stond als het Reglement voor het Vertalingsrecht. Elk lid van de Vereeniging kon het exclusieve (privaatrechtelijke) uitgeefrecht verkrijgen op een buitenlands boek nadat aan bepaalde formaliteiten was voldaan; zo moest degene die de vertaling wilde uitgeven een exemplaar van het betreffende boek naar het bureau van de Vereeniging inzenden (in het begin van de negentiende eeuw was het zelfs mogelijk om deze exemplaren te zenden naar het gemeentebestuur van de gemeente waar de uitgever kantoor hield), en een bepaald registratierecht te betalen; daarna was het boek in kwestie gedurende een jaar voor de aanmelder ‘gereserveerd’, terwijl het aan alle andere leden van de Vereeniging verboden was om eventuele niet-geregistreerde vertalingen van hetzelfde boek in voorraad te houden of te verkopen. (Pas in 1878 werd voor verkrijging van het vertalingsrecht de voorwaarde gesteld, dat de aanmeldende uitgever moest beschikken over een contract met de oorspronkelijke auteur.) Zo vindt men in vrijwel elke wekelijkse aflevering van het Nieuwsblad registraties van vertalingen vermeld. Dat al die vertalingen inderdaad zijn verschenen is daarmee niet gezegd.
In de jaargang 1837 van het Nieuwsblad werden ongeveer zeventig vertalingen van romans en verhalenbundels aangekondigd. De meeste vertalingen betreffen Duitse boeken: dertig, bijna de helft dus. De meest genoemde auteur is Trömlitz, met niet minder dan zes titels. De enige Duitse auteur die ook thans een grote literaire reputatie bezit is Ludwig Tieck, van wie Der junge Tischlermeister wordt aangekondigd. Andere Duitse auteurs zijn Bechstein, Adler, Bilderbeck, Herloszsohn, Spindler, Steinkopf, Börne, von Brandt, Dielitz, Krebs, Bürck, Bacherer, Kraft, Norden, Schneider, J. Schopenhauer, Woiliez.
Het tweede taalgebied waarop de vertaalactiviteit van de uitgevers zich richtte was het Engelse, met drieëntwintig titels. De meest genoemde auteur is de avonturenverteller Captain Marryat, met acht titels. Reisavonturen en historische romans van G.P.R. James waren - met vier titels - blijkbaar ook populair. De Amerikaanse schrijver Washington Irving komt in de vertalingenrubriek van 12 oktober 1837 voor met zijn boek Adventures of Captain Bonneville. Van de al in de inleiding tot dit estafette-artikel genoemde Amerikaanse Wild-West schrijver John Fennimore Cooper, die spreekwoordelijk is geworden met zijn roman De laatste der Mohikanen, komen twee titels voor: A Residence in France en L'Ecumeur de Mer. Het is dat laatste boek dat als De roode zeerover in het Nederlands verscheen, en dat om zijn erbarmelijk slechte vertaling werd gekritiseerd in De Gids van 1837. Het is uitermate waarschijnlijk dat de vertaling werd vervaardigd via de Franse editie, die immers is aangemeld in de vertalingenrubriek van 16 februari 1837; in ieder geval verdienen vertaler en uitgever lof voor de enorme snelheid waarmee zij de roman in het Nederlands hebben uitgebracht, zodat deze nog in hetzelfde jaar besproken kon worden. Andere Engelse auteurs van wie vertalingen werden aangekondigd zijn: Frances Trollope, Lockhardt, Blessington, Bray, Bury, Bulwer, Sidgwick.
De Franse literatuur is met slechts zeven titels in 1837 duidelijk ondervertegenwoordigd. Twee boeken zijn erbij van Alexandre Dumas, Impressions de voyage en Nouvelles impressions de voyage, dus geen roman maar reisschetsen. Verrassend is de aankondiging op 31 augustus 1837 van de vertaling van de roman Le Lys dans la Vallée van Honoré de Balzac, die oorspronkelijk in 1835 in Parijs verscheen. Andere Franse auteurs zijn Lammenais, Soulié, Blanchard, Michaud, Nodier en Chazet (de laatste drie in een verzamelbundel, die de knusse titel droeg van Veillés de Famille).
De Russische literatuur werd onder de aandacht gebracht met de aangekondigde vertaling van twee verhalenbundels die in het Duits verschenen, Russische Novellen und Skizzen, verzameld door von Seebach, en Nordische Blüthen: Romantiker Russlands. Ook werd er een bundel Hongaarse volksverhalen beloofd via de Duitse uitgave Magyarische Sagen, Märchen und Erzählun-