eerste bloei van de Amerikaanse literatuur juist in de periode waarin De Gids werd opgericht, en kort daarna, werd door hem dan ook met grote belangstelling gevolgd.
Een van de eerste buitenlandse auteurs die in De Gids ter sprake kwamen, was de Amerikaanse schrijver van avonturenverhalen James Fenimore Cooper, die met zijn boeken over het avontuurlijke leven in het Wilde Westen vele lezers geregeld met rode konen van opwinding uit de slaap zal hebben gehouden. Cooper, die daarnaast historische romans en boeken over het zeemansleven schreef en die - zo heette het in De Gids - ‘men wel eens den Amerikaanschen walter scott genoemd heeft [....]’, werd al snel na zijn succes in Amerika ook een geliefd schrijver in Nederland. Dat in De Gids ook in die tijd aandacht besteed werd aan de kwaliteit van vertalingen, blijkt uit een recensie van De roode zeeroover, een - bij de uitgever J.F. Schleijer verschenen - vertaling van The red rover, een van Coopers in het zilte nat gedrenkte boeken, waarvoor hij zich onder meer gedocumenteerd had door enige jaren in dienst van de Amerikaanse marine de wijde zee te bevaren. In deze recensie werd over de vertaling van Coopers boek opgemerkt: ‘Hoe gaarne zouden wij gezien hebben, dat de vertolking van dezen Engelschen Roman aan iemand ware toevertrouwd geworden, hun gelijk in talent, die de meesterstukken van walter scott en bulwer in onze schoone moedertaal overbragten; - te dezen opzigte is de Heer schleijer in zijne keuze niet gelukkig geweest; - dikwijls toch stieten wij op bijna onverstaanbare zinsneden, op stroeve en gewrongen constructiën, en op de gedurige herhaling van hetzelfde woord, terwijl men het zoo ligtelijk door een ander had kunnen doen vervangen. Wij zijn genoodzaakt daartegen ernstig te waarschouwen, gelijk ook tegen drukfeilen, die men hier te vaak ontmoet: de schriften van cooper zijn te oorspronkelijk, om niet met naauwgezetheid te worden overgebragt door een'
kundig vertaler, die zich eerst den geest des schrijvers zocht eigen te maken, die gevoel voor stijl heeft! Een fraai vignet versiert dit duidelijk gedrukt Werk.’
Werden hier enkele kritische noten gekraakt over de kwaliteit van de vertaling van een buitenlandse roman, elders werd een - volgens De Gids uitstekende - vertaling ook wel verdedigd. Dit was het geval bij het door H. Vinkeles vertaalde treurspel Sardanapalus van Lord Byron, dat door de ‘Heeren Commissarissen van den Amsterdamschen Schouwburg’ na ‘eene beraadslaging van tien maanden’ niet geschikt werd bevonden voor een opvoering. Hierover schreef De Gids: ‘Waarom niet? Wij verklaren het niet te kunnen gissen. byrons Sardanapalus is volstrekt zedelijk en gestreng klassiek; zoo klassiek als de klassiekste stukken van vondel en racine; ruim zoo klassiek als de omwerkingen van shakespeare door ducis; en, aan den anderen kant behoeft men niet te vreezen, dat de opvoering bij de menigte verveling zou te weeg brengen [...].’ En verder: ‘Wij moeten evenwel gelooven, dat, óf eene bekrompene vrees voor byrons romantieken naam, of de overtuiging, dat het stuk eigenlijk voor het Amsterdamsche tooneel te goed was, het vonnis van Commissarissen heeft veroorzaakt. Immers zoo zij den Vertaler de schuld gaven, zijn zij van de grootste onregtvaardigheid aan te klagen. De Heer vinkeles heeft, onzes inziens, een meesterstuk geleverd. Hij heeft het heerlijk Oorspronkelijke in uitmuntende, stevige, gespierde verzen teruggegeven [...]. Wij juichen zijnen arbeid onbepaald toe.’
Zoals uit de eerste jaargang van De Gids bleek, bestond er in de kring rond het tijdschrift een grote belangstelling voor Johann Wolfgang von Goethe, die vijf jaar eerder gestorven was. Uit de gesprekken van Eckermann met de Duitse dichtervorst werden vertaalde fragmenten in De Gids gepubliceerd. Het ligt daarom - ook om geografische redenen - voor de hand bij onze tournee langs Potgieters buitenland eerst op bezoek te gaan bij onze oosterburen.