De Gids. Jaargang 144(1981)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 458] [p. 458] Jacobus Bos Noble is what Noble does Hier zijn ze geweest hier waren ze dat is duidelijk. Uit hun sporen valt veel te lezen - Geen beweeg redenen slechts richting en tijd en met hoevelen ze waren. Men is wat men doet - Zijn daden verward in een naam, sluwe vuur waterhandelaar die zich gek houdt kraaien en indianen misleidend. [pagina 459] [p. 459] Dit sublieme landschap vastgelegd mooier dan de herinnering laat staan de werkelijkheid Ze begonnen achter te laten. Afval dode dieren mensen naderhand - Wie achter bleef werd achtergelaten tot op het bot vergeten. Achteraf achtervolgde men een dode - Op zoek naar zijn vrouw die al dood is maar dat weet hij niet. [pagina 460] [p. 460] Doden in bomen, resten van schermutselingen in derhaast begraven doden. Aan de armen te zieltogen gehangen - Wie, of wat? Grappig te bemerken dat men bezig is te sterven de vinger op de wonde het eigen bloed vergiet. Hij weet het kraaien wonen ook in open wonden en ook sterven zij nooit of zijn ooit alleen - [pagina 461] [p. 461] Etend wat men tegenkomt en minder nog te drinken. Toornig heerschap menend dat hij weet wat hij doet op deze aarde - Bloed aan de horizon. Een koekoek slaat gehaast. Hij bewondert zijn kraaien hoe zij paarsgewijs de wet handhaven - Deze door de whisky aan getaste heeft geen enkele kans, natuurlijk. [pagina 462] [p. 462] Onwelvoeglijke rots welke hem de schedel breekt. Het geluid slaat de paarden op hol - Men is nog immer wat men doet, de stervende en de zich geen raad wetende. Zegt de stervende ik red me wel. Nadert een ruiter. Te paard? Of geen ruiter? Een vreemdeling, handlezend Verdwijnt weer lost weer op in zijn landschap. [pagina 463] [p. 463] Het landschap zit gehurkt onder de almaar almaar verdwijnende zon - Nimmer aflatend over weldigen wolken het. Geen beter schilderij zonder lijst dan een lege muur waarachter hij zich worgt, met eigen handen. Vorige Volgende