levich pas later kwam om daarna een steeds grotere vlucht te nemen. Het is natuurlijk de vraag in hoeverre die latere opvattingen over het Zwarte Vierkant - in het licht van de geschiedenis, zal ik maar zeggen - iets verklaren over het ontstaan ervan. Daarbij komt dat de meeste theorieën, ook die van Malevich, niet de bedoeling hebben veel te verklaren, maar eerder het mysterie voeden. Dat ligt in het verlengde van de manier waarop het Zwarte Vierkant voor het eerst geëxposeerd werd, schuin in een hoek op de plaats die traditioneel aan de heiligste hoofdikoon was voorbehouden. In het Stedelijk heeft men nu een ronde variant bedacht om (een andere versie) van het Zwarte Vierkant te presenteren, bijgenaamd ‘de kapel’.
De behoefte aan verklaringen was vanaf het allereerste begin zeer groot. Omdat het suprematisme zo radicaal schoon schip maakte met de traditionele kunst en de geijkte kijkgewoontes dat niemand wist hoe hij moest kijken en wat hij geacht werd te zien. Daarbij zal een uitspraak als: ‘Het
Zwarte Vierkant is geen onbewuste vorm. Het is de schepping van intuïtieve rede. Het gezicht van de nieuwe kunst. Het vierkant is een levende, vorstelijke zuigeling. De eerste stap van zuivere creatie in kunst’
Kazimir Malevich, Zwart suprematistisch vierkant (1914), State Tretiakov Gallery Moskou
(Malevich), niet echt behulpzaam zijn geweest. De criticus Benois sprak van een ‘weerzinwekkende verwoesting’. Wat de verwoesting betreft had hij gelijk, voor het overige niet.
Er moest op een nieuwe manier gekeken worden. Malevich beweerde dat we ons bewustzijn moeten leren ‘alles in de natuur niet als echte voorwerpen en vormen te zien, maar als materiaal, als massa's waarvan vormen gemaakt moeten worden, die niets gemeen hebben met die natuur’. Maar de waarneming laat zich maar moeilijk veranderen en is bovendien aan bepaalde wetmatigheden gebonden. De vraag is gerechtvaardigd wat we in het geval van het Zwarte Vierkant en andere suprematistische werken nu werkelijk zien.
Volgens de huidige inzichten bouwen we al waarnemend een ‘primaire schets’ van de werkelijkheid op via een complex mechanisme. We beschikkken over zogenaamde detectoren die reageren op duidelijke overgangen in helderheid en tint (contouren), detectoren die op de oriëntatie van lijnen reageren zoals horizontalen, verticalen en lijnen onder een hoek en er bestaan balkdetectoren die op ‘brede lijnstukken van een bepaalde lengte’ reageren. Om J.A. Michon, waaraan ik het voorgaande ontleen, nog even verder te citeren: ‘Met gebruikmaking van de informatie die in een primaire schets aanwezig is, construeert het visuele systeem een voorlopige versie van de wereld, een wereld die bestaat uit nog steeds ongeïdentificeerde objecten,...’ Met andere woorden, de objectloze wereld van het suprematisme. De overeenkomst is des te sterker omdat er geen sprake is van driedimensionale beelden, waarvoor weer een ander waarnemingssysteem zou moeten worden aangesproken; een systeem van geonen, waarmee ruimtelijke configuraties begrepen kunnen worden.
Zowel de primaire schets als de suprematistische schilderijen bevinden zich dus in een stadium voor een naturalistische interpretatie plaatsvindt. We worden al kijkend opgehouden bij de kleur- en toonverschillen (wit op