[Lente]
In zijn gedicht ‘Lente’ laat J.C. Bloem
eenzamer rijmen op
avondster (zoals elders
ademen op
ben).
O hart, in 't eeuwig keren der seizoenen
Verlatener dan de eerste avondster,
En nòg begerig als een boom te groenen,
Maar steeds geknakt, en altijd eenzamer.
Lelijk, zo'n rijm. Maar aardig is wel, dat Bloem deze gebrekkige echo in de tweede regel van de geciteerde strofe, in een veel minder opvallende ‘rijmsituatie’, heeft voorbereid (verlatener - avondster), zodat de lelijkheid die ik hier opmerk niet geheel onverwacht komt en zelfs enigszins acceptabel wordt. - W.K.