De Gids. Jaargang 151
(1988)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 357]
| |
2Als stilte blijft staan tussen sporen
van bloed in het zand en blad in de bomen -
als een ruisende zweepslag op schuilende nesten
vol hartbrekend fluiten
omlaag spoelt -
als de golvende pleinen met koopwaar
bij een vloedlijn verstikken
van gif, bij vuurspuwend glas, bij brandende hoepels
voor vluchtende voeten,
dan kan het niet zijn dat lente
blijft zwijgen.
| |
[pagina 358]
| |
3Lente blijft zwijgen op verre gegroefde gezichten
van het land dat ontgroeiende
bloemen van vroeger en fonkelende nachten vergat:
de ziedende steden in scherpe kristallen geslingerd
door prachtig vernuft -
ze bedelen langs wegen.
Zo blijft het licht niet ongebroken.
| |
4Het licht dat gedeeld wordt door allen
dat niet wordt gebroken dat zwelt
in een stremmende zee van gemeenschap
langs einders van puin -
ondanks het verlangen
dat koestert met veren en met beelden
ondanks het radeloos raadsel, bestookt
door onwillige kennis van dood en verderf
in open riolen die allen toch binden,
die levend verslinden met malende wetten -
totdat de vervloeking
de boeien verjaagt.
| |
5Zodra de vervloeking de boeien verjaagt
en nagloeit in weerbare kleuren
ontsnapt zij langs wanden vol deuren, boet zij
het net van het scheurende denken,
betreedt zij de steentje voor steentje gestapelde
weelde van het onneembare
eigen bestaan.
|
|