lijkt me dan ook een punt waarop voortdurend kritiek nodig is, evenals op het punt van uitsluiting van vrouwen (maar om dat speciaal aan de avant-garde op te hangen is - jammer genoeg! - een gotspe).
Stokvis' oplossing om aan de hand van grote en minder grote kunstenaars - en kunstenaressen? - die op indringende manier uitdrukten wat er gaande was in hun tijd - en dus kennelijk geen hang naar het telkens nieuwe vertoonden? - de geschiedenis van de moderne kunst te beschrijven, vind ik teleurstellend en onzinnig. Alsof alleen ‘eenlingen’, niet beïnvloed door stromingen (?), een juist gezichtspunt kunnen hebben. Alsof alleen ‘het individu’ ‘tot essentiële, creatieve uitingen komt die dan ook nog voor zichzelf (haarzelf?) spreken’. Kom nou! Het idee van de eenling die autonoom denkt en werkt, en dus boven ‘de’ werkelijkheid zou staan, zijn we toch wel voorbij?
Amsterdam, 22 februari 1990,
Saskia Poldervaart