Medewerkers aan dit nummer
w. albeda. 1925. Was van 1977 tot 1981 minister van Sociale Zaken. Hij is nu werkzaam aan de Rijksuniversiteit Limburg, waar hij belast is met de voorbereidingen voor een nieuwe economische faculteit. Hij publiceerde onder meer Vakbond en onderneming (1971) en Arbeidsverhoudingen in Nederland (1975).
g. van benthem van den bergh. 1933. Wetenschappelijk hoofdmedewerker aan het Institute of Social Studies. Redacteur van De Gids sinds 1968. Meest recente publikatie: De staat van geweld (essays, Meulenhoff 1980).
j.w. bezemer. 1921. Hoogleraar in de Russische geschiedenis en de Ruslandkunde en directeur van het Oost-Europa Instituut van de Universiteit van Amsterdam.
h.j. van de braak. 1943. Werkzaam aan de Erasmus Universiteit Rotterdam als wetenschappelijk hoofdmedewerker voor economische sociologie en sociaal-economisch beleid. Hij promoveerde op het proefschrift Belastingweerstand. Een proeve van fiscale sociologie (Kluwer 1981).
j. brugman. 1925. Hoogleraar Arabisch aan de Universiteit van Leiden. Promoveerde op het moslimse recht en schreef een naslagwerk over de mohammedaanse traditie. Binnenkort publiceert hij een boek over de moderne Arabische literatuur in Egypte.
j.e. ellemers. 1930. Sinds 1967 hoogleraar in de empirische sociologie aan de Rijksuniversiteit te Groningen.
paul kapteyn. 1942. Hij schreef Taboe, macht en moraal in Nederland (Arbeiderspers 1980).
wiel kusters. 1947. Publiceerde de dichtbundels Een oor aan de grond (Querido 1978), De gang (Querido 1979) en Hoofden (Querido 1981). Verhalen over het mijnwerkersmilieu verschenen in Het mijnmuseum (Querido 1981). Verzorgt een vaste poëziekroniek in De Gids.
c.w. mönnich. 1915. Was van 1946 tot 1981 hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Hij promoveerde op het proefschrift De natuurlijke kennis. God bij Leibniz (1942). Publiceerde onder meer Geding der vrijheid. De betrekkingen der oosterse en westerse kerken tot de val van Constantinopel (1453) (1967) en Vreemdelingen en bijwoners. Hoofdlijnen uit de geschiedenis van het protestantisme (1980).
e. de moor. 1936. Studeerde Arabisch in Beiroet, Caïro en Leiden. Verbleef vier jaar in het Midden-Oosten. Momenteel hoofdmedewerker Arabisch aan de Universiteit van Nijmegen. Publiceerde in onder meer De Tijd, Streven en Bzzlletin. Eindredacteur van de reeks Midden-Oosten en Islam Publikaties. Vertaalde De lamp van Oem Hasjin, verhalen van Jahja Haqqi. Werkt momenteel aan een leerboek Arabisch voor Nederlanders en aan een inleiding tot de Arabische letterkunde.
c. nijland. 1928. Wetenschappelijk hoofdmedewerker aan het Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten in Leiden. Publikaties op het gebied van de moderne Arabische literatuur onder meer in Literair Paspoort.
j. pen. 1921. Hoogleraar economie aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Schreef onder meer Moderne economie, Het aardige van de economie, Harmonie en conflict en Income Distribution.
p. smoor. 1939. Wetenschappelijk hoofdmedewerker Arabisch aan de Universiteit van Amsterdam. Publiceerde vertalingen uit moderne Arabische poëzie. Meest recente publikaties: ‘Enigmatic Allusion and Double Meaning in Ma'arrī's newly discovered Letter of a House and a Mule’, in Journal of Arabic Literature XII en XIII (Leiden 1981-82) en ‘The theme of travel in Ma'arrī's early poems’ in The Challenge of the Middle East. Middle Eastern Studies at the University of Amsterdam (1982).
a. de swaan. 1942. Hoogleraar in de verzorgingssociologie aan de Universiteit van Amsterdam en psychoanalytisch therapeut. Redacteur van De Gids sinds 1969. Recente publikaties: De mens is de mens een zorg (Meulenhoff 1982) en Halverwege de heilstaat (Meulenhoff, 1983).