De Gids. Jaargang 145(1982)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 611] [p. 611] Jean-Paul Franssens Drie gedichten Oefening voor de zondagmorgen In deze oefening moet ik gaan Naar het gesticht dat mijn naam draagt De Jean-Paul Franssensstichting Of het Jean-Paul Franssensgesticht Het is het gesticht Waar men jonge meisjes opvoedt En waar men jonge jongens toespreekt Ik ga in mijn gele limousine In mijn witte tropenpak Met mijn smetteloze Bally's Mijn Panama Mijn Havana Mijn crèmekleurige glacéhandschoenen Met mijn Jacomoparfum En mijn door teerheid haast vergane Door vererving van vader op zoon Door mijn grootmoeder beschermde En later door mijn moeder Vlak voor zij stierf Aan haar oudste dochter Mijn halfzuster Doorgegeven En met zorg toevertrouwde Door haar in een glazen kastje Met veel zorg bewaarde Ietwat vergeelde pochet Die iets wappert Iets hinderlijk beweegt In de linker borstzak [pagina 612] [p. 612] Van mijn tropenuniform Wanneer ik rijd Over de buitenwegen In mijn open gele wagen In mijn open gele limousine Weldra ben ik bij mijn prachtige gesticht En ik kijk naar de hokken Waar de meisjes En de jongens Al op hun vriend En weldoener liggen te wachten In hun stallen vol drek In hun stallen vol ongedierte en ontucht Vol weerzinwekkende boosaardigheden En liefde En weldaad En overdaad En heldenmoed Maar ook met de versierde badhanddoeken Behangen met stukken Jacomozeep En Jacomoscheerzeep En Jacomoscheercrème En Jacomoaftershave En Jacomodamesparfum En de gebleekte jarretellen En de besmeurde petticoats En de herensokken En de herenlingerie De ongebreidelde meisjessokken De bewakers doen de hekken open En de vernederde naakte meisjes De onderdanige blote jonge jongens Staren naar mijn verblindende Naar mijn indrukwekkende verschijning Naar mijn indrukwekkende entourage Waar aan kosten noch moeite zijn gespaard Misschien zien zij in mij wel [pagina 613] [p. 613] Harry S. Truman Of president Roosevelt Geslagen maar toch nog sterk In zijn invalidewagentje Of Masaraki de japanse generaal Of Minderaki zijn helper en wrede beul Of de oogverblindende Generaal Mac Arthur Maar misschien popelen zij Net als ik Naar het moment Waarop ik hun stallen inspecteer Naar het moment waarop de bewakers De hekken achter ons laten vallen Naar het moment Waarop ik de surprises Van de zondagochtend ga verdelen Naar het moment waarnaar ik heb uitgezien Naar het moment waarnaar ik heb verlangd Zoals een moeder verlangt naar haar kind In het verre oosten Zoals een vader verlangt naar de eremedaille Van zijn gesneuvelde zoon Zoals de zwetende akela's in de witte voorkamer Verlangen de koningin Hun liefde te betuigen En hun trouw En hun kameraadschap En hun hardvochtigheid Naar het moment dat ik zou willen noemen Een vredelievend samenzijn Waarop wij een begin gaan maken Met wat ik zou willen noemen Onze oefening voor op de zondagmorgen [pagina 614] [p. 614] Bij de laatste foto van Rimbaud: 1883 in Abessinië Kijk hij is dood Meer dan de stenen Meer dan de rotsen Waarop hij staat Meer dan de doornentakken Is hij dood Zijn stanleywit schroeit in de zon En onder het verband Waar hij zijn hand op heeft gelegd Smelt hij naar waar het eens begon Vergaan zijn vezels naar hun oude recht De rotsen Stenen Zijn ontvelde hoofden Koppen van monsters Schedels van mensen Duivels Hoerewaarden en kastraten Zijn lijf erboven Kromt zich naar hen over Naar voren en hij kan hun stemmen horen Die kirren van genot om zijn verval Om Satan vagevuur en hel Om hemel zaligheid en God En in een verre hoek onder de palmen Grijnst met Chinezenblik Verlaine [pagina 615] [p. 615] Oefening voor de nacht Laat mij deze oefening zacht uitspreken Zodat ik er niemand mee stoor Of leed mee berokken Of verdriet mee doe Of pijn Of op het hart trap Of kwets Of benadeel Of op welke manier dan ook Iemand in een kwaad daglicht stel Laat mij deze oefening uitspreken Alsof er vleugels waren aan deze oefening Of tedere handen Of tedere nooit geziene En nog nooit aanschouwde Hartelijkheden Laat mij kalm zijn en lief bij deze oefening En vooral voorzichtig Zodat mij niemand deze oefening Kan nawijzen Of kan zeggen Deze oefening Brengt geen geluk Luister lieve meisjes Brengen jullie je bloempjes maar bij mij En brengen jullie je mandjes vol overheerlijk fruit Maar bij mij En brengen jullie de zachte eigengehaakte Directoirtjes en gekleurde Naar helder zeepsop geurende Plastronnetjes en overgooiers maar bij mij Want ik ben als een aardige vader Begrijpend als een verre maar dappere oom [pagina 616] [p. 616] Niemand zal van mij kunnen zeggen Dat ik jullie niet met begrip en toewijding Met vriendschap en kameraadschappelijkheid Van dienst ben Ik doe mijn knil-pet al op meisjes Ik praat met jullie op mijn Oude vertrouwde indische manier En ik zal jullie Dat zweer ik Niets in de weg leggen Vorige Volgende