wordt de partij ontdaan van alle klassieke franje, geen Internationale meer ter afsluiting van een grootse bijeenkomst en ook niet meer vanzelfsprekend lid van de Vara. Wel allerlei eisen die de economische zelfstandigheid van de mens in het algemeen en dus de vrouw in het bijzonder dichterbij moeten brengen.
Een synthese heeft de PvdA nog niet kunnen formuleren. Het denken van de sociaaldemocraten lijkt steeds meer op de spreekwoordelijke lappendeken. Iedereen kan er een kleurtje van zijn gading op naaien.
De ontreddering van de socialisten in Nederland manifesteert zich het meest schrijnend ter linkerzijde van de PvdA. Daar waren de partijen altijd vast op koers. Nu niet meer. Eerst heeft de cpn zich onderworpen aan een ideologische katharsis. Het leidde tot niets. Nu wil zelfs de psp zich aan een grondig anatomisch onderzoek onderwerpen. Een belangrijke stroming in de pacifistisch-socialistische partij, aangevuurd door mensen die vijf jaar geleden de reformistische sceptici in de eigen kring nog de deur wezen, wil niet minder dan het socialisme als zodanig en dat van de psp in het bijzonder ter discussie stellen. Ooit was de psp een inspiratiebron voor de andere linkse partijen, de PvdA niet in de laatste plaats. Nu volgt ze de trend: van avant-garde tot achterhoede.
In de vvd-gelederen verliep de enscenering wat anders, maar ook daar was de verkiezingsuitslag van 21 mei aanleiding tot een breuk met het uiterlijk vertoon van de afgelopen jaren. Voor de vvd werd toen een marketingprobleem geopenbaard. De liberalen, altijd het toonbeeld van beleefdheid en beschaving als er programmatische meningsverschillen aan de orde zijn, rolden binnen twaalf uur na de Kamerverkiezingen al over elkaar heen in hun speurtocht naar schuldigen. Nijpels betaalde de rekening, waarna een ieder weer tot de orde van de dag overging.
Maar of hun probleem daarmee is opgelost? Vier jaar geleden kon de vvd op de golven van het hernieuwde liberale elan en het herwonnen zelfvertrouwen van de middenklasse haar grote electorale sprong voorwaarts maken. Haar klassieke aversie tegen de politiek (‘minder overheid, meer burger’ en voor het overige zoveel mogelijk laissez-faire, ook als het om morele kwesties gaat) kon toen het gat in de markt vullen. Nu is het wat gecompliceerder. No-nonsense, het nogal liberale motto van de christendemocraat Lubbers, bevredigt niet meer. Het liberalisme is weliswaar een dominante ideologie geworden, dominanter dan de socialistische die een halve eeuw allesoverheersend was, maar mist iets. Zelfs de yuppies, de personificatie van de nieuwe liberale golf die het politieke klimaat de afgelopen tien jaar overspoelde, voelen zich op drift geraken als ze geen ideologisch houvast meer hebben. Overdag kan een succesvolle jonge ondernemer in de high-tech nog zo rationeel en cool zijn, 's avonds zoekt hij warmte en zekerheid. Bij Bhagwan, Ying en Yang, antroposofie dan wel een andere loot aan de holistische stam.
Zeker voor de christen-democraten een teken aan de wand. Het paradoxale is dat het cda eigenlijk alles mee lijkt te hebben. Het cda heeft als enige partij in Nederland een enigszins helder ideologisch concept, maar of het daar zo blij mee moet zijn is de vraag. Want de behoefte aan warmte van de nieuwe elite is niet hetzelfde als die aan veiligheid van de minder succesvolle medemens. Als de partij er niet in slaagt om de moraal van de nieuwe elite te verenigen met de behoefte aan veiligheid van de lagere sociale strata, zit ze precies op het ideologische snijvlak dat zich het laatste jaar zo scherp aan het aftekenen is.
De ‘zorgzame samenleving’, waartoe de partij zich een paar jaar geleden heeft bekend, is geenszins het wonderelixer dat haar grootste pleitbezorger, minister Brinkman, erin ziet. Enerzijds appeleert de ‘verzorgingsmaatschappij’ die het cda voor ogen staat aan het gat dat de terugtredende overheid in de geïndividualiseerde samenleving zal achterlaten. Tussen individu en staat moet er toch nog iets