De Gids. Jaargang 150

[p. 259]

Medewerkers aan dit nummer

jan bakker. Doceert Amerikaanse letterkunde aan de ru te Groningen. Hij is gepromoveerd op Ernest Hemingway (1972), en is mede-oprichter en mede-redacteur van de Dutch Quarterly Review of Anglo-American Letters. Zijn meest recente boeken zijn Fiction as Survival Strategy (1983) en Hemingway in Holland, 1925-1981 (1986).

margret brügmann (1948). Woont sinds 1969 in Nederland en studeerde Duitse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Vanaf 1979 wetenschappelijk medewerkster vrouwenstudies letteren, eerst aan de Universiteit van Amsterdam en sinds 1985 aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen. Promoveerde in 1986. Recente publikaties: Amazonen der Literatur. Studien zur deutschsprachigen Frauenliteratur der 70er Jahre (1986), ‘Mythen en vrouwelijkheid’ in Te Elfder Ure nr 39 1986 en ‘Kristeva, een Kassandra van het feminisme?’ in Te Elfder Ure nr 40 1986.

chun-chan yeh (1918). Vice-voorzitter van het pen-centrum van China, geldt in zijn land als een belangrijk auteur. In de jaren van de Culturele Revolutie maakte hij vanwege zijn contacten met het Westen een moeilijke tijd door; momenteel is hij een van de voormannen van de liberalisering. Hij heeft een groot oeuvre opgebouwd van verhalen en romans, waaronder Het bergdorp (Nederlandse vertaling 1986), zijn eerste roman, destijds in het Engels geschreven en in 1947 in Engeland verschenen. Later heeft hij deze roman uitgebreid tot een trilogie die nu in het Chinees verschijnt.

tom eekman (1923). Studeerde eerst geschiedenis en daarna Slavische talen aan de Universiteit van Amsterdam. Promoveerde in 1951. Doceerde vele jaren Russische en andere Slavische taal- en letterkunde aan het Oost-Europa Instituut van laatstgenoemde universiteit. Is sinds 1966 hoogleraar aan de University of California te Los Angeles. Vertaalt uit het Russisch - binnenkort ook uit het Servo-Kroatisch - in het Nederlands. Publiceerde essays en artikelen in diverse internationale vakbladen. Boekpublikaties: o.a. The Realm of Rime. A Study of Rime in the Poetry of the Slavs (1974), Thirty Years of Yugoslav Literature: 1945-1975 (1978).

remco ekkers (1941). Schrijft een poëziekroniek in De Gids sinds nummer 7, 1986. Publiceerde gedichten in De Gids, Raster, Wolfsmond en Hollands Maandblad. In de Zeeuwse Slibreeks verscheen de cyclus Buurman (1979). Twee andere dichtbundels van hem zijn Haringen in sneeuw (1983) en Een faun bij de grens (1986).

f.e. frenkel (1923). Wetenschappelijk hoofdmedewerker van de vakgroep strafrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Publikaties o.a.: ‘De Duitsers of schuldvraagstuk’ in Tirade november 1962, en ‘Nationaal socialisme of Europese traditie’ in De Gids juni 1964. Frenkel schrijft regelmatig over het thema straf en schuld, o.a. in De Gids.

otto von der gablentz. Volgde een juridische, sociologische en politicologische studie in Duitsland, België, Engeland en de Verenigde Staten. Is sinds 1959 in de buitenlandse dienst. Was van 1978 tot 1983 werkzaam in het bureau van de bondskanselier. Is sinds augustus 1983 ambassadeur van de Duitse Bondsrepubliek in Den Haag.

marc galle. Doctor letteren en wijsbegeerte (Germaanse filologie). Schreef studies over Louis Couperus, Cyriel Buysse en Marnix Gijsen. Verzorgde ook de uitgave van het Verzameld Werk van Marnix Gijsen. Samensteller met prof. dr G. Stuiveling en Roger Bodart van Literaire Gids van Benelux (Hachette, Les Guides blues). Was secretaris van de Maatschappij van Nederlandse Letterkunde te Leiden, minister en eeg-minister (1979-1985). Is thans volksvertegenwoordiger (lid van de Kamercommissies Binnenlandse Zaken, Onderwijs en Cultuur).

lloyd haft (1946). Woont sinds 1968 in Nederland. Wetenschappelijk medewerker Chinese taal- en letterkunde, ru Leiden. Publikaties: Ikonen bij daglicht (gedichten, 1982), Tweesprong: Vijf Chinese dichters 1919-1949 (vertalingen, i.s.m.T.I. Ong-Oey, 1983), Pien Chih-lin: A Study in Modern Chinese Poetry (1983), Brandende lisdodden (gedichten, 1984), Chinese letterkunde (i.s.m.W.L. Idema, 1985), Slakkehuis (gedichten, 1985).

[p. 260]

albert helman (pseudoniem van Lou Lichtveld, 1903). Was oorspronkelijk componist en musicoloog. Gevestigd achtereenvolgens in Suriname, Nederland, Spanje, Mexico, tijdens de gehele Duitse bezetting in Nederland, nadien in Suriname, de Verenigde Staten, gedurende bijna twintig jaren op het eiland Tobago. Woont thans in Noordwest-Italië. Bekleedde van zijn 45ste tot zijn 65ste een aantal openbare functies buiten Nederland. Recente publikaties: Vriend Pieter (een psychografie, 1980), Semi-finale (gedichten, 1982), Waar is Vrijdag gebleven? (drie studies over een klein eiland, 1983), De foltering van Eldorado (een ecologische geschiedenis van de vijf Guyana's, 1983), Hoofden van de Oayapok! (roman in vijf redevoeringen, 1984), Uit en Thuis: Over reizen en hun gevolgen (proza en verzen, 1984), Zusters van liefde (roman, ter perse, 1987).

hans keilson (1909). Studeerde medicijnen in Berlijn. Emigreerde in 1936 naar Nederland, waar hij in de oorlog onderdook. Na de oorlog medeoprichter van de joodse organisatie ter verzorging van joodse oorlogswezen ‘Le Ezrat Hajeled’. Volgde vanaf 1948 in Nederland een opleiding tot zenuwarts en psychoanalyticus. Was van 1967-1974 hoofdmedewerker kinderpsychiatrie in de Universiteitskliniek Amsterdam. Is sinds 1985 president van het pen Centre German speaking writers abroad. Publikaties o.a.: Das Leben geht weiter (1933, heruitgegeven in 1984), Der Tod des Widersachers (1959), Sprachwurzellos (poëzie, 1986). Publiceerde ook in diverse vaktijdschriften.

peter king (1922). Van 1943-1944 verbindingsofficier onderzeedienst bij de Koninklijke Nederlandse Marine. Studeerde van 1946-1947 aan de ru te Groningen en van 1947-1952 aan de London University. Docent van 1952-1976 aan de Universiteit van Cambridge en sinds 1976 hoogleraar bij Institute of modern Dutch studies aan de Universiteit van Hull. Recente publikaties: Concordanties van Maria Stuart en de Leeuwendalers (1982), ‘Genre painting and the contemporary theatre’ in Images of the world: Dutch genre painting in its historical context (1987), ‘Vondel en de emblematiek’ in Jetzt kehr ich an den Rhein (1987).

e.h. kossmann (1922). Studeerde geschiedenis aan de ru te Leiden. Reader en daarna hoogleraar aan de London University. Vanaf 1966 hoogleraar in de geschiedenis na de middeleeuwen aan de ru Groningen. Meest recente publikaties: De Lage Landen 1780-1980 (in twee delen, 1986), Politieke theorie en geschiedenis. Verspreide opstellen en voordrachten (1987).

jean-clarence lambert (Parijs, 1930). Dichter, kunstcriticus, poëzievertaler. Hij was werkzaam als cultureel attaché voor Frankrijk, en leidde enige jaren het Maison Descartes in Amsterdam. In de jaren '50 was hij betrokken bij de surrealistische groep; later bij Fluxus. Hij werkte samen met Octavio Paz bij enkele publikaties en exposities. Met Roger Caillois stelde hij de bundel Trésor de la poésie universelle samen (1958). Behalve auteur van zes dichtbundels (o.a. Le noir de l'azur, met illustraties van Karel Appel, 1980) schreef hij het grote kunstboek over de Cobra-beweging: Cobra, un art libre (1983). Lambert nam enige malen deel aan Poetry International in Rotterdam.

herman liebaers (1919). Doctor in de Germaanse filologie. Thesis in twee delen, uitgegeven door de Koninklijke Academie voor Taal- en Letterkunde: Hélène Swarths Zuidnederlandse Jaren en Brieven aan Pol de Mont van Hélène Swarth (1964). Aan de Nederlandse versie van zijn Meestal in opdracht (1982) is een epiloog toegevoegd ‘Moerdijkse overschrijdingen’, waarin hij over zijn relatie tot Nederland vertelt. ‘Aan de Rijksuniversiteit Gent heb ik een jaar lang geluisterd naar het college van Frank Baur over de Nieuwe Gids en heb ons veel kwaad horen vertellen over De Gids.’ Van 1956-1973 Hoofdconservator van de Koninklijke Bibliotheek, Brussel. Van 1974-1981 Grootmaarschalk van het Hof. Sinds 1982 Commissaris Generaal Europalia.

geoffrey douglas madge (1941). Geboren in Australië. Kwam in 1963 naar Europa. Pianist, componist en hoofdleraar piano aan het Koninklijk Conservatorium voor Muziek in Den Haag. Gaf concerten in de meeste Europese festivals, maakte tournees door Japan en Australië en trad op in Amerika (Chicago) in 1983 en in Canada (Montreal) in 1984. Hij maakte grammofoonplaten en componeerde werken voor verschillende ensembles, electronische composities en een ballet Monkeys in a cage (première 1977). Zijn eerste pianoconcert werd gecomponeerd in 1980 en in datzelfde jaar voor het eerst uitgevoerd in Amsterdam. Twee recente artikelen: Busoni's ideas on piano playing en How I played Opus Clavicembalisticum.

stephen mennell. Is sinds 1967 verbonden aan de Universiteit van Exeter, nu als Senior Lecturer in Sociology en Associate Director van het Western European Studies Centre. Zijn meest recente publikatie is All Manners of Food: Eating and Taste in England and France from the Middle Ages to the Present (1985, Nederlandse vertaling in voorbereiding), waarvoor hem de graad van doctor in de sociale wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam werd verleend. Stephen Mennell werkt momenteel aan het St. Antony's College in Oxford.

harry mulisch (1927). Redacteur van De Gids sinds 1965. Recente publikaties: Opus Gran (poëzie, 1982), Egyptisch (poëzie, 1983), De aanslag (roman, 1982), Het boek (essay, 1984), Wij uiten wat wij voelen, niet wat past (1984) en Hoogste tijd (roman, 1985). In februari 1987 verschijnt De pupil (roman).

peter odell was van 1968-1981 hoogleraar economische geografie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en is mo-

[p. 261]

menteel aan dezelfde universiteit hoogleraar energie studies en directeur van het Centre for International Energy Studies. Hij is gasthoogleraar in Londen en in Brugge, voorzitter van de Benelux afdeling van International Association of Energy Economists; Europees redacteur van Energy Policy en lid van de hoofdredactie van International Journal of Energy Research. In een periode van 27 jaar heeft hij meer dan 15 boeken gepubliceerd, waaronder Oil and World Power (8e druk, 1986) en samen met J.A. van Reijn Energie: Geen Probleem? (1982). Voorts vele artikelen in academische en technische tijdschriften.

ellen l. ombre (1948) is medisch-maatschappelijk werkster in een Amsterdamse huisartsenpraktijk. Zij schreef eerder in De Gids nr 8/9/10 1984.

monika van paemel (1945). Schrijfster. Na de zomervakanties aan de Nederlandse kust, een uitgebreider kennismaking met Nederland door een langdurig herstelverlof (12-14 jaar) in een grensstreek. Later een intense wisselwerking tussen Noord en Zuid door het schrijven, uitgeven bij Nederlandse uitgeverijen, radiowerk, contacten met lezers, de vrouwenbeweging en persoonlijke vriendschappen. Publiceerde onder meer: De Vermaledijde Vaders (1985), Marguerite (1985) en De Confrontatie (1986).

derek phillips (1934) woont in Amsterdam sinds 1971. Hij is hoogleraar in de sociologie aan de Universiteit van Amsterdam. Publiceerde o.a. Equality, Justice and Rectification (1979), De naakte Nederlander (1985) en Toward a ust Social Order (1986).

ethel portnoy (1927). Trouwde met een Nederlander in 1951, kreeg daardoor de Nederlandse nationaliteit en woont in Nederland sinds 1970. Studeerde Engelse taal- en letterkunde en culturele antropologie. Recente publikaties: Vliegende vellen (1983), Vluchten (1984), Een hondeleven (1985) en De geklede mens (1986).

ágnes roboz (1926). Studeerde choreografie aan de Theater- en Filmhogeschool in Boedapest (Hongarije). Sinds 1959 verbonden aan het Operettetheater in Boedapest en in 1951 mede-oprichtster van de Staatsballetschool aldaar. Deed vele theater- en filmchoreografieën en gaf gastcursussen over de hele wereld. Kwam in 1972 naar Nederland, waar ze eerst lesgaf aan het Koninklijk Conservatorium voor Ballet en Muziek, vervolgens aan de Nel Roos Academie in Amsterdam en nu aan het Brabants Conservatorium in Tilburg.

sitor situmorang (1924). Dichter, criticus, essayist. Studeerde in Djakarta. Als correspondent van een krant werd hij tijdens de tweede politionele actie gearresteerd. Verbleef in het begin van de jaren vijftig een paar jaar in Nederland en was enige tijd verbonden aan de Indonesische ambassade te Parijs. Na zijn terugkeer in Djakarta werkte hij voor Sticusa, het Ministerie van Onderwijs en was lid van het Indonesische parlement. Politiek gevangene van 1967-1976 onder het regiem van Soekarno. Woont sinds 1981 weer in Nederland waar hij de Indonesische taal doceert aan de ru te Leiden en bovendien onderzoek doet naar de geschiedenis van de Bataks. Nam in 1981 en 1984 deel aan Poetry International te Rotterdam en in 1986 aan Writers of all countries. Gedichten van hem werden o.a. opgenomen in Ik wil nog duizend jaar leven. Negen moderne Indonesische dichters (1979).

philip b. smith (1923). Kernfysicus. Hij werd in 1923 in Californië geboren en woonde onafgebroken in de Verenigde Staten tot zijn promotie in 1950, waarna hij gedurende zeven jaren aan de Universiteit van São Paulo als medewerker en buitengewoon hoogleraar was verbonden. Kwam naar Nederland in 1957 en was tot 1963 wetenschappelijk medewerker en daarna lector aan de ru Utrecht. Is sinds 1963 hoogleraar in de experimentele natuurkunde aan de ru te Groningen.

jan stavinoha (1945). Werd geboren in Praag. Was oorspronkelijk werkzaam als musicus. Kwam na de Russische invasie van 1968 naar het westen en vestigde zich definitief in Amsterdam. In 1982 debuteerde hij als schrijver met de verhalencyclus Praagse dixieland. In 1984 volgde de roman In goede handen en in 1986 Adams uniform (verhalen). Sinds enkele jaren is hij ook werkzaam voor de vpro-radio.

robert p. swierenga (1935). Hoogleraar geschiedenis aan Kent State University. Hij heeft een drievoudige band met Nederland. Ten eerste is hij afkomstig van Nederlandse voorouders. Ten tweede kreeg hij tweemaal een Fulbright Fellowship (1976 en 1985) en was beide keren verbonden aan de sub-faculteit geschiedenis van de ru te Leiden. Tenslotte gaan zijn onderzoek en publikaties over de immigratie en de vestiging van Nederlanders in de Verenigde Staten. Publiceerde onder meer: A Bilateral Bicentennial: A History of Dutch-American Relations, 1782-1982, samen met J.W. Schulte Nordholt (1982), History and Ecology: James C. Malin's Studies of the Grassland (1984), The Dutch in America: Immigration, Settlement and Cultural Change (1985), Netherlanders in America: A Study of Emigration and Settlement in the Nineteenth and Twentieth Centuries in the United States by J. van Hinte (1985).

monika triest (1941). Studeerde klassieke filologie en behaalde daarna in de Verenigde Staten haar doctoraat sociologie. In de Verenigde Staten groeide haar belangstelling voor vrouwenstudies. Zij doceerde aan de Universiteit van Cincinnati (Ohio) en aan diverse andere onderwijsinstellingen in Canada, de Verenigde Staten en België. Sinds 1985 is zij hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam met als opdracht werkgelegenheid en vraagstukken betreffende het emancipatiebeleid. Recente publikaties: Verdom-

[p. 262]

me het is weer een meid (Kritak). Gesprekken met vrouwen in Nederland, België en de Verenigde Staten over arbeid. Ter perse: Positieve actie in vier landen (Noorwegen, Canada, Frankrijk en Australië), uit te geven door de Emancipatieraad.

ernest zahn (1922). Werd in Tsjechoslowakije geboren, waar zijn Amsterdamse vader en grootvader een glasfabriek hadden. Meerdere generaties van zijn voorouders zijn als glasmakers en handelaren in glas tussen Bohemen en Nederland heen en weer getrokken. Hij studeerde in Zwitserland en Amerika, werkte 12 jaar voor Unilever en woonde in Engeland toen hij in 1963 hoogleraar economische sociologie in Amsterdam werd. Ruim 20 jaar was hij tevens met de University of Michigan verbonden. Boeken van hem verschenen in 6 talen. Meest recente publikatie Das unbekannte Holland (Nederlandse vertaling onder de titel Regenten en rebellen verschijnt voorjaar 1987). Zahn woont thans in Zwitserland en Italië en houdt zich met de internationale economie bezig.

jan zielonka (1955). Studeerde in Polen rechten en politieke wetenschappen. Kwam in 1982 naar Nederland en is nu lector aan de faculteit der rechtsgeleerdheid en die der sociale wetenschappen aan de ru te Leiden. Recente publikatie Pools experiment (1982).