telde hem dat zijn meesterkok overleden was en vroeg of hij van de prins ‘meester Herman’ kon overnemen, men had er hem zoveel goeds van verteld.
Tot de merkwaardige kunstverzameling in of naast de kapel, behoorde ook de Tuin der Lusten van Hieronymus Bosch. J.K. Steppe heeft het akelige verhaal uit een duister archief opgedolven van de gevierendeelde bewaker die het drieluik verborgen hield. Blijkbaar was er inmiddels iets misgelopen tussen Filips 11 en Willem de Zwijger.
Laat ik nog wat in de buurt van de Nassaukapel blijven en tevens terugkeren tot het koninklijk gezelschap. ‘Godevaert van Buljoen’, zo staat op het voetstuk van zijn standbeeld gebeiteld, troont in het midden van het Koningsplein en ligt halverwege tussen de kapel en het hek van de Brusselse warande, waar in 1830 wat gemoedelijk heen en weer is geschoten door Hollanders en Belgen. Honderdvijftig jaar later heeft de Cercle Gaulois, die aan het andere einde van het park ligt, Hollandse karikaturen over die woede oorlog getoond. Zij kwamen uit de beroemde verzameling Atlas van Stolk, die in Rotterdam wordt bewaard. Waarom precies in de Cercle Gaulois? Niet om de reden die u denkt, maar omdat deze privé-club een uitwisselingsakkoord heeft met De Witte in 's-Gravenhage.
Nog steeds honderdvijftig jaar na het einde van het Verenigd Koninkrijk - of zoals Belgische kinderen op school hebben geleerd: na de Hollandse bezetting - en aan dezelfde kant van de warande werd op de avond van 23 september 1980 de roemrijke veldslag herdacht, vooral met laser-beelden in de wolken, maar ook met kanonschoten, die koningin Beatrix niet stoorden terwijl zij precies onder de kanonnen, in de Koninklijke Loge van de Grote Zaal van het Paleis voor Schone Kunsten, samen met koning Boudewijn zat te luisteren naar het Rotterdams Filharmonisch Orkest onder leiding van David Zinman.
Dat weet ik zo goed omdat ik achteraan in de loge zat, het kanon hoorde bulderen en het secretariaat van de Grootmaarschalk van het Hof alles zorgvuldig bijhoudt.
In 1830 hadden enkele welgestelde burgers en dat waren dus Orangisten de vensters van hun herenhuis in de Hertogsstraat afgeschermd met boeken. Een verloren kogel ging dwars door een exemplaar van La vie admirable de la très-illustre Princesse de S. Aldegonde, Vierge Angélique, miroir des Vertus, Patronne de Maubeuge, par le Père André Triquet, s.j. (Doornik 1665). Het wordt zorgvuldig bewaard in de Koninklijke Bibliotheek en in 1980 ging het op reis naar Washington, alwaar een tentoonstelling An Exhibition in honor of the 150th Anniversary of the Independence of Belgium in de Library of Congress een beeld trachtte te geven van de oorsprong van de onafhankelijkheid van België. In welke mate het doorboorde boek daartoe bijgedragen heeft, is vatbaar voor min of meer serieuze interpretaties.
Vanuit de Koninklijke Bibliotheek ging ik meestal naar de warande met buitenlandse collega's. Zij is uitermate geschikt om de vaderlandse geschiedenis in een notedop samen te vatten. Zo bij voorbeeld de as met links en rechts of rechts en links, al naargelang het invalshek, het Koninklijk Paleis en het Paleis der Natie. Bij ieder bezoek herhaalde ik het woord van Leopold 11 le cirque d'en face, hetgeen aanleiding werd tot een diepzinnige beschouwing over de evolutie van de constitutionele monarchie.
Dit werd meestal afgewisseld met luchtige opmerkingen over het artificiële karakter van de vlakheid van het park. Albrecht Dürer tekende in 1520 de warande waarschijnlijk vanuit een plaats waar thans de residentie van de Britse ambassadeur in de Hertogsstraat staat - de oorspronkelijke eigenaar van dit mooie gebouw, de prins van Croy, had het aangeboden aan de burgemeester van Brussel als woonplaats, maar die moest de milde gift wel weigeren omdat hij de onderhoudskosten niet kon betalen. Een halve eeuw later beschrijft