De Gids. Jaargang 152
(1989)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 304]
| |
[pagina 305]
| |
GezienEens, ach wat eens, zes jaar geleden
zaten we in Bergen op een overvol terras,
we zaten daar maar en dachten aan verleden,
de Eeuwige Laan en de dichter,
en ineens liep er een tweeling voorbij
vrouwen van boven de vijftig
met eendere kleren aan
en iedereen keek en lachte.
Het waren verloren gezichten
maar ze leken zo hevig op elkaar.
| |
[pagina 306]
| |
Poreuze stenen aan zeeLicht als lucht en negerzoenen leek de tijd.
Door jarenlange regen uitgesleten.
Zo brokkelen ze af,
poreus,
waar het om draait:
patronen van de ronde gaten
sporen van de regen in hun kurkdroge massa.
De kleur van wolken op een regendag,
voor de rest
is alles wat je van een steen verwacht
afwezig,
ze drijven in de zee,
het fijnste zuur.
| |
[pagina 307]
| |
Twaalf uur, geringe spoedEenden gingen op een maandagmiddag
in een lange rij eender onder bomen over wegen.
Achter elkaar, één voor één, leek het
net alsof ze protesteerden, vrede wilden,
maakten de middag met de grijze wolken
even lichter dan hij was. Sirenes gilden.
|
|