Medewerkers aan dit nummer
frida balk-smit duyzentkunst. 1929. Hoogleraar taalkunde van het hedendaagse Nederlands, Universiteit van Amsterdam. Schreef De grammatische functie. Methode van grammaticale analyse, aan het Nederlands gedemonstreerd (dissertatie, 1963); Een referentiële identiteitskrisis (oratie; 1972). Voorts verscheidene wetenschappelijke artikelen waarin de fundamentele beperkingen van de generatieve grammatica worden besproken, en andere waarin de hechte band tussen taalkundig onderzoek en poëzieanalyse wordt aangetoond. Zij is een verklaard voorstander van grammatica-onderwijs op de lagere school, waaraan zij, ook buiten de ‘vak’-pers enkele artikelen wijdde.
hans berghuis. 1924. Publiceerde gedichten, romans en vertalingen. Schreef bijna tien jaar lang kritieken voor de Volkskrant. Enkele titels: Stanza's voor haar (1947); Grote en kleine metten (1949); Pleidooi voor een zondaar (1952); Drie vrouwen (1956); Don Ramon en de eilanders (1959); Tweehonderd copla's (1961). Twaalf ambachten, dertien ongelukken. Leeft als houthakker in Haelen (L.).
breyten breytenbach. 1939. Verbleef van augustus 1975 tot december 1982 in Zuidafrikaanse gevangenschap op beschuldiging van verzet tegen het apartheidsregiem. Publiceerde in Nederland o.a.: Skryt. Om 'n sinkende skip blou te verf (poëzie, 1972); Het huis van de dove. Gedichten 1964-1969; Met andere woorden. Gedichten 1970-1975; Een seizoen in het paradijs (roman, 1980) en Eklips. Die derde bundel van die ongedanste dans (poëzie, 1983).
aart g. broek. Studeerde literatuurwetenschap en Nederlands in Amsterdam. Is thans leraar Nederlands in Willemstad op Curaçao.
a.l. constandse. 1899. Redacteur van De Gids van 1965 tot 1982. Publiceerde een groot aantal werken op politiek, cultuur-historisch en literair terrein. Recente publikaties: Het weerbarstige woord (Meulenhoff, 1981) en Het soevereine Ik (Meulenhoff, 1983).
g.l.g.m. van den eerenbeemt. 1936. Beeldend kunstenaar; woont en werkt in IJmuiden. Publiceerde eerder in De Gids, Nieuw Vlaams Tijdschrift en Gedicht.
hans ester. 1946. Docent aan het instituut Duits aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen. Vertaalde Breyten Breytenbach en Marliese Joubert uit het Zuidafrikaans en Gabriele Wohmann uit het Duits. Publiceerde ondermeer over Theodore Fontane, Crista Wolf, Elisabeth Eybers en Kurt Marti in Maatstaf, Literair Paspoort, Deutsche Bücher en Trouw.
marjan groenewegen. 1956. Studeerde Frans aan de Universiteit van Leiden, thans docente. Houdt zich voornamelijk bezig met de twintigste-eeuwse Franse literatuur.
wiel kusters. 1947. Publiceerde de dichtbundels Een oor aan de grond (Querido, 1981); en verhalen over het mijnwerkersmilieu onder de titel Het mijnmuseum (Querido, 1981). Kusters verzorgt sinds nummer 8 1982 een vaste poëziekroniek in De Gids; met ingang van nummer 4 1983 maakt hij deel uit van de redactie van De Gids.
han lammers. 1931. Was redacteur van anp, Algemeen Dagblad, Groene Amsterdammer, Podium en De Gids. Werd in 1970 wethouder van Amsterdam (publieke werken, stadsontwikkeling, haven en kunstzaken) en is sinds 1976 Landdrost van de Zuidelijke IJsselmeerpolders. Publiceerde Hinderlijk volgen, schrijft over muziek in NRC Handelsblad en publiceert regelmatig bijdragen in politieke tijdschriften.
herman de lange. 1941. Wetenschappelijk medewerker aan het Polemologisch Instituut van de Universiteit van Groningen. Meest recente publikatie: De bewapeningswedloop tussen de Verenigde Staten en de Sovjetunie 1945-1980 (proefschrift, 1982). Hij schrijft met ingang van nummer 8 1982 samen met G. van Benthem van den Bergh de kroniek Dood en leven van De Gids.