De Gids. Jaargang 148(1985)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] Richter Roegholt Lip Zij is al lang weg maar dit weet ik nog zij heeft een korte rechte neus en ogen die je niet doorziet één ervan kijkt iets naar buiten haar bovenlip neemt wanneer ze praat het puntje van haar neus mee er is een moedervlek op haar lip rechts juist op de grens waar de lip rood wordt en gelatenheid in haar gebaar zo nobel als het vee dat wacht en zeker van zijn lot en als zij ligt kent zij geen aarzeling of vals spel zij weet waar het om gaat daarna is er gelatenheid in haar het oog als het fluwelen vee je kijkt haar aan je weet niet wat er is gebeurd [pagina 54] [p. 54] Kousen Soms denk je waar zij kan zijn je weet niets en toch je weet hoe zij is beweegt op de rand van het bed zit haar kousen aantrekt Waar zij is en met wie zij verandert niet in haar is een kompas dat steeds naar het centrum wijst Ontsnappend reizend en met anderen om haar heen jij weet dat wij vreemden waren Ook stil zittend het vuur in de kachel is al lang uit koud in een slaapzak alleen roken en praten te moeilijk Met een kompas dat naar binnen wijst weg van de anderen zoekt zij maar wat zij ook zoekt zij zal het niet vinden Je denkt waar zij zijn kan je weet hoe zij op de rand van het bed zit haar kousen aantrekt Vorige Volgende