ken met het cricketveld te knoeien.
Betaal daarenboven de scheidsrechter, schudt op een mensonterende manier de hand van je tegenstander (tafeltennister Bettine Vriesekoop), koop van geheime misdadigers zakken vol anabole steroïden en kweek je eigen zes tot acht benen en ten minste twee borstkassen. Het gaat om het winnen. Wees louche, dat is het beste.
Toen de Belgische voetballer Marc van der Linden vorig seizoen op heterdaad door de Antwerpse politie werd betrapt bij het verschepen van gestolen bontjassen naar Panama, lag de toekomst voor hem open. Bontjassen. Zonder verder te lezen droomde ik al weg naar een spannende wereld van dealers en handlangers, Lugers en tussenpersonen, records, verlengingen, kramp en, Marc van der Linden: Havana tussen de kiezen, handen aan het stuurwiel van een Amerikaanse cabriolet. Langzaam rijden we langs de kaaien van de oude haven met de verlaten pakhuizen vol bontjasjes. Een hoer leunt tegen een regenpijp. Een dronken zeeman heft nog een keer de fles en verdwijnt in een donkere steeg.
Een gevoel van bewondering overviel me. Bontjassen: wat moet je dan gepokt en gemazeld zijn in het harde bedrijf van geven en nemen, van louche managers en malafide makelaars die de sportwereld bevolken. If you can't beat them, join them.
Het zaakje was nog onder de rechter toen Van der Linden al een lucratief nieuw tekende voor het machtige Anderlecht, een week later maakte hij zijn entree in de Belgische nationale ploeg en schoot in Lissabon van veertig meter uit een onmogelijke hoek op het Portugese doel: 1-0.
De Nederlander Tsjeu la Ling, ex-Ajax en het Nederlands elftal, verkocht jasjes van kurk. Tsjeu beschikte over een schitterende stijl zowel in als buiten het veld. Ik word nerveus van een voetballer als Jurgen Klinsmann van Vfb Stuttgart. Die doet sociaal werk, bezoekt gevangenen in de cellen en deelt handtekeningen op de luchtplaats uit. Je hebt ook politiek bewuste middenvelders. Duizendmaal liever lees ik een interview met trainer Frits Korbach.
Vraag: ‘Wat leest u?’
Antwoord: ‘VI en alles wat mijn vrouw nog los koopt.’
Of met Rob Witschge.
Vraag: ‘Wat is je lievelingsgerecht?’
Antwoord: ‘Kip Caramba.’
In de zomer, wanneer Maradona niet voetbalt, wordt hij vaak tien kilo zwaarder. Als je hem dan een scherp gesneden bontmanteltje aan zou passen, kan hij zo in een film over Chicago in de jaren twintig. Diego heeft het postuur van een gokkoning in Hongkong. Ik zie hem uit de Rolls stappen, bontjas losjes om de schouders, wandelstok in de hand, oorringetje in, menslievende glimlach om de lippen, recht op tuchtcommissievoorzitter De Haas af, die toegeeft dat het een schitterende aanblik is.
(Maradona is, net als Don Corleone in The Godfather, gek op kinderen. Zijn grootste wens, las ik laatst, is een afscheidswedstrijd in een stadion met tachtigduizend kinderen.)
Maradona was eens op een bruiloft in de buurt van Napels. De bruidegom zou een vooraanstaande figuur van de maffia zijn. Connecties met de maffia. Ik geloof die geruchten. En toen stond opeens het volgende anp-bericht in de krant: ‘Maradona naar Marseille? Tapie zou Maradona een hoge functie in zijn keten van bedrijven hebben aangeboden en zelfs van plan zijn een zaak op te zetten in Argentinië met Maradona als vennoot en vertegenwoordiger van de groep-Tapie.’
Dat klinkt als de Nederlandse voetballer Ruud Suurendonk, ex-az, die Hoofd Stereo van de sponsor van Europa Cup 3-winnaar az '67, het warenhuis Wastora, werd.
Maradona is toch geen vertegenwoordiger of fileaalhouder van iets? Sport Zürich onthulde wie de ontmoeting tussen Tapie en Maradona tot stand had gebracht.
Michel Basilevitch.
Dat bericht was dus niet waar. Er zit een schitterende wereld van kurkkoningen, cocaï-