| |
| |
| |
Remco Ekkers
Berlijn. Een winterreis
1. Politiek
De grenswacht bekijkt de lege
achterbank en ziet de schim
niet die wij aanwezig weten.
Bij Grünewald kijkt hij tot achter
in de bossen - hij wil alleen zijn
maar de auto rijdt door tot in
het centrum voor de Deutsche Oper
waar we Tosca zullen zien, een drama
van verraad, maar anders, verouderd.
Soldaten voor het Sowjet-gedenkteken,
in de lucht oplossend prikkeldraad
hier beneden groeiende concertina's.
Studenten uit Keulen of Braunschweig
dragen hun gekleurde petten maar
iets nonchalanter dan hun vaders.
| |
| |
2. Reis
met de ijzige naam Raststätte
de tafel waar voor eeuwig
banken staan, aanschuiven
is niet mogelijk, op het blad
zijn voetstappen helder afgedrukt
op sneeuw, op half mat en nu
op dit papier, zijn aanwezigheid
dooi smelt alleen de herinnering.
| |
| |
3. Nollendorfstrasse
Waar zij haar vrijheid celebreert
in de woorden van de leraar Engels
Isherwood, wiens naam ik steeds
weer moet bedenken via het Duitse
Ischendorf: van dorp tot bloeiend
hout van haar verbeelding.
De huizen nog in tact achter
de 19e-eeuwse façade nieuwe studenten
lambrizeringen stenen guirlandes
tot ale Freiheit für tot!
sleep Berlijnse briketten aan
Ruime binnenplaatsen om te spelen
je op te sluiten in een ton zo groot
als een slaapkamer, rol je door
mijn kou in jullie warmte heen en weer.
Of in een ton met spijkers, naakt
rol je door de straten trouweloze
tot in het water van de Spree
langzaam drijf je naar de Noordzee.
De pracht van een vergane liefde
voor onze ogen vervallen maar
nog steeds majestueus, pilaren
met krullend Ionisch kapiteel
erotisch ijzer in de deur
een gat van licht achter het marmer.
| |
| |
4. Egyptisch museum I
Het Egyptisch echtpaar zit
drieduizend jaar saamhorig
echtpaar uit Giza, 5e dynastie
hun beeld onscherp, op de rug
gezien, haar hand rust nog
steeds losjes op zijn schouder
pas in de spiegeling scherp
bezonken kijkend door de tijd
zien ons niet meer lopen.
met mijn eigen spiegeling.
In de schouwburg zat je met je heup
tegen zijn heup en het wond je op?
Egyptisch museum II
trots, de hals van Nefertite
| |
| |
5. Dahlem
Lucas Granach de Oude schildert
op lindenhout de Jungbrunnen
hij laat de oude vrouwen strompelend
komen, met kruiwagens desnoods
laat ze zich ontkleden, voorzichtig
glijden in het water tot de grens
krom en vervallen, daarna verjongd
met strak vel klimmen ze er uit
worden ontvangen door stralende
mannen die de nieuwe kleren
wijzen in een rode tent waarna
in het open veld een vrolijk maal
ze klaarmaakt voor de liefde.
| |
| |
6. Centrum
Ze ligt in een ronde kamer, streelt
haar heupen, haar benen open
ziet ze de mannen kijken, streelt
haar borsten tot zachte klei
andere deurtjes met foto's van billen
geslachten en allerlei soorten haar
of geschoren, in het hokje een spiegel
voor de film: de nieuwe leraar
volgt het meisje met de zwarte rok
aan het eind van de gang deuren
met een muntautomaat, kun je
naar binnen, je opent je broek
en leidt je geslacht in een vochtig hol
bewegen tot het zaad komt, bewegen
het gaat door: deuren met foto's
het gat in de vloer, liggen, bewegen
en als je zo niet bevredigd raakt
geef je je bij de kassa op en kijken anderen
naar jou of naar hem terwijl hij met haar
| |
| |
7. ‘Pure fantasy’ (Pinter)
te bekijken: ik word warm
zijn ogen, zijn domme haar
schoot - nu ga jij bewegen.
| |
| |
8. Oost
Voor je onder de grond gaat
moet je geld wisselen, je wordt
betast door grauwe beambten
die spiegels boven je hoofd houden.
Door nauwe sluizen en gangen
trap af trap op tot je het spoor
bijster raakt en je niet meer
Uniformen in morsige hokjes
bovengronds niet meer bereikbaar verkeer
stilgezet met muurhoge grendels
een stille wachter op een dood station.
De antenne loopt schuin met de hond
mee aan de overkant van het water
geen sporen in de sneeuw, enkel
witte kruisen met namen van doden.
Oude vervallen musea, ook met gestolen
kunst, geen geld voor echte suppoosten
oude vrouwen zitten in was te wachten
op de tijd, soms een bezoeker voor Cézanne.
De 18e-eeuwse parade bij Potsdam
voor de garnizoenskerk die zo'n beeld
nog weet te staan, met trots en heimwee.
Unter den Linden is het koud.
| |
| |
9. Hotel
Je wast je borsten ook al is het water koud
ik begrijp het niet: hoe kun je schrijven
naar de ander: ik voelde me zo gelukkig
de hele dag, ik voelde dat je van me hield
en zeggen: dat heeft niets met jou te maken?
hij kan op de divan slapen
of tussen de deuren staan
we kunnen de kamer ook vol
leggen met zachte matrassen
één bed is breed genoeg voor twee
personen, al slaap jij liever
in de breedte en je slaapt rustiger
je kunt ook ergens anders slapen.
De dubbelzinnigheid van het bed
zet zich voort in de wand
recht tegenover het hoofdeind
boven het crème kleurige schot
ijsbloemen in een vast patroon.
Ramen open op de kou van buiten
sneeuwstraten naar het centrum
en hij minutenlang schreeuwend
midden op het kruispunt alleen
tot eindelijk een auto stopt.
|
|