Medewerkers aan dit nummer
g. van benthem van den bergh (1933). Wetenschappelijk hoofdmedewerker aan het Institute of Social Studies te Den Haag. Redacteur van De Gids sinds 1968. Hij promoveerde in 1988 op The Taming of The Great Powers. Nuclear Weapons and Global Integration.
remco ekkers (1941) schrijft een poëziekroniek in De Gids sinds nummer 7, 1986. Hij publiceerde gedichten in De Gids, Raster, Wolfsmond en Hollands Maandblad. In de Zeeuwse Slibreeks verscheen de cyclus Buurman (1979). In 1986 verscheen zijn bundel Een faun bij de grens.
hans ester (1946), docent aan het Instituut voor algemene literatuurwetenschap van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hij is medewerker van het dagblad Trouw, en publiceerde voornamelijk over Duitse en Zuidafrikaanse literatuur, o.a. Het helende woord. Poëzie en proza van Elisabeth Eybers (1987) en Albert Vigoleis Thelen (1987, samen met J. Enklaar).
jaap goedegebuure (1947) studeerde Nederlands in Leiden en algemene literatuurwetenschap in Utrecht. Hij is thans hoogleraar in de theorie en geschiedenis van de literatuur aan de Katholieke Universiteit Brabant, en publiceert over de geschiedenis van de negentiende-eeuwse literatuur en over de moderne Nederlandse letterkunde.
wouter gomperts (1951), klinisch psycholoog, universitair docent klinische psychologie aan de Universiteit van Amsterdam.
leo herberghs (1924) schreef tot zijn tweeënzestigste jaar vele bijdragen voor kranten te Heerlen en Maastricht. Hij publiceerde gedichtenbundels, kinderboeken en columns. Enkele titels: Weggelegde gedichten (met een inleiding door Wiel Kusters, 1984) en De adem van de Maas (reisjournaal, 1986).
paul van der heijde werkte na de middelbare school tien jaar als schoenverkoper en studeerde daarnaast literatuurwetenschap. Hij is sinds 1986 werkzaam bij de vakgroep literatuurwetenschap van de Universiteit van Amsterdam, waar hij een proefschrift voorbereidt over de trilogie Fluss ohne Ufer van Hans Henny Jahnn.
rouke van der hoek (1952) publiceerde in 1981 de gedichtenbundel De samenhang der dingen.
sjaak onderdelinden (1939) is hoofddocent Duits aan de Rijksuniversiteit Leiden. Publikaties onder andere over de verteltechniek van Conrad Ferdinand Meyers raamvertellingen, over televisiedrama, hedendaags toneel (onder meer over stukken van Bertolt Brecht, Peter Weiss, Rolf Hochhuth) en over literatuurdidactiek.
piet de rooy (1944) is hoogleraar nieuwste geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceerde o.a. over de werklozenzorg in de crisistijd en bereidt een studie voor over het sociaal-Darwinisme.
klaus siegel (1934) is redacteur van de rubriek Buitenlandse literatuur van De Gids en docent aan het Instituut voor Vertaalwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceert sedert de vroege jaren zestig over Duitse literatuur en vertaalt ook uit dit taalgebied. Recentste vertaling: Gottfried Benn. Dubbelleven. Momenteel werkt hij aan een vertaling van de dagboeken van Friedrich Hebbel.
joachim von der thüsen doceert vergelijkende literatuurwetenschap aan de Rijksuniversiteit van Utrecht. Hij publiceerde over de romantheorie (Erzählbewusstsein und poetische Intelligenz, 1975), over de geschiedenis van de idylle, over het fin-de-siècle en over de Duitse poëzie van de twintigste eeuw.
henk te velde (1959) studeerde geschiedenis te Groningen en bereidt thans in dienst van de Rijksuniversiteit Groningen een proefschrift voor over het nationaal besef en nationalisme onder Nederlandse liberalen eind vorige, begin deze eeuw. Hij publiceerde eerder enkele artikelen in De Groene en in Groniek, alsmede een inleiding bij J.B. Manger Thorbecke en de Historie (Utrecht 19862).