Kroniek & kritiek
Poëtisch leven
Wiel Kusters
De dichter tekent
‘Herconfrontatie met oud werk: mestkruien naar een overjarig aardappelveld - in het begin stinkt het, maar het went en de geur wordt zwaar van herinneringen aan voorbije seizoenen.’ Met deze vergelijking en nog een andere - de voormalige circusdirecteur ziet in een stoffig achterhuis zijn opgezette beesten terug en hoort de leeuw weer hoesten - besloot Koos Schuur meer dan twintig jaar geleden zijn ‘Nawoord’ bij Gedichten 1940-1960. Onder die gedichten bevond zich ook ‘Een kind tekent’, een versje uit de jaren dertig, opgedragen aan A. Marja:
Een kind tekent
(het heeft de boom vergeten)
de zon is geel, de hond is bruin
de weg is wit - de witte weg -
en helemaal rondom de tuin
tot aan het huis een groene heg
(maar 't heeft de boom vergeten)
het huis is rood, het dak is rood
en uit de schoorsteen komt wat rook
Schuur, wiens poëzie na de oorlog hoge verwachtingen wekte, emigreerde in 1951 naar Australië en heeft daar zijn schrijverschap zien ‘afsterven’, zoals de Moderne Encyclopedie van de Wereldliteratuur het noemt. Na de publikatie van Gedichten 1940-1960 heeft hij, teruggekeerd in Nederland, nog maar weinig van zich doen horen. Vijf jaar geleden eerst publiceerde hij de vrijwel onopgemerkt gebleven bundel Waar het was, eindigend met de nogal pathetische regel ‘ik geloof alleen nog in leven’. Maar in diezelfde bundel lezen we ook: ‘en spelen is beter dan eten/ elk kind bevestigt dit’. De keuze voor het leven sluit de behoefte aan spel en poëzie niet uit.
Koos Schuur is in september zeventig jaar geworden en het lijkt me aardig ter gelegenheid daarvan nog eens naar zijn vroegere gedicht over een tekenend kind te kijken. De kans is groot dat we daarin ook de spelende dichter ontmoeten. ‘Ik heb een kindertekening gehuurd/ en woon daar nu in’, schreef Pierre Kemp.
De dichter heeft in Schuurs gedicht aanvankelijk iets betweterigs: tot twee keer toe onderbreekt hij zijn beschrijving van de tekening met de constatering dat het kind de boom heeft vergeten. Maar hij zet zijn aanmerking tussen haakjes, het is een terzijde, hij fluistert ze ons toe.