Medewerkers aan dit nummer
huub beurskens. 1950. Publiceerde onder meer de gedichtenbundel Vergat het meisje haar badtas maar (1980), de roman De stroman (1982) en de essaybundel Schrijver zonder stoel (1982).
frans budé. 1945. Debuteert in dit nummer.
douwe draaisma. 1953. Studeert psychologie en filosofie te Groningen. Hij schreef eerder in Intermediair over de filosoof Heymans en niet-euclidische meetkunde. Als leraar filosofie verbonden aan de Scholengemeenschap Holten.
f.e. frenkel. 1923. Wetenschappelijk hoofdmedewerker van de vakgroep strafrecht aan de Erasmus Universiteit, Rotterdam. Publikaties o.a.: ‘De Duitsers of schuldvraagstuk’ in Tirade, november 1962 en ‘Nationaal-socialisme of Europese traditie’ in De Gids, juni 1964.
wiel kusters. 1947. Publiceerde de dichtbundels Een oor aan de grond (Querido, 1978), De gang (Querido 1979) en Hoofden (Querido 1981). Verhalen over het mijnwerkersmilieu verschenen in Het mijnmuseum (Querido, 1981). Verzorgt een vaste poëziekroniek in De Gids. Redacteur van De Gids sinds nr 4, 1983.
arthur langeveld. 1947. Medewerker aan het Slavisch Instituut van de Rijks Universiteit te Utrecht. Recenseert Russische literatuur in De Groene Amsterdammer en NRC Handelsblad. Vertaalde In quarantaine en Afscheid van het niets van Vladimir Maksimov.
herman de lange. 1941. Wetenschappelijk medewerker aan het Polemologisch Instituut van de Universiteit van Groningen. Meest recente publikatie: De bewapeningswedloop tussen de Verenigde Staten en de Sovjetunie 1945-1980 (proefschrift, 1982).
harry mulisch. 1927. Poëzie: Woorden, woorden, woorden (1973), De vogels (1974), Tegenlicht (1975), Kind en kraai (1975), De wijn is drinkbaar dank zij het glas (1976), Wat poëzie is (1978), De taal is een ei (1979) en Opus Gran (1982).
martin reints. 1950. Debuteerde in 1981 met Waar ze komt daar is ze (gedichten).
aleid truijens. 1955. Studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Publiceerde onder meer in de Synthese-reeks van De Arbeiderspers/Wetenschappelijke Uitgeverij de studie Over de verhalen van F.B. Hotz (1981).
kees verheul. 1940. Medewerker aan het Slavisch Instituut van de universiteiten van Groningen en Leiden. Vertaalde o.a. de memoires van Nadjezdja Mandelstam en poëzie van Mandelstam, Achmatova en Brodski. Publiceerde de essaybundels Verlaat debuut, waarin een lang artikel over het gedicht ‘Aeneas en Dido’ van Brodski, en Antwoord van een buitenstaander, het reisverslag Contacten met de vijand en de roman Jongen met vier benen.
eddy van vliet. 1942. Publiceerde o.m. Het grote verdriet (Jan Campertprijs), Na de wetten van afscheid & herfst, Glazen en Jaren na maart. Werkt o.m. mee aan Nieuw Vlaams Tijdschrift Bzzlletin, Tirade en Raster.
leo vroman. 1915. Recente publikaties: Verdoemd carillon (poëzie, 1981) en Liefde sterk vergroot (poëzie, 1981).
frans weitenberg. 1949. Studeerde kunstsociologie aan de Universiteit van Groningen. Publiceerde eerder in AKT, tijdschrift van het instituut voor kunstgeschiedenis in Groningen.
peter zeeman. 1954. Studeerde Slavische talen aan de Universiteit van Amsterdam en doceerde moderne Russische poëzie.
a.c. zijderveld. 1937. Hoogleraar algemene sociologie aan de Katholieke Hogeschool Tilburg. Recente publikaties: De tirannie van het cliché (1982), De culturele factor (1983) en Reality in a looking glass (1983; in 1984 verschijnt een Nederlandse vertaling onder de titel De gespiegelde werkelijkheid).