portretteerd: een pragmatische man zonder emoties, in de eerste plaats gedreven door eigenbelang. Dit wil geenszins zeggen dat de republikeinen wel veel genade vinden in de ogen van de schrijver. De onderlinge verdeeldheid, het gebrek aan discipline, de valse idealen die ze najagen en het versluierde eigenbelang suggereren dat de oorlog wel móest eindigen in een nederlaag. Men wacht de gebeurtenissen gelaten af, zich troostend met de gedachte er zelf nog een slaatje uit te kunnen slaan.
Benet beschrijft de gebeurtenissen op kille wijze. Er is slechts één personage waarvoor hij sympathie lijkt te voelen: de advocaat Tertuliano Herencia, een individualistische, kritische geest die zich even belangeloos als onafhankelijk inzet voor wat hem rechtvaardig lijkt. Door zijn personages zo afstandelijk te bejegenen, worden ze weinig minder dan in hun hemd gezet, overigens zonder dat Benet naar het wapen van de satire grijpt. Het vreemde is dat al die vergeefse schermutselingen de schrijver onverschillig lijken te laten. Er is geen spoor van verontwaardiging te bespeuren. Herrumbrosas lanzas geeft een koele, bijna steriele visie op de burgeroorlog.
Ook in toneelstukken en films is de visie op de burgeroorlog afstandelijker geworden. In een van de succesvolste stukken die de laatste tien jaar op de planken zijn gebracht, Las bicicletas son para el verano (Fietsen zijn voor de zomer) van schrijver/acteur/regisseur Fernando Fernán Gómez, heeft de oorlog weinig heldhaftigs: het stuk toont het wel en wee van een familie in een portiekwoning in Madrid, dat het grootste deel van de burgeroorlog door de nationalisten belegerd werd. Hoewel de tragische elementen niet ontbreken (honger, bombardementen, verraad) ontbreekt ieder spoor van pathetiek, de toon is zelfs bijna lichtvoetig te noemen. Las bicicletas son para el verano, inmiddels verfilmd en ook in Nederland uitgebracht, is de burgeroorlog tussen de schuifdeuren. De tedere relativering van een strijd die tientallen jaren lang op de Spaanse samenleving heeft gedrukt zal vele Spanjaarden een zucht van verlichting hebben doen slaken.
Regisseur Luis Berlanga, die in 1964 een film heeft gemaakt die enkele jaren geleden door Spaanse critici is uitgeroepen tot de beste film die onder het franquisme is gemaakt, El verdugo (De beul), gaat nog een stapje verder: hij maakt slapstick van de burgeroorlog. In zijn in 1985 uitgebrachte film La vaquilla (Het koetje) krijgt geen enkele politieke overtuiging de kans om serieus te worden genomen. Het vrij magere verhaal - een groep republikeinen probeert een jonge koe te stelen van de nationalisten, zodat ze weer voor enige tijd te eten hebben - is aanleiding voor een reeks grappen en grollen waarvan je tenen krom gaan staan en die het moeilijk voorstelbaar maken dat ze bedacht en in scène gezet zijn door dezelfde regisseur die El verdugo heeft gemaakt. Opmerkelijk is de film in ieder geval, al was het alleen maar omdat hij je doet beseffen dat de Tweede Wereldoorlog in Nederland nog nooit op zo'n oneerbiedige wijze is verfilmd.
Het slot van de film is een klap in het gezicht, omdat het volstrekt detoneert met het voorafgaande. Ineens stopt al het kabaal. Het koetje waar zo veel over te doen is geweest ligt op een stukje niemandsland tussen de beide kampen in te verrotten. Niemand durft het beest te halen, waardoor de gieren alle gelegenheid krijgen zich te goed te doen aan het rottende kadaver.
Er zijn direct na de burgeroorlog al auteurs geweest die de oorlog afgeschilderd hebben als een weinig heroïsche, stumperige, nutteloze broederstrijd, waar persoonlijke belangen zich vaak vermommen als idealen, maar ze vormden een uitzondering. Bovendien was de toon van hun werk, hoe weinig partijgebonden ook, altijd zwaar. De laatste jaren laten een grotere afstand tot de burgeroorlog zien. Overheersend zijn nu het wantrouwen tegenover welk politiek ideaal dan ook, het idee dat de schuldvraag niet beantwoord is door te volstaan met naar de ander (i.e. het nationalistische kamp) te wijzen, de overtuiging dat iedere oorlog, hoe idealistisch aan de buitenkant dan ook, in de