De Gids. Jaargang 146
(1983)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermdDood en leven
| |
[pagina 284]
| |
militaire commandanten te verminderen. Die duidelijke en daadwerkelijke regeling en de herbevestiging van het gezag van de politieke leiding, die ermee samenging, was sommige militaire commandanten een doorn in het oog. Zij zagen in de nieuwe technische mogelijkheden een kans hun eigen rol weer te vergroten: de snelheid waarmee een raketaanval zich zou voltrekken (dertig minuten van de lancering tot de explosie) zou behalve perfecte technische waarnemings- en dataverwerkingssystemen een delegatie van de beslissingsbevoegdheid aan de militairen vereisen. Tussenkomst van de politieke leiding zou alleen maar tot vertragingen kunnen leiden en daardoor de reactiesnelheid en dus de afschrikking in een crisissituatie verminderen. Maar het beleid van de Amerikaanse regering ging helemaal in de andere richting. In het nucleaire tijdvak waren militaire commandanten geen veldheren meer, maar uitvoerende ambtenaren. De beheersingsmaatregelen met betrekking tot kernwapens moesten zo grondig zijn, dat de kans op een niet-gewilde kernoorlog werd uitgesloten.Ga naar eind3. Niettegenstaande de perfectionering van de waarnemingssystemen doen zich telkens verschijnselen in de atmosfeer en op aarde voor, waardoor satellieten en radarsystemen misleid worden en plotseling een raketaanval signaleren. Uit de beginperiode is een fraai voorbeeld bekend. De waarschuwingssystemen signaleerden een raketaanval. Na controle bleek dat er niets aan de hand was. De oorzaak van het valse alarm was de maan. Toen ontdekte men dat een ver verwijderd object evenveel energie kan reflecteren als een klein object dat nabij is.Ga naar eind4. Later richtte de waarneming zich op infrarode signaturen (vaststelling van de warmte-uitstraling van objecten), waarbij zich dezelfde soort problemen kunnen voordoen, omdat ook allerlei verschijnselen in de atmosfeer infrarode indicaties kunnen geven.Ga naar eind5. In de tweede plaats raken de dataverwerkingssystemen soms defect en gaan dan plotseling een vals alarm produceren, zoals bij voorbeeld op 3 en 6 juni 1980 is gebeurd. Dit schijnt ongeveer twee à drie maal per jaar voor te vallen.Ga naar eind6. Het wantrouwen van York tegen de mogelijkheden van de techniek was dus geheel en al juist.Ga naar eind7.
Op 14 november 1960 vergaderde de wetenschappelijke adviescommissie van president Eisenhower onder leiding van George Kistiakowsky, adviseur voor wetenschappelijke aangelegenheden van de president. Op deze zitting stelde de bekende natuurkundige Isodor Rabi een gesprek aan de orde, dat hij had gehad met Vladimir Emelyanov, hoofd van de commissie voor kernenergie van de Sovjetunie. Bij die gelegenheid had Emalyanov gezegd dat de Sovjetunie volgens haar militaire doctrine onmiddellijk een totale aanval op de Verenigde Staten zou ontketenen, zodra één kernwapen op Russisch grondgebied zou ontploffen. Daarbij zou het geen verschil uitmaken of deze explosie het gevolg was geweest van een ongeluk of van een welbewuste beslissing. Volgens Kistiakowsky had Rabi zich door de Rus laten inpakken. Hij beschouwde diens opmerkingen als een vorm van opzettelijke misleiding.Ga naar eind8. Dit voorval laat zien hoe bekwame wetenschapsbeoefenaars en experts op het terrein van militaire technologie al vroeg in de ban raakten van de angstvoorstelling dat de Sovjetunie een soort ‘launch on warning’-beleid zou volgen. In december 1979 liet de Sovjetunie weten dat zij zou overschakelen op ‘launch on warning’ wanneer de navo zou besluiten tot de plaatsing van 572 middellange afstandsraketten op Westeuropees grondgebied. Dergelijke dreigementen werden later herhaald. Onder invloed daarvan kwam in West-Europa geleidelijk een nieuw argument tegen de opstelling van de middellange afstandsraketten naar voren. In de Volkskrant werd kortgeleden opgemerkt: ‘[deze raketten] zijn overbodig en zeer gevaarlijk. Ze destabiliseren de bestaande betrekkelijk stabiele situatie, omdat vooral de Pershings snelle wapens zijn, die het gevaar | |
[pagina 285]
| |
van launch-on-warning (lancering na eerste waarschuwing) vergroten.’Ga naar eind9. De vroegere wensdroom van sommige militairen werd nu een spookbeeld, dat een schijn van realiteit kreeg onder invloed van de propagandistische bluf van de Sovjetunie.Ga naar eind10. Op zichzelf is de technische ontwikkeling van systemen mogelijk, waardoor bepaalde kernwapens automatisch gelanceerd kunnen worden na een eerste waarschuwing. Deze mogelijkheid wordt telkens weer bevestigd door woordvoerders van de Amerikaanse regering.Ga naar eind11. Dit zou in feite een terugkeer betekenen naar de politiek-psychologisch onzekere situatie van de eerste generatie raketten omstreeks 1960.Ga naar eind12. Deze zware en bovengronds opgestelde raketten hadden vijftien tot twintig minuten nodig om gelanceerd te kunnen worden. Er diende bij voorbeeld brandstof getankt te worden. Men vond ze kwetsbaar voor een verrassingsaanval, omdat een raketaanval met behulp van de toenmalige waarnemingssystemen pas vijftien tot twintig minuten voor de explosie van de kernkoppen gesignaleerd kon worden. Eigenlijk was men bang voor het volgende verloop van gebeurtenissen: in een situatie van grote spanning zou de vrees van de ene supermogendheid toenemen dat de andere partij plotseling zou toeslaan en om dat te voorkomen zou de eerste bij het minste of geringste teken van onraad pre-emptief aanvallen. Om deze reden ging men vaste brandstofraketten, die binnen één minuut gelanceerd konden worden (Minuteman!), opstellen in verbunkerde en ondergrondse silo's, zodat deze een kernwapenaanval konden doorstaan. Dank zij de verbeteringen van de waarnemings- en dataverwerkingssystemen kon men een raketaanval al heel vroeg opsporen, zodat er meer controle- en beslissingstijd beschikbaar kwam, waardoor men niet gedwongen was te lanceren na het eerste waarschuwingsteken. De Russische dreigementen een soort ‘launch on warning’-systeem te ontwikkelen, wanneer de Verenigde Staten hun wapenplannen ten uitvoer zouden leggen zijn niet alleen een middel om de publieke opinie in het Westen te beinvloeden, maar worden ook gezien als middel om de geloofwaardigheid van de eigen afschrikking te vergroten. Dit blijkt uit het volgende. Op 2 februari 1982 verklaarde minister van defensie Caspar Weinberger voor de Senaatscommissie van de strijdkrachten dat de Verenigde Staten niet van plan waren gedragswijzen als ‘launch on warning’ of een variant ervan, ‘launch under attack’, te aanvaarden: ‘We have repeatedly made clear that we are not relying on launch under attack as a solution to icbm survivability. We have also made clear that the Soviets cannot ignore our capability to do so and that they must account for it in their own calculations.’Ga naar eind13. Nog duidelijker is dit beleid van afwijzen, maar anderzijds de tegenpartij met onzekerheid confronteren, onder woorden gebracht door de strategische denker Colin Gray: ‘As an operational firing tactic, “launch on warning” would be a monumental folly, but as a veiled suggestion of the “we refuse to rule it out” variety it should not be despised.’Ga naar eind14. Blijkbaar volgt de Sovjetunie dezelfde gedragslijn. Maar het is volstrekt uitgesloten dat de Sovjetunie deze gedragslijn werkelijk heeft aanvaard. Het is in de eerste plaats in strijd met de strakke civiele controle van de Sovjetleiding op de kernwapens, want dit zou in feite neerkomen op delegatie van de beslissingsbevoegdheid over de inzet van kernwapens aan de militairen.Ga naar eind15. Bovendien is deze gedragslijn volledig vreemd aan de traditionele militaire doctrine van de Sovjetunie die zegt dat de oorlog de voortzetting van de politiek is. Die doctrine betekent overigens niet automatisch dat een kernoorlog volgens de Sovjetunie beschouwd kan worden als een bruikbaar instrument van de politiek.Ga naar eind16. Hoewel de Russische delegatie op de salt-besprekingen in mei 1970 uiteindelijk niet bereid was een verklaring in de handelingen op te nemen, waaruit zou blijken dat de Sovjetunie evenzeer als de Verenigde Staten die opvatting verwierp, | |
[pagina 286]
| |
kan men daaruit niet afleiden dat de Sovjetunie ervoor geporteerd was.Ga naar eind17. Raymond Garthoff heeft erop gewezen dat de militairen in de Sovjetunie erop tegen waren dat in SALT onderwerpen op het gebied van de operationele strategische doctrine besproken zouden worden.Ga naar eind18. Maar dat beide supermogendheden en dus ook de Sovjetunie sterk gekant waren tegen het concept ‘launch on warning’ is gebleken uit het verdrag van 30 september 1971, waarbij maatregelen werden afgesproken om het risico van een oorlog tussen de beide rivalen te verminderen. Artikel i legde de verdragspartijen de verplichting op de bestaande procedurele en technische maatregelen te handhaven en te verbeteren, die ertoe dienen om de inzet van kernwapens als gevolg van een ongeluk of eigenmachtig optreden van militairen te voorkomen.
Een kernoorlog, ontketend door computersystemen, behoort tot de fantasievoorstellingen en nachtmerries van het nucleaire tijdvak. De beslissing ligt nog altijd bij mensen. In dit geval de hoogste politieke leiding van beide supermogendheden. Juist de maatregelen die in de loop van de jaren van die kant zijn getroffen, maken niet alleen een kernoorlog als gevolg van valse alarms, beoordelingsfouten en eigenmachtig optreden van militaire commandanten, maar ook een kernoorlog als gevolg van een weloverwogen politiek besluit hoogst onwaarschijnlijk. Want paradoxaal genoeg wijst het propagandistisch gebruik door de supermogendheden van het concept ‘launch on warning’ om hun afschrikking geloofwaardiger te doen voorkomen erop dat de stabiliteit van hun betrekkingen nog altijd berust op hun vermogen elkaar te vernietigen. Deze paradox wordt nog groter wanneer men weet dat in 1969 ten tijde van de eerste felle debatten in de Amerikaanse Senaat over de invoering van een aangepast stelsel van raketverdediging een aantal senatoren, zoals William Fulbright, Stuart Symington, Albert Gore en Frank Church, die de wegen van het Pentagon toen zeer kritisch volgden, een strategie voorstelden die schijnbaar als twee druppels leek op het concept ‘launch on warning’. Symington zei bij voorbeeld: ‘It seems for various reasons, we do not want to establish what could be the greatest deterrence of all. If the Soviets knew that, if they went after our missile bases, we in turn would go after their cities, that would be a far greater deterrence than anything brought up in these meetings to day’ (daarmee bedoelde Symington vooral de Safeguard antiraketten).Ga naar eind19. Senator Fulbright ging nog een stuk verder, toen hij onderminister David Packard de volgende zinnen toevoegde: ‘[...]it would seem to me the assurance, the knowledge, that these icbms, even part of them, would be released immediately without any fiddling around about it, even without asking the computer what to do, would be the greatest deterrence in the world. I do not approve of the idea of relying on automatic computers. But if I understand some of the testimony, that is virtually all you could do.’Ga naar eind20. Hiermee raakten de senatoren de kern van de afschrikking, die in zijn militaire vormgeving neerkomt op ‘massive retaliation’ (senator Gore) of ‘wederzijds verzekerde vernietiging’ (McNamara) en politiek omschreven kan worden als wederzijdse afschrikking of zelfbeheersing. Over de uitlatingen van deze senatoren was een groot misverstand ontstaan bij het Pentagon. Uiteindelijk werden hun uitspraken geïnterpreteerd als een pleidooi voor het concept ‘launch on warning’. Dit was mogelijk door hun politieke uitspraken te reduceren tot militair-technische denkbeelden. Met deze achtergrondkennis kunnen de Russische uitspraken die schijnbaar tenderen in de richting van een ‘launch on warning’-opvatting opnieuw worden geïnterpreteerd. Behalve een poging om de politieke discussie in West-Europa over de invoering van de middellange afstandsraketten te beïnvloeden zijn ze in de eerste plaats te begrijpen als een duidelijke omschrijving van de afschrikking, zonder barokke of Byzantijnse verhulling: de | |
[pagina 287]
| |
aanvaller moet rekening houden met massale vergelding. Met de gewraakte opvatting heeft deze omschrijving niets te maken. Dat was ook de situatie omstreeks 1960, toen beide partijen ondanks hun blufjegens elkaar geen enkele intentie hadden kernwapens daadwerkelijk te gebruiken.Ga naar eind21. En dit betekent per slot van rekening dat het idee van ‘launch on warning’ uiteindelijk toch als een produkt moet worden aangemerkt van een defensiebeleid en een afschrikkingsstrategie, die in wezen volledig onpolitiek zijn. Met behulp van technische middelen en technocratische strategieën wordt het spookbeeld opgeroepen dat een kernoorlog, althans één van beperkte aard, mogelijk is en zowaar gewonnen kan worden. ‘Launch on warning’ was even bizar als onhaalbaar, omdat de technische middelen ontoereikend waren om mensen en politiek uit het beslissingsproces te elimineren. Ideeën als een beperkte kernoorlog en escalatiebeheersing tijdens een kernoorlog zijn even bizar en onzinnig. Ook voor deze strategieën geldt dat de technische middelen om ze succesvol uit te voeren ten enenmale ontbreken. Zolang mensen aan hun bijgeloof in de onbeperkte mogelijkheden van de techniek vasthouden, maken zij zich afhankelijker van technocratische besluitvorming dan nodig is.Ga naar eind22. Daarover de volgende keer meer. |
|