De Gids. Jaargang 148(1985)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 354] [p. 354] Robert Egeter van Kuyk Fernâo Mendes Pinto Toen je wegging hing er nevel over de Taag en kraakten de scheepskabels vlak bij het Terceiropaleis. Toen zeilde je schip uit de oceaanzee op, tegen de zon in en de nacht tegemoet. Je hield je goed in Guiné, je vocht als een leeuw, je zwaard was een van de beste in Goa en aan de Perzische Golf - jij, zwetend in je ijzeren kuras, met moed en wanhoop de leegte verhullend diep in je: de heuvels van Ribatejo, de geur van een lichaam. In Diú verwekte je kinderen, maar je leeft er ook voort als goede kameraad, goede soldaat, en - als niemand het zag - als tedere minnaar. Zee, die alle beloften kent, zee waarin de rivieren sterven, tijdloze zee van onze herinnering - alle zwaarbeladen galjoenen maken maar éven een spoor éen vergeten uur tussen gisteren en morgen. Toen je terug mocht komen, Fernâo, je rug gebogen, maar hoop in je hart, toen je weer terug mocht komen, Fernâo, met wind en vogels mee uit het westen, ging de zon alleen op over je herinnering. De brug over de Taag bij Belém, ijl rustend op steen, begroet je nu als vroeger het wachtschip: vanochtend, net als driehonderd jaar geleden, hangt er nevel over de Taag. Lissabon, november 1983 [pagina 355] [p. 355] Oponthoud in de bergen Dag van blauwgroene eucalyptus: deze bergen golvend naar de verte als een gehypnotiseerde slang versteend in een lied van stilte. Men zegt: Krijtperiode, men zegt: vierhonderdmiljoen jaar geleden. Neergestreken op de oeroude bergen boven Konoje, éven, als vogels die rusten op hun trek, drinken we van de oude stilte en rijden verder. Gondar, Ethiopië, 1981 [pagina 356] [p. 356] Torre de Belém De punt staat vast in de bekende aarde bij de welomschreven herinnering waarvan de woorden soms scheef lopen, misschien onhandig krabbelend, maar vast op het vertrouwde zand als kreeftjes bij vallend tij. Het andere been van de passer steeds verder met kleine potloodstreepjes op de route van hier naar de specerij-eilanden door de zwoele hitte van Zanzibar. Langs de lijn zeilt het schip onze ogen voorbij totdat - hoe onverwacht nog! - het adviesjacht terugkomt met berichten: gouden paleizen, rijke parfums, de mooiste vrouwen, goud, aantrekkelijke slaven - al het vreemde, dat ons al zo bekend is in onze dromen. Lissabon, mei 1982 Vorige Volgende