zucht, dus streven naar macht en vergroting van macht. Deze stijl is zo invloedrijk gebleken dat de balancerende en reagerende stijl zich nooit tot werkelijk alternatief heeft kunnen ontwikkelen, omdat deze stijl van de onafhankelijkheid diverse elementen van de imperiale stijl heeft overgenomen.
Waar tref je nu deze imperiale stijl in de internationale politiek aan? In de eerste plaats kun je nu denken aan soldaten en manschappen. Een even effectief middel om macht te demonstreren en de imperiale stijl te volgen is stedebouw en het oprichten van monumenten en standbeelden geweest. Wandelingen in de hoofdsteden van de grote mogendheden van vroeger en nu kunnen het begin worden van een archeologie, geschiedschrijving en sociologie van de macht en de imperiale stijl. Wanneer men deze verkenningen aanvult met bezoeken aan de financieel-economische metropolen en de paleizen van de economische macht en tenslotte niet verzuimt de casino's, gokhuizen en andere plaatsen van vertier te verkennen, komen langzamerhand de contouren van de imperiale stijl in de internationale politiek te voorschijn.
Dergelijke bouwwerken en monumenten zijn zichtbare symbolen van macht, maar tegelijkertijd laten ze ook de grenzen van de macht zien. Je kunt nu eenmaal met behulp van ruiterstandbeelden niet aanvallen en veroveren. Manschappen en bewapening kenden vaak deze beperkingen van de macht niet. Een heerser kon zijn macht en rijkdom vooral demonstreren door zijn manschappen en wapens te gebruiken ten behoeve van militaire parades en protocollaire doeleinden. Dergelijk vreedzaam en beperkt vertoon van macht werkte in vroeger eeuwen vaak even effectief als de omvangrijke militaire parades uit de twintigste eeuw waarin duizenden en duizenden soldaten in dreunende ganzepas voorbijmarcheerden en talloze wapensystemen in grote aantallen gedemonstreerd werden. Sommige stedebouw, bouwwerken, monumenten en sculpturen zijn toonbeelden van ‘versteende of gefossiliseerde’ dictatuur. Ze spreken de taal van de macht en de machthebbers. Het zijn vaak fantasieloze neoclassicistische bouwwerken met behulp waarvan de heerser of usurpator zich een eeuwenlange traditie wilde verschaffen. Het liefst komt een nieuwbakken vorst of dictator uit op het Romeinse imperium. De bouwwerken die heersers hebben laten verrijzen, geven een goed inzicht in de verleden stijl in de internationale politiek zoals deze gevormd is door rovers, plunderaars, veroveraars, usurpatoren, onderdrukkers, overweldigers, massamoordenaars, despoten en dictatoren. Stedebouw en sommige bouwwerken weerspiegelen de politieke verhoudingen van vroeger en nu. Ze zijn versteende politiek en openbaren een zeer speciaal soort politiek denken.
Terwijl oorlogvoering, plundering, brandschatting, massaslachting, executies etc. extreme demonstraties van macht zijn en tegelijkertijd zeer adequaat de dominerende stijl in de internationale politiek weergeven, kunnen paleizen, overwinningsmonumenten, ruiterstandbeelden en zelfs ook oorlogskerkhoven dezelfde functies vervullen en ze stinken niet naar dood en verderf. Integendeel: de schijn van de cultuur wordt gewekt. Na verloop van tijd wordt elke usurpator en dictator of eventueel zijn opvolger wel een cultuurbeschermer of mecenas. In de negentiende en twintigste eeuw toen hun tronen wankelden dankzij de democratie hebben vertegenwoordigers van oude vorstenhuizen (Habsburg, Romanov, Hohenzollern, Wittelsbach etc.) hun hoofdsteden en hun landen bezaaid met bouwwerken in de imperiale stijl. Usurpatoren zoals Bonaparte, Napoleon 111, Lenin, Stalin, Mao, Hitler en Mussolini hebben hun voorbeeld gevolgd. Tot mijn schrik moet ik telkens weer vaststellen dat hoofdsteden en steden van landen waar de bakermat heeft gestaan van de balancerende en reagerende stijl van de onafhankelijkheden ook in overvloed bouwwerken bezitten die in de imperiale stijl opgetrokken zijn. Biedt bijvoorbeeld Washington niet een geheel verwarrend beeld met een in de balancerende stijl opgetrokken Witte Huis, terwijl