Laurens van Krevelen
De uitgever tussen stijl en trend
Erasmus prees de Venetiaanse uitgever Aldus Manutius om diens voortreffelijke selectie van teksten, om de getrouwheid van de inhoud van zijn boeken en om de prachtige presentatie dankzij een goede keuze van formaten en lettersoorten; die stijl van uitgeven maakte Aldus, volgens Erasmus, evenzeer onsterfelijk als grote wetenschapmensen en schrijvers dat kunnen worden op grond van hun werken. Toch hebben maar weinig uitgevers blijvende faam gekregen buiten de kleine kring van specialisten in de boekgeschiedenis. Het publiek - zelfs het onderlegde publiek van intensieve boekenlezers - blijkt doorgaans nauwelijks te weten wat een uitgever precies doet, laat staan dat men een opvatting zou hebben over diens stijl.
Een uitgever ontleent zijn reputatie en zijn eventuele stijl aan zijn ‘fonds’; dat wil zeggen, aan het geheel van zijn selectie van uitgegeven werken, en aan de presentatie daarvan aan het publiek. Het uitgeversfonds is dus niet identiek aan alle leverbare voorraden.
In de afgelopen jaren is de term ‘uitgever’ steeds vaker in het nieuws geweest, en dan meestal in verband met overnemingen en fusies van bedrijven. Wie het financiële nieuws volgt, weet dat ‘uitgevers’ de lievelingen zijn geworden van speculatieve beleggers. Daar betekent een ‘uitgeversfonds’ niet het ‘fonds’ van een uitgever, maar vooral een veelbelovende beursnotering van een mediaconcern. Dergelijke concerns en conglomeraten hebben niets gemeen met de persoonlijke uitgevers, die met hun fonds een herkenbare stijl trachten te ontwikkelen. In mediaconcerns en conglomeraten is er hoogstens sprake van een eigen ‘huisstijl’, maar met stijl in eigenlijke zin heeft de huisstijl niets uitstaande. Mediaconcerns kunnen via hun publicitaire en commerciële activiteiten wel een ‘trend’ ontketenen, maar een trend is op zijn best een banaal surrogaat van stijl.
Als er zoiets bestaat als een stijl van uitgeven, dan is die afhankelijk van het persoonlijke stempel dat uitgevers of uitgeefteams drukken op hun manier van selecteren en presenteren. Of zij nu worden gefinancierd door mediaconcerns of op een andere wijze is daarbij van weinig betekenis. Wel zal een zelfstandige uitgever doorgaans meer kans hebben om zijn eigen stijl te ontwikkelen, omdat hij in een concern al gauw gehinderd wordt door een onpersoonlijke huisstijl of door het concernbeleid.
Uitgevers van boeken zijn er, globaal gesproken, in twee soorten. De meesten maken hun boeken voor een markt van lezers, en zoeken daar de geschikte auteurs bij; zo ontstaan kookboeken, reisgidsen, leer- en studieboeken, naslagwerken en dergelijke. De stijl van de lezersmarkt is voor dergelijke uitgaven bepalender dan de uitgeefstijl. Een kleine minderheid van uitgevers gaat uit van het werk van auteurs waarvoor zij een lezersmarkt hopen te interesseren; dat geldt voor literaire boeken, voor essays en voor culturele studies en beschouwingen, kortom voor boeken waarin de originaliteit en de vernieuwende inhoud centraal staan. Op dit literaire en culturele deel van de boekenmarkt kan de stijl van de uitgever ertoe bijdragen dat zijn nieuwe boeken bij voorbaat interesse wekken bij de lezers die