Binnenlands leven
Hubert Smeets
De karakterrollen aan het Binnenhof
Het scenario leek zo goed. Niets zou een succesvolle reprise van de voorstelling in de weg kunnen staan. Toch miste het tweede kabinet-Lubbers al meteen iets. De snee heeft er vanaf het allereerste begin niet ingezeten. De regievoering liet reeds bij de start, in de zomer van 1986, te wensen over. De spelaanwijzingen waren niet voor iedereen duidelijk en, tot overmaat van ramp, bleken ook de karakterrollen verkeerd verdeeld. Voor de interne cohesie was dat niet zo verstandig en voor het publiek niet zo leuk.
De acteurs zijn, ter compensatie, nu al bijna een jaar ongegeneerd aan het schmieren. Het publiek heeft het door, fluit wat, tast eens naar een tomaat maar verstoort de opvoering toch maar niet. Er is immers geen alternatief. Bij de Statenverkiezingen van maart gaf de kiezer een kleine waarschuwing richting coalitie. Maar meer was het ook niet. De vvd werd wat verder in de prut gedrukt, het cda moest zich realiseren dat Lubbers onontbeerlijk is voor de secularisatie van de christen-democratie - elektoraal van absoluut belang, wil de confessionele politiek tenminste kunnen overleven - en de PvdA kon opgelucht ademhalen omdat de ‘vernieuwing’ in haar gelederen niet tot chaotische taferelen bleek te hoeven leiden.
Het kan verkeren. Ook de politieke cultuur kent haar conjuncturele golven. Wat gisteren nog het toppunt van wijsheid was, is vandaag slaapverwekkend en morgen achterlijk.
Het eerste kabinet-Lubbers kon zich van alles permitteren. Het had het tij mee. Met zijn non-nonsense allure zat de premier op het snijvlak van de trends der jaren tachtig. De boekhouders van het eerste kabinet vertolkten de consensus van die jaren: er moest gesaneerd worden, dor hout moest weggekapt worden, het geld mocht niet meer rollen. Er werd al die jaren wel gedemonstreerd, maar dat mocht niet baten. De kiezer dacht er heimelijk, in de beschutting van het stemhokje, toch anders over. Een klinkende verkiezingsoverwinning was de beloning voor Lubbers en zijn cda.
De keerzijde diende zich echter snel aan. Het eerste kabinet-Lubbers bleek zich niet moeiteloos te laten overplanten. Premier Lubbers lijkt zich daarvan nu als geen ander bewust. Maar nu is het te laat. Afgelopen zomer was hij aan een tweede termijn begonnen met een bijna identieke ministerraad. Hij had haast en ergernis. Haast omdat hij dat nu eenmaal aan zijn stand verplicht was. Ergernis omdat hij al die maanden van informeren had moeten toezien hoe informateur De Koning en de onderhandelaars De Vries en Nijpels het regeerakkoord opstelden.
Niemand die toen twijfelde aan de zin van Lubbers' hoge tempo. Never change a winning team, nietwaar. De problemen die er onmiddellijk rezen, hadden dan ook betrekking op de nieuwkomers, vooral van vvd-huize. Van Eekelen op defensie: het leek en lijkt niet de meest gelukkige keuze, zo'n saaie, door het verleden