De Gids. Jaargang 146
(1983)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 829]
| |
Pieter Sijpersma
| |
[pagina 830]
| |
changed to silent flowers. Giant heads in the helmets of conquistadors sailed up like sad, painted kites over the giggling chimney pots. Hardly anything remained the same for more than one second and the city was no longer the conscious production of humanity; it had become the arbitrary realm of dreams.’ Als een van de weinigen die nog besef hebben van wat wel en niet ‘echt’ is in dit ‘koninkrijk van het ogenblikkelijke’ krijgt een jongeman, Desiderio, van overheidswege de opdracht dr. Hoffman en zijn duivelse contrapties uit te schakelen. Hoewel geen James Bond, is Desiderio, met zijn misnoegde karakter, de juiste man voor deze klus. Eigenlijk verveeld door de film waarin hij zelf rondloopt - zelfs dr. Hoffmans bevallige dochter is niet bij machte hem definitief te betoveren - begint Desiderio aan een odyssee die hem onder meer in het gezelschap voert van een riviervolk, een reizend circus, de ‘erotische reiziger’ (een episode waarin heel wat te lachen valt en waarin rechtstreeks aan De Sade ontleende elementen zijn te herkennen), een horde kannibalen en een kudde zeer religieuze, maar ook zeer scabreuze centaurs. Dat deze roman, die in alle opzichten extravagant is, ook voor anderen dan de ware liefhebbers van fantastisch proza een boeiende en overtuigende vertelling kan zijn, is niet in de laatste plaats te danken aan het Engels waarin Angela Carter schrijft: heldere zinnen met een zorgvuldige woordkeus, die een keur aan ritmische variaties bieden. Beschrijft Dr. Hoffman hectische tijden, Heroes and Villains speelt in de dagen dat de aarde weer woest en ledig is geworden. (Volgens Angela Carter leven wij in ‘Gotische tijden’, nu het aanbrekende fin du siècle ook wel eens het fin du monde zou kunnen blijken.) De ‘rationele’ beschaving, althans wat daarvan nog over is, heeft zich teruggetrokken in versterkte nederzettingen, terwijl de omringende jungle wordt beheerst door de Barbaren. Zoals zo vaak in Carters verhalen is ook nu weer de hoofdpersoon een onbezoedelde maagd, ditmaal Marianne geheten. Zij laat zich moedwillig ontvoeren door de moordenaar van haar broer, de Barbaar Jewel. Mariannes komst brengt in de stam, die een nomadisch bestaan leidt en leeft van de natuur en de resten van de verdwenen cultuur, de nodige spanning teweeg. Zij is een vreemde, met ‘sharp, cold eyes’, hatelijk; haar koele rationaliteit komt in botsing met het bijgeloof dat onder de leden van de stam heerst. De sjamaan van de stam, de ex-geleerde Donally, die nu zijn publikatiedrift botviert op muren waarop hij pretentieuze nonsens - als een soort filosofische graffiti - neerkalkt, is Mariannes interessante tegenspeler. Hij is tevens Jewels mentor. Aan het slot van het boek ontpopt Marianne zich als een nieuwe Eva: haar Adam (Jewel) komt ten val..., maar niet dan nadat Donally, de Wijze Vader, ook uit dit post-nucleaire paradijs is verbannen. Heroes and Villains, overigens ook een heel romantisch verhaal, maakt indruk door de ingehouden virtuositeit, en gaat - zoals gewoonlijk bij Carter - zwanger van allerlei implicaties. De aard van die implicaties laat zich niet moeilijk raden. Niet alleen in haar fictie, maar ook in haar journalistieke en essayistische werk geeft Angela Carter voldoende aanwijzingen. The Sadeian Woman is een met flair geschreven studie over het werk van De Sade, die tevens kan dienen als sleutel tot Carters eigen scheppingen. Zij is van mening dat De Sade in zijn beschrijving en verheerlijking van de perversie eigenlijk nog niet ver genoeg is gegaan; zijn perversie is slechts een vorm van auto-erotiek, seksuele praktijken gericht op lustbevrediging van ten hoogste één deelnemende partij. Ervan uitgaande dat maatschappelijke verhoudingen zich weerspiegelen in seksuele relaties komt Carter tot de slotsom dat De Sades werk weliswaar satirische en kritische kanten vertoont, maar dat het beeld dat - ongewild - van de omringende samenleving wordt getoond geen protest bevat. De Sades libertijnen hebben die samenleving juist nodig, | |
[pagina 831]
| |
om zich ertegen af te zetten: verbodsovertreding bevordert het seksueel genot. In de ogen van Carter staat deze libertijnse seksualiteit, omgeven door een waas van het verbodene, los van het normale menselijke verkeer. De feministe Angela Carter, die de emancipatie van de vrouw wenst te zien als een vorm van secularisatie, wil ook deze laatste mythologische resten verwijderen en de pornografische vertelling omsmeden tot een middel ter demystificatie. De titel van haar onlangs verschenen verzameling journalistieke stukken dient dus letterlijk te worden genomen: Nothing Sacred. Hieruit komt Angela Carter naar voren als een zelfbewuste en openhartige persoonlijkheid. Alle stukken zijn bondig geschreven, veelal op dezelfde oneerbiedige toon. Naast een afdeling met onbeschroomde autobiografische opstellen biedt deze bloemlezing artikelen over Japan (waar Carter twee jaar heeft gewoond) en over Engeland, alsmede een aantal romanbesprekingen, waarin onder andere hedendaagse koninginnen van de Amerikaanse (soft-)pornoroman op de hak worden genomen. Opnieuw geeft Angela Carter in deze opstellen blijk van haar hevige belangstelling voor de uiterlijke schijn van de dingen en haar feminisme, twee interesses die een leidraad voor haar gehele oeuvre vormen. |
|