ook in het Hellenistische Alexandrië goed op zijn plaats zou zijn geweest want voor hem was uitvinden meer een amusant tijdverdrijf, al in 1663, lang voor ons vaporeuze tijdvak, het licht had doen zien.
Met ‘century’ bedoelde hij ook niets van tijd-rekenkundige aard. Dat woord staat bij hem gewoon voor het getal honderd. Shakespeare, die klassiek-klinkende termen oppikte waar hij maar kon, schijnt daarmee begonnen te zijn.
Maar laat mij de titel van het werkje van Edward Somerset, tweede markies van Worcester (1601-1667), volledig citeren. Dan wordt alles meteen duidelijker. Die luidt: Century of the names and the scantlings of such inventions as at present I can call to mind to have tried and perfected.
As at present I can call to mind... Het lijkt wel alsof de honderd uitvindingen die hij ons aanbiedt slechts een klein deel van al zijn geexperimenteer zijn. Of zou onze markies misschien meer épateur dan uitvinder zijn? Daarom heb ik een paar van zijn inventies getest, voorzover ik mij daartoe competent mag noemen. Het is mij niet meegevallen.
Zo was ik als auteur die 's nachts wel eens wakker wil worden met een idee in zijn hoofd en dan in het duister snel wat op een blocnote krabbelt erg geïnteresseerd in zijn uitvinding ‘hoe in het donker net zo regelmatig te schrijven als bij dag- en kaarslicht’. Maar ik ben er niet wijs uit geworden en mijn schrift is 's morgens nog even onontcijferbaar. De rest is helaas even nebuleus. En dat geldt ook voor de twee uitvindingen (de nummers 68 en 100) die zijn faam nu bijna twee eeuwen lang op de een of andere wijze in stand hebben weten te houden, vermoedelijk omdat de mensen, als ze niets beters te doen hebben, zo graag over ‘voorlopers’ van hun eigentijdse genieën zeuren. Wat zijn zij nu o zo trots op ‘hun’ James Watt. Maar hij mag het vooral niet alleen van zichzelf hebben. O nee, alles in de wereld ‘ontwikkelt zich’. Zo kan ook de alleroninventiefste sul het gevoel behouden dat hij meetelt.
Mijn God, wat vóelt iedereen zich in een eeuw van grote uitvindingen! Het optimisme daarover wordt werkelijk door geen enkele bijgedachte getemperd dat het stoomtijdperk dat we nu zo glorieus zijn binnengetreden ook wel eens heel negatieve kanten zou kunnen krijgen. Wie garandeert ons eigenlijk dat we door al die stoom die ons sinds James Watt om de oren is gaan blazen tenslotte niet van de aarde worden weggeblazen? Ik vind het nogal een mensonvriendelijke zaak. Maar het zal helaas wel zo zijn wat die mensen die ons steeds dieper die nieuwe vaporeuze tijd induwen als hun beste argument aanvoeren: wat eenmaal uitgevonden is kan niet meer ‘disinvented’ worden. Het publiek vindt bovendien alles prachtig wat er gebeurt, vooral sinds de sensatie van de stoomlocomotief. Het denkt er nauwelijks over na wat dit betekent als de mensheid ook in het stoomtijdperk oorlog blijft voeren. Want de soldaten kunnen nu per stoomtrein in zulke massa's naar de slagvelden worden vervoerd dat die echt een Armageddon kunnen worden.
Nummer 68 van zijn centurie is in ieder geval tot een voorafbeelding van de stoommachine opgevijzeld. Ik kan het niet beoordelen, ik ben geen ingenieur, ik weet niet of men zijn nebuleus betoog sub 68 zo kan uitleggen. Ik weet alleen dat de markies er hier een compagnon bij heeft gehaald, een ‘workman’ die een beetje van de praktijk afwist, en dat die iets voor hem in elkaar heeft gezet. Maar veel indruk schijnt het ding niet te hebben gemaakt. Het heeft hem niet eens overleefd, want toen onlangs iemand die James Watt eraan wilde herinneren, dat hij bescheiden moest blijven en aan zijn ‘voorlopers’ moest denken, het lijk van de markies van Worcester liet opgraven omdat hij absoluut aannam dat hij zijn stoomwerktuig naast zich had laten begraven, werd het niet aangetroffen.
Wat nummer 100 betreft - die uitvinding moet de markies expres tot het allerlaatst hebben bewaard; hij noemt haar ‘the most stupendous work in the whole world’ - zijn we wat beter geïnformeerd. Het moet iets in de geest van de eveneens zeventiende-eeuwse irrigatiemachine van Marly-Le-Roi bij Parijs zijn geweest. Een methode om water hoogteverschillen te