tegen dat er pas na weken enig blijk van medeleven met de nabestaanden af kon.
Niettemin dook ook hier weer de Pavlov-reactie op, die ieder blijk van verontwaardiging over daden van de Sovjetunie onmiddellijk omzet in een doelbewust pogen de koude oorlog aan te wakkeren en de ontspanning om zeep te helpen. Zeker, beide grootmachten maken propagandistisch gebruik van de wandaden van hun tegenstander. Maar sluit dat terechte - en spontane - verontwaardiging uit? Willen verkeersvliegers de koude oorlog, of gewoon betere bescherming tegen dit soort bruut geweld? Had Reagan het zich tegenover het Amerikaanse publiek kunnen veroorloven geen harde woorden te gebruiken? Was dat niet des te meer nodig om de onderhandelingen in Genève te kunnen voortzetten en daar zelfs concessies te doen? De Pavlov-reactie komt voort uit de stelling, dat Amerika een ongebreidelde koude oorlog nastreeft en iedere gelegenheid aangrijpt om die toestand te bereiken. De ontwikkeling van de internationale politiek wordt zo verklaard uit de slechte eigenschappen van de Verenigde Staten. Amerika zou geen gewone grote mogendheid zijn, maar een (kapitalistisch) imperialistische, en zou daarom uit zijn op de wereldoverheersing. De schuld voor koude oorlog en toegenomen spanning ligt altijd bij Amerika.
Wat we hier in werking zien is de dommekracht van ideologie die op dualistisch denken berust. Ieder conflict wordt teruggebracht op de kwade eigenschappen van de tegenstander. Wij dragen geen schuld, wij zijn gedwongen te reageren. Dat de tegenstander zou kunnen reageren op iets dat wij doen, daar is geen sprake van. Schuldtoewijzing is eigen aan alle conflicten en wordt des te belangrijker naarmate deze conflicten bedreigender zijn. De schuldvraag leidt tot eindeloze ruzies tussen geliefden en tot eindeloze polemieken in en over politiek.
De geschiedschrijving in het Westen van de koude oorlog is een goed voorbeeld. Tot aan het uitbreken van de oorlog in Vietnam stond de schuld van de Sovjetunie aan het beginnen en doen voortduren van de koude oorlog vast. Het Westen was gedwongen te reageren door ‘indamming’ van de Sovjet-macht. De Sovjetunie was inherent expansionistisch, het Westen inherent defensief. Dit beeld werd door de ‘revisionisten’ (David Horowitz, Gabriel Kolko) eenvoudig omgekeerd. De Verenigde Staten lokten de koude oorlog uit en waren ‘imperialistisch’, de Sovjetunie moest zich daar als ingesloten staat wel tegen verdedigen. Dit soort geschiedschrijving wordt door de schuldvraag bepaald, feiten worden gerangschikt en getuigen aangeroepen als in het pleidooi van een advocaat.
Een wat meer gedistantieerde analyse van de samenhangen tussen handelingen van de rivalen, van hun zetten en tegenzetten en van het daaruit voortkomende - door geen van beide in die vorm gewilde of voorziene - verloop van de gebeurtenissen werd pas mogelijk in dejaren zeventig, in de tijd van de ontspanning. (Zie bijvoorbeeld het werk van Daniel Yergin of John Lewis Gaddis). De schuldvraag verdween naar de achtergrond, een meer uitgebalanceerde visie werd mogelijk. De koude oorlog kon worden gezien - althans in het Westen - als een tweezijdig proces, dwangmatig voortkomend uit de traditionele rivaliteit tussen grote mogendheden, zij het versterkt door ideologische spanningen.
Maar als de conflicttemperatuur stijgt komen de oude voorstellingen weer naar boven. De schuldvraag leidt weer tot het schrijven van het requisitoir van een officier van justitie of het pleidooi van een advocaat, die analyses verdringen waarin niet naar goed of kwaad maar naar de feitelijke samenhangen wordt gevraagd.
In ons zustertijdschrift Tirade, dat als enig ander literair tijdschrift aandacht besteedt aan de internationale politiek, schrijft redacteur H.F. Cohen van tijd tot tijd zulk een requisitoir. Daarom ga ik hier nader op zijn geschriften in.