en Triëst, waar hij zelf een tijdlang heeft gewoond. Zijn landschapsbeschrijvingen worden afgewisseld met door de omgeving opgeroepen gedachten en overpeinzingen. Handeling en beschouwing - aangevuld met citaten en literaire verwijzingen - wisselen elkaar in snel tempo af; het geheel maakte op mij nog het meest de indruk van een met voorbeelden verluchte filosofische verhandeling. De nar uit de titel is de verteller zelf, omdat hij twijfelt aan de mogelijkheid om met behulp van taal de werkelijkheid adequaat te kunnen weergeven. De enige realiteit die in taal beschreven kan worden, is de realiteit van de taal zelf. Dit centrale gegeven duikt, telkens in een iets andere vorm en met nieuwe voorbeelden toegelicht, in alle vier delen van het boek op. In ‘Dinge’ gaat Eisendle, in navolging van de taalfilosoof Mauthner, zelfs zo ver, dat hij in overweging neemt dat alle dingen aan taal gebonden zijn. ‘Vielleicht sind [...] doch alle Dinge an die Sprache gebunden, also nur Gedankendinge. Ohne Gedanken [...] gibt es keine Dinge, zumindest nicht für uns.’ Elk ding is uniek en bestaat slechts één maal. Alleen met behulp van taal zijn wij in staat een kunstmatige categorisatie van de werkelijkheid te maken. Illustratief voor Eisendles opstand tegen de taal is het roestige mes dat in een boek op zijn werktafel steekt. Dit mes siert ook de omslag van Der Narr auf dem Hügel en symboliseert de strijd van de nar die het mes in de taal heeft gezet om de relatie taal-werkelijkheid aan een nauwgezet onderzoek te onderwerpen.
De enige poëziebijdrage in dit overzicht wordt gevormd door de bundel Herz über Kopf (Deutsche Verlags-Anstalt, Stuttgart 1981) van Ulla Hahn. De meeste gedichten handelen, zoals de titel van de bundel al een beetje doet vermoeden, over de liefde. Toch is Herz über Kopf geen bundel van zoete, sentimentele liefdesgedichten. Het zijn de gedichten van een rijpe vrouw die zowel voor- als tegenspoed heeft leren kennen in de liefde, een vrouw die met beide benen op de grond staat, maar bij wie de balans tussen gevoel en verstand nog steeds naar de kant van het gevoel doorslaat. Het brede thema van de liefde behandelt Ulla Hahn in vele facetten. Hoop, verwachting, hartstocht, vervulling, ontgoocheling, verdriet, heimwee, alle komen zij aan bod in dit werk. Daarnaast bevat Herz über Kopf nog enkele mooie miniaturen over vakantie, zomer, taal en schrijven. Haar visie op haar eigen poëzie heeft Hahn heel mooi verwoord in het gedicht ‘Ars poetica’:
Danke ich brauch keine neuen
festen Versefüssen und alten
Ohren bring ich was klingen soll
klingt mir das Lied aus den
Poren rinnen die Zeilen voll
und über und drüben und drunter
und drauf und dran und wohlan
und das hat mit ihrem Singen
Het meest in het oog springende kenmerk van Ulla Hahns gedichten is de knappe combinatie van eenvoudig, ingehouden woordgebruik en uitgekiende zinswendingen. Het is deze combinatie die Herz über Kopf tot een boeiend debuut maakt.
Max (Paul List, München 1981), ten slotte, is het debuut van de in Berlijn wonende Zwitser Matthias Zschokke. In deze roman vertelt Zschokke het levensverhaal van Max, een jonge Zwitser die zijn geregelde en zelfgenoegzame vaderland heeft verlaten en nu zijn geluk in Duitsland zoekt. Zschokke beschrijft Max' leven zoals het is: stuurloos, chaotisch, tegenstrijdig en vol twijfels. De stijlmiddelen die hij hiervoor gebruikt zijn weggelaten leestekens, onafgemaakte zinnen, gedachtensprongen,