eerste openbare ‘papierkunst’-verzameling in Nederland, stelde die ten toon in het Rijksprentenkabinet van het Rijksmuseum en wijdde er een unieke bundel essays aan, getiteld De prentschat van Michiel Hinloopen.1 Een van deze essays behandelt het werk van Segers vanwege de aanwezigheid van 53 (van de 183 bewaard gebleven) prenten van deze kunstenaar in de verzameling van Hinloopen. Hinloopen bezat in vergelijking met andere prentverzamelingen opvallend veel prenten van Segers, hetgeen erop wijst dat Hinloopen een speciale betekenis aan deze prenten toekende. Het uitzonderlijke van het werk van Segers was in de tijd van Hinloopen bekend, maar werd niet alom als gunstig beschouwd. Van der Waals beschrijft als kernpunten van de kunst van Segers: ‘Hij schildert niet op natuur zoals Carracci en Elsheimer dat deden. Hij schildert niet met natuur zoals de pietra-dura werkers die in verschillende steensoorten uitgevoerd inlegwerk vervaardigden. Hij schildert als de natuur, die in agaat en ruïnemarmer zelf een beeltenis had gemaakt. Het is dan ook wellicht veelbetekenend dat hij van zijn prenten soms stukken afknipte. Net als de pietra-dura werkers, die eindeloos moesten zoeken totdat ze een door het toeval gevormde formatie vonden waar ze gebruik van konden maken, zo koos Segers uit zijn door de verschillende kleuringen telkens anders uitvallende prenten die stukken uit die hem het best bevielen.’
Wat betekent ‘schilderen als de natuur’?; beschikte Segers over inzichten en technieken die de natuur beter benaderen dan die van zijn tijdgenoten?
Van der Waals benadrukt dat de enorme fantasie van Segers tot uiting komt in het bewustzijn van ‘de werking van het toeval in de natuur’. Hoewel Van der Waals terecht verband legt met de ‘grillige’ uitingsvormen van de natuur zelf, incorporeerde Segers nooit gezichten in zijn voorstellingen van ruwe zeeën en rotslandschappen, zoals Jacques de Gheyn 11 in zijn ‘Aardmannetjes bij een bron’1, om deze grilligheid tot uiting te brengen.
Het ‘natuurlijke’ van Segers lijkt te bestaan uit ‘grillige’, ruwe vormen, met name begrenzingen van vormen. Alsof er noch op macroscopisch, noch op microscopisch niveau een rechte lijn, sterker misschien wel helemaal geen lijn, aan te pas is gekomen. De ‘natuurlijke’ vormgeving valt op in Segers landschappen als ‘Het heuvelige landschap’, ‘Het groote landschap’ en ‘Het graf van de Horatii en de Curatii’; in zijn zeeën als ‘Het op de thuishaven aanvarende scheepje’; en het meest in zijn bomen, zoals de etsen ‘Twee bomen’ en ‘De bemoste boom’.
Deze laatste ets brengt Van der Waals opvallenderwijs in verband met de vreemdsoortige uitlopers van dendrieten. Hiermee raakt hij de kern van het genius van Segers. Segers leek te weten hoe de natuur vorm geeft. Pas in deze eeuw echter is inzicht verkregen in de natuurlijke vorm door het werk van Benoit Mandelbrot.2 Zijn ‘geometry of nature’ is gebaseerd op een extra dimensie van een object: de graad van ruwheid of onregelmatigheid van een object (‘fractional dimension’). Deze dimensie is, aldus Mandelbrot en velen met hem, essentieel in elke natuurlijke vorm: een sneeuwkristal, een varen, een zee, een berg. Met behulp van computerprogramma's zijn Mandelbrot en andere wetenschappers als Barnsley erin geslaagd perfect ogende varens, sneeuwkristallen en ‘natuurlijke horizons’ te construeren. Ons gevoel van schoonheid van de natuur lijkt gebaseerd op de harmonie tussen orde en chaos zoals die zich voortdurend in de natuur voordoet en dus direct samenhangt met begrip voor de ‘fractional dimension’. Mandelbrot ziet weinig verschil tussen de natuur zelf en de weergave van de natuur in kunst (waarbij hij goede kunst definieert als kunst die bevredigt). Een natuurlijk voorwerp, zoals een varen, heeft geen schaal in die zin dat het zowel met het oog als onder een microscoop essentiële en karakteristieke (grillige) elementen bevat. De kunstige weergave van de natuur dient hier, aldus Mandelbrot, ook aan te voldoen. De prenten van Segers deden dat en lijken meer dan prenten van enig andere tijdgenoot een ‘fractional dimension’ te bevatten. Zijn prenten