[De zogenaamde democratisering]
De zogenaamde democratisering van het universitair bestel heeft tot gevolg dat de gevorderde student en de jonge wetenschappelijke onderzoeker veel minder invloed hebben op hun eigen programma van studie en onderzoek dan vroeger het geval was. Vroeger had men bij het vaststellen van zijn programma alleen te maken met de leider van het instituut waar men werkte en als men zelf een goed plan had was er veel kans dat die het zou goedkeuren. In elk geval kon er snel worden beslist. Nu moet men een plan verdedigen in tijdrovende besprekingen met een gedeeltelijk ondeskundige vakgroep. Als compensatie mag men dan meepraten over het werk van anderen. Enthousiaste onderzoekers zullen dat nauwelijks op prijs stellen.
Zolang er geen voorzieningen worden getroffen voor de opleiding in de tweede fase van de universitaire studie zullen er aan de Nederlandse universiteiten geen colleges op werkelijk universitair niveau worden gegeven. De eerste fase geeft daartoe geen gelegenheid, hoogstens zal ze een voldoende voorbereiding zijn om dergelijke colleges te kunnen volgen. - HBGC