A.J. Dunning
Over de kracht der vooroordelen, blykbaar uit ziekten die door tocht veroorzaakt heten te zyn
Ieder volk krijgt de ingebeelde ziekten die het verdient. De Fransman vreest niet voor zijn leven maar zijn lever, de Amerikaan betrekt alles op zijn hart, van koffiegebruik tot vasectomie, de Duitse buurman vreest voortdurend vitaminegebrek en wij hebben als vijfde, ziekmakende windrichting, de tocht. De luchtstroming heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in de verbeelding van pathologie. Lucht mengde zich met bloed in de antieke geneeskunde, verbrandde onze stofwisseling tot lichaamswarmte in de zeventiende eeuw en was als malaria verantwoordelijk voor de moeraskoorts in het Europa van de vorige eeuw. Nergens heeft die kwade lucht zo lang stand gehouden als ziekteverwekker als bij ons.
Dat komt mogelijk omdat wij ooit een zeevarende natie waren die van lucht en wind leefde. De Zuidwester en Noordooster zijn romantische herinneringen in taal en beeld, maar de tocht is gebleven in een verstedelijkt landschap onder de zeespiegel, als een zwakke zucht van wat eens de dijken van ons bestaan beukte.
Een ander zeevarend volk, de Grieken, heeft dezelfde devaluatie van wind en storm meegemaakt. Wat eens de barre Boreas of Noordenwind was, werd Meltem, afgeleid van het bel tiempo van de Venetianen die de eilanden veroverden en die wind wordt nu onderscheiden in graden waarbij de stoelen omwaaien, erger nog de tafels of tenslotte de kerkklokken gaan luiden. Het Homerisch element is tot horecaverstoorder geworden. Die tocht is en was voor veel aansprakelijk, van verkoudheid tot reuma, van longontsteking tot blaasinfectie en van stijve nek tot werkeloosheid als onze baan op de tocht komt te staan.
Wij zijn weerbaar genoeg om de schade van drank, sigaret, overgewicht en bewegingsarmoede te doorstaan, maar tegen het lage geniep van de tocht baat geen medicijn, is er geen voorkoming en zijn wij slachtoffer zonder verweer. Het feit dat die tocht op geen kompasroos is te vinden, niet ingedeeld wordt op de schaal van Richter en zich niet laat vangen in maat en getal, maakt de bedreiging alleen maar groter, zoals kortstondig aardstralen, astrologische misstanden of Yin en Yang-verstoring dat deden.
Soms neemt die tocht een vermomming aan zoals de airconditioning in onze kantoren en ziekenhuizen maar ook geklimatiseerd en centraal verwarmd blijft er tocht als excuus voor het kleine ongemak of het dagelijks onbehagen.
Een verklaarbare wereld kan ons satellieten of kerncentrales bezorgen, niertransplantatie en reageerbuisbaby doen aanvaarden, maar verschaft geen verklaring voor het kleine leed dat ons dagelijks overkomt. Daartoe dient een oorzaak en verklaring te worden gevonden die even onaanvaardbaar als onnaspeurlijk is en de tocht voldoet al een eeuw aan die eisen. Dat is de kracht van het vooroordeel waaraan veel wordt geleden, zoals Multatuli al wist.